Vogels zoeken bebouwing op Uit het veld gezien; de stelle van Colinsplaete aan te pas. Steden en dor- I I II drijventerreinen. door Chiel Jacobusse De oprukkende bebouwing gaat vaak ten koste van natuur en landschapsschoon. Maar helemaal zon der natuur is de bebouwde omgeving natuurlijk niet. Integendeel; tussen de stoeptegels graven bij en hun nestholletjes en tussen de straatklinkers wurmen zich speciale onkruidjes als de steenkruidkers en het liefde gras naar boven, soorten die je elders maar weinig ziet. Mu ren worden bevolkt door muurplanten, muurspinnen en muurwespen en in kerken en andere hoge gebouwen heb ben vleermuizen, kerkuilen en torenvalken hun domein. De mooiste illustratie van de benutting van gebouwen vin den we in de zwaluwenfamilie. Daar is de gierzwaluw, die onder de dakpannen op oude gebouwen broedt. De huis zwaluw kiest als nestplaats vaak een plekje onder de dak vorst en maakt zijn nest tegen gebouwen. De boerenzwa luw tenslotte maakt zijn nest in gebouwen. Niet alleen in boerenschuren, maar ook in een fietsenhokje midden in de stad of in een donkere hoek van de carport in een nieuw bouwwijk. Tenminste.... Voorzover ze er nog zijn. Zwalu wen hebben het niet makkelijk in onze steriele woonomge ving met weinig muggen en meerdere soorten prijken op de rode lijst. Het is opvallend dat vogels die een voorkeur voor de be bouwde omgeving hebben toch een heel diverse keuze aan de dag kunnen leggen als het gaat om het type bebouwing. De witte kwikstaart is daar een uitstekend voorbeeld van. Stond de vogel tot voor kort in Zeeland bekend als een typi sche boerenerfbewoner, tegenwoordig kun je de witte kwik vooral vaak op bedrijventerreinen aantreffen. Ook haventer reinen en spoorwegemplacementen zijn in trek. Waar schijnlijk zit het vooral in de aanwezigheid van bepaalde in secten dat de bebouwde omgeving zoveel aantrekkings kracht uitoefent. Het microklimaat - en dan vooral de luwte - speelt daarin op zijn beurt een voorname rol. Soms tref je in de bebouwing broedvogels aan die je daar to taal niet zou verwachten. Platte daken, al of niet bedekt met grind - oefenen op verrassend veel vogels aantrekkings kracht uit. Zo zijn er langs de Hollandse duinkust op tal van plaatsen zilvermeeuwen die nestelen op de platte da ken van flats. Daar zijn ze veilig voor hun voornaamste vij and, de vos. Ook scholeksters zijn regelmatig broedend op platte daken aan te treffen en zelfs een vrij kritische broed- vogel als de visdief zoekt het soms hogerop. Blijkbaar weten de kuikens van deze soorten (allemaal nestvlieders!) steeds weer veilig te landen. Broeden in de directe omgeving van de mens kan voor een vogel om uiteenlopende reden een aantrekkelijke optie zijn. De beschikbaarheid van bepaalde soorten voedsel, de afwe zigheid van natuurlijke vijanden en een soms verrassend ongestoorde omgeving zijn stuk voor stuk grote voordelen. Maar er zijn natuurlijk ook speciale risico's aan verbonden. Mensen zijn al vaak wispelturige bondgenoten gebleken. Maar een beetje coulante houding ten opzichte van de me debewoners van onze gebouwen is toch niet te veel ge vraagd. De boerenzwaluw broedt als een van de weinige vogels in gebouwen. foto Chiel Jacobusse De bebouwde omgeving neemt in ons landschap een steeds grotere plaats in. Werkten vroeger veel platte landers 'op het land'; tegen woordig bestiert de boer zijn bedrijf van achter de pc. Personeel komt er niet meer De PZC sponsort stichting Het Zeeuwse Landschap. In Natuur- journaal gaat hoofd ecologie Chiel Jacobusse wekelijks in op wat er aan de orde is in de Zeeuwse natuurgebieden. Wie de Zeelandbrug vanuit het zuiden nadert ziet nog wei nig van Colijnsplaat, maar halverwege de oprit van de brug zien we (met de verrekijker) het hier getekende beeld. Het meest opvallend is de 'Oude Molen' met de witgepleisterde westzijde. We zien ook dat hij hoger ligt dan het dorp. Ge schiedschrijvers melden dat hij vermoedelijk op de voormali- gé herdersheuvel 'De stelle van de Colinsplaete' is gebouwd. De Colinsplaete was een opgewassen plaat/ schorgebied ten oosten van het in 1530/32 verdronken Noord- Beveland. Met de herdijking in 1598 werd ook het, nooit eerder bedijkte, ge bied van de Colinsplaete binnengedijkt. Hier vonden de land meters die in 1593 de schorren van het verdronken eiland in kaart brachten veel herdersheuvels. Uiteraard lagen deze stel len op de hoogste delen. Ze dienden als onderkomen voor herder en schapen bij vloeden. Vaak waren ze kunstmatig verhoogd om de veiligheid te optimaliseren. De 'Oude mo len' heet de oudste stenen korenmolen van Zeeland te zijn. illustratie Adri Karman

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 21