PAP gaat op de bom af Meer meldingen na dodelijk ongeval 'Door het ongeluk drong het besef door dat een opgeviste bom nog kan afgaan' Valerie Meelker, marine-woordvoerder PZC Donderdag 3 juli 2008 I 13 m loert de dood De Tweede We reldoorlog heeft van de Noordzee een mijnenveld ge maakt. Bom men, granaten, torpedo's, mijnen, noem maar op; het ligt allemaal op de bodem van de Noordzee. En dan niet een paar; geschat wordt dat er 200.000 tot 300.000 stuks munitie wach ten op een onfortuinlijke vinder. Vaak is dat een visser die tussen de spartelende vissen een mijn in zijn netten ziet hangen. En dat gaat niet altijd goed. In april 2005 kwamen twee vissers uit Ouddorp en één uit Arnemui- den om het leven toen aan boord van hun schip Maarten Jacob OD-i een opgeviste Amerikaanse 500-ponder uit de Tweede Wereld oorlog ontplofte. Dat ongeluk was aanleiding voor de Koninklijke Marine om opera tie Beneficial Cooperation te begin nen. De 'jacht' op de bommen werd in samenwerking met de Bel gische Zeemacht verhevigd. Van daag ruimt de mijnenjager Hr.MS. Willemstad het 500ste explosiefin het kader van die operatie. Van sommige explosieven is de lig plaats bekend. Tijdens de oorlog zijn mijnenvelden en munitiestort plaatsen in kaart gebracht. Op an dere, onbekende, locaties liggen ook veel bommen. Die zijn in de Tweede Wereldoorlog bijvoor beeld afgeworpen door geallieerde vliegtuigen die hun bommenlast kwijt moesten. Ook liggen er Duit se V-i en V-2 bommen. Om de zaak nog gecompliceerder te maken blijven de bommen ook niet liggen waar ze zijn neergeko men. Door bodembewegingen, stromingen en zandverplaatsingen zijn de explosieven over de hele Noordzee verspreid. Ook kunnen de bommen tientallen jaren onde- Na het dodelijk ongeval in 2005 was de schrik groot onder de vis sers. In dat jaar werden 333 explo sieven gemeld. Het jaar daarvoor kwamen slechts 31 meldingen binnen. In 2006 waren er 193 mel dingen van een gevonden explo sief, vorig jaar waren dat er 138 en in het eerste kwartaal van dit jaar waren er 29 meldingen. „Voor het ongeluk kregen we ge middeld veertig meldingen per jaar," zegt marine-woordvoerder Valerie Meelker. „We hebben het idee dat vissers wel dagelijks een bom opvisten, maar door het on geluk drong het besef door dat de bom nog kan afgaan." Meelker heeft geen idee hoeveel explosieven er nog op de Noord- zee-bodem liggen. Schattingen va riëren van 100.000 tot 300.000. „Er is ook wel de schatting van 10.000. Het is wel duidelijk dat we nog generaties lang werk heb ben." tecteerbaar in de zeebodem liggen om plotseling weer tevoorschijn te komen. De bewegelijkheid van de bodem verklaart mede waarom de marine 729 meldingen van explosieven heeft gekregen terwijl vandaag 'pas' de 500ste aangetroffen bom onschadelijk wordt gemaakt. „Het komt voor dat we meerdere mel dingen over één explosief krijgen, maar er kan ook een zandbank bo ven de bom zijn ontstaan," zegt marine-woordvoerder Valerie Meelker. Voor elke gemelde en aan de mari ne overgedragen bom krijgt de vis ser 186 euro. Dat weegt echter niet op tegen het tijdsverlies als het vis serschip naar Den Helder moet va ren. Daarom geeft de marine de vissers sonarboeien mee. Meelker: „Die kunnerrze aan het explosief bevestigen. Ze zetten de bom dan overboord en geven ons de gps-lo- catie door. We kunnen met die so- narboei tot op 800 meter afstand het explosief lokaliseren en daarna onschadelijk maken." De bommen worden meestal over boord gezet, ook al omdat veel vis sers een bom op een slingerend schip een groter gevaar vinden dan het teruggooien van het explo sief Meelker: „En het bewaren van de bom aan dek is ook lastig. Je moet het explosief nat houden en trillingsvrij vastzetten. Het mag ook niet in de zon staan. Vissers zijn wel voorzichtiger