Groots op een menselijke manier 36 Woensdag 2 juli 2008 pzc Frank (28) en Andy Schleck (23): samen zijn we sterker. foto Marketa Navratiiova/Cor Vos /GPD Wielerbroers Frank en Andy Schleck blijven gewone mensen. door Harm Vonk den haag - Wie van beiden de grootste Tourfavoriet is? Het maakt Frank (28) en Andy Schleck (23) niks uit. Zo lang de Luxem burgse broers van CSC/Saxo maar samen kunnen fietsen en zichzelf kunnen blijven. Gewoon, en voor altijd, 'de jongens van Mondorf Om met de deur in huis te vallen: is het denkbaar dat jullie ooit bij ver schillende ploegen rijden? Andy: „Uuuhm, nee. En de team managers weten dat ook, volgens mij." Frank: „Het lijkt me ook niet ver standig, want samen zijn we ster ker. Bovendien: als Andy voor een andere ploeg zou rijden, zou ik tóch niet tegen hem fietsen. Dus echt verstandig is het voor ploe gen ook niet, haha. Ik kan me voorstellen dat we levenslang bij Bjarne Riis blijven: dit is zo'n goe de en leuke ploeg. Wij vieren bij voorbeeld vakantie met Karsten Kroon en er wordt zelfs al gedacht aan een trainingskamp zónder de sportdirecteur. Stel je voor..." Luxemburg is nou niet echt een wie- lerland. Hoe kan het dat jullie tóch zijn gaan fietsen? Andy: „Eigenlijk hebben we aller lei sporten gedaan. Steven, onze oudere broer, was coureur op na tionaal niveau en supporter van pap (oud-prof Johnny Schleck, red.). Ik was ongeveer zes jaar oud en ik voetbalde. Wielrennen ke ken we op tv, het was de tijd van Miguel Indurain." Frank: „In die tijd was het ondenk baar dat we nu samen de Tour zou den rijden. Dat kon natuurlijk ook geen doel zijn. We speelden tafel tennis, voetbal en we reden op rol schaatsen met vriendjes uit het dorp. Luxemburg mag dan maar vier profs hebben, maar we heb ben wel altijd wielrenners gehad. Maar het begon pas echt toen Be- noit Joachim naar US Postal ging, daarna kwam ook Kim Kirchen. Toen er ineens twee waren, begon dat anderen te motiveren. Wij de den trouwens wel aan cyclocross, Andy was daar erg goed in. Heeft het WK in Zolder nog gereden. Maar eerlijk gezegd hadden wij het in de winter te druk met ja gen." Andy: „Ik had toen twee fietsen: een schone en een vieze. Dus die keus was snel gemaakt, haha. In de winter gaan we nog wel eens kijken bij de cyclocross, als we het niet te druk hebben met vissen en jagen. Maar je ziet ons niet: we staan ergens achteraan in een hoekje." En die mentaliteit heeft te maken met jullie opvoeding? Frank: „Onze ouders hebben ons geleerd dat we altijd moeten we ten waar we vandaan komen. Pap was een goede prof maar in die tijd was met wielrennen niet veel te verdienen. Maar ik ben hartstik ke trots op hem dat hij vroeger drie fietsen heeft gekocht, voor Ste ve, mij en Andy. Hij heeft er veel voor opgegeven." Andy: „Ze leerden ons ook altijd respect te hebben voor oudere mensen, voor mensen die ons hel pen, voor supporters. Ik hoop dat we altijd zo zullen blijven, dat we voor altijd 'de jongens van Mon dorf blijven." Frank: „Dat we geen 'dikke nek' krijgen, zo zeggen jullie dat toch? Grote kampioenen zijn ook groots als het om de medemensen gaat." Andy: „Soms is het daarom moei lijk om één lijn te trekken, maar je kunt nu eenmaal niet alles doen. Kijk, soms komen ze bij ons aan de deur..." Frank: „Haha, straks vragen ze nog dat we hard gaan rijden in de Tour!" Want de verwachtingen van jullie in de Tour zijn hoog, hé? Andy: „Ik denk dat mensen het meeste van mij verwachten, door de tweede plaats in de Giro. Frank heeft al een paar keer de Tour gere den. Maar het is mijn eerste Tour en ik verwacht eigenlijk meer dan 'Parijs halen', al weet ik dat de Gi ro geen Tour is. Ik ga er niet heen om te winnen: in onze ploeg is één leider en dat is Carlos Sastre. Maar Frank en ik gaan niet om bidons te halen. We kijken hoe ver we samen met Carlos kunnen komen." En er is nog iets extra's: het is vijftig jaar geleden dat de Tour gewonnen werd door een Luxemburger, Charly Gaul... Frank: „De vergelijking met Gaul is voor mij een groot compliment, maar hey: zo ver zijn we nog lang niet! We blijven met onze beide benen op de grond, wij laten ons niet gek maken. Ik beloof geen top vijf geen toptien, geen overwin ning. We doen er alles aan om in de Tour goed te zijn en als we 51e en 6te worden, kunnen we geen spijt hebben." Andy: „We hebben nog een paar jaar om te leren." Frank: „Kijk, druk is er altijd en dat is ook goed. Dat hoort bij het prof-zijn." Andy: „Druk is niks negatiefs. Dat is ook wat Bjarne altijd zegt: ge bruik druk om er moed uit te put ten. Maar niemand kan ons iets verwijten als we achterin eindi gen. We rijden ons helemaal leeg en dat is het dan." Frank: „Het is gek hoe de mensen denken: als ik nu negende word, ben ik 'slechts negende', terwijl ik tien jaar geleden Sportman van het Jaar zou zijn geworden na zo'n prestatie. Het hoort erbij, dat weet ik wel, maar ik hoop dat die men sen ook weten wat we er voor doen en waar we vandaan komen. Maar voor hen is het een beetje normaal geworden. Soms zou ik willen dat alles wat ze van ons we ten, prestaties uit het verleden, dat die uit hun geheugen zouden wor den gewist."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 76