geworden. Ze maken de visnetten niet meer van bovenaf los, zoals bij het onge luk in 2005 waarbij de bom op het dek viel, maar ze laten de visnet ten zachtjes op het dek zakken." In Beneficial Cooperation werken de Nederlandse en de Belgische marine samen. Meelker: „Neder land levert tien mijnenjagers en de Belgische marine vijf. Er is altijd één mijnenjager op zee. Die gaat er direct op af als er een melding van een visser binnenkomt. Er wordt bekeken of de bom ter plaat se onschadelijk kan worden ge maakt. Als dat niet kan, doordat er bijvoorbeeld kwetsbare leidingen in de bodem liggen, wordt het ex plosief verplaatst naar een gebied waar dat wel kan." Gebieden waar vissers explosieven opvissen Bruine bank, Schouwenbank, Noord Hinder en Schaar zijn gebieden waar regelmatig explosieven opgevist worden. Vaarroutes Gebied vliegroutes Tweede Wereldoorlog Diepwaterroute Munitiestortplaats Drie bemanningsleden van de viskotter Maarten Jacob OD-1 kwamen in 2005 om het leven toen een vliegtuigbom uit de Tweede Wereldoorlog ontplofte, zo'n 100 kilometer voor de kust van IJmuiden. Het projectiel zat in het visnet en ging af, waarschijnlijk toen het met de vis aan boord werd gelost. SCHIERMONNIKOOG Mijnenjagers zijn door hun speciale constructie met glasvezel en versterkt po lyester geluidsarm. Ze veroorzaken ook geen verstoringen van het magnetisch veld. Dat voorkomt dat een mijn ontploft als de mij nenjager er overheen vaart. De tien mijnenjagers van de Koninklij ke Marine zijn uitgerust met een sonar en een draadgeleid onderwa tervaartuig, de Poisson Auto Propulsé (PAP). Met de sonar wordt de zeebodem afgezocht. Na het vinden van een mijn, vaart de PAP naar de bom. Het onderwatervaartuig is uitge rust met een tv-camera en een mijnvernietigingslading. In het commandocentrum van de mijnenjager zijn de beelden op een scherm te zien en als het in derdaad een explosief blijkt te zijn wordt de vernietigingslading er naast geplaatst. Nadat de PAP is te ruggehaald, brengt de bemanning van de mijnenjager de lading tot ontploffing. Het is niet altijd mogelijk de PAP in te zetten. De inzet van een dui ker kan nodig zijn als het explosief bij een gas- of telefoonleiding ligt. De duiker brengt het explosief naar de oppervlakte, waarna het el ders tot ontploffing wordt ge bracht. „Wij adviseren de vissers het ex plosief aan boord te houden als ze er een opvissen," zegt luitenant ter zee 2OC Will Meurer, hoofd van de Explosieven Opruimingsdienst Unit Den Helder. „Er staat altijd een team klaar om na een melding aan boord te komen. We kunnen het explosief aan boord demonte ren, waarbij de bemanning even tueel geëvacueerd wordt, of naar een andere locatie varen om daar het explosief te ruimen. Als het schip op weg gaat naar de haven, rijden we daar meteen naar toe. Maar het schip mag niet de haven binnenvaren. We geven vissers het advies om bij slecht weer en als het explosief buitenboord hangt, het in zee te zetten. Om te voorko men dat het tegen het schip aan stoot. Als het explosief aan boord is, adviseren we het te laten liggen en de instanties te waarschuwen." Meurer kan zich enkele ongeluk ken herinneren bij het overboord zetten van het explosief. In één ge val ontplofte een torpedo achter het schip. En er was een dodelijk ongeluk toen bij het overboord zet ten van een granaat het ontste kingsmechanisme de railing raak te. Bewustwording is heel belangrijk, zegt Meurer. „Voor het ongeluk met de OD-i uit Ouddorp was er een zekere gelatenheid, zo van 'weer een explosief. We proberen de vissers nu bewust te maken van de gevaren. In het laatste jaar van hun opleiding geven we de jonge vissers les over de explosie ven. We hopen dat ze die kennis in hun werk doorgeven."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 13