Boeken
Vernedering als broodwinning
Magistraal epos over beleg Malta Het onvermogen te communiceren
BOEKEN KORT
PZC Vrijdag 20 juni 2008 19
DRINKEBROERS Schrijver en
schilder Jean-Paul Franssens
wandelde elke middag, na geda
ne arbeid, naar café De Zwart
aan het Spui in Amsterdam,
waar hij vele andere kunste
naars ontmoette. Een van zijn
grootste vrienden daar was A.F.
Th. van der Heijden, die nu zijn
reeds aangekondigde requiem
over Franssens heeft doen uitge
ven. Het zijn de verzamelde her
inneringen aan een bohémien.
Met bon-mots, maar vooral veel
drank. Over Franssens' boeken
weinig; de vrienden waren de
drinkebroers van 'God's eigen
knijp', zoals Van der Heijden ca
fé De Zwart noemt in een kort
verhaal dat het boek afsluit.
PM A.F. Th. van der Heijden: Voetstamp-
wijnen zijn tandknarswijnen. 140 pagi
na's. 19,95 euro. (geb.) Querido.
WIELERROMAN Met een bloed
regen, veroorzaakt door een
luchtgevecht tussen meeuwen
en kraaien boven de Amstel, be
gint de wielerroman Op de hel
ling, het literaire debuut van
Boudewijn Smid. Als die bloed
regen maar geen voorteken is.
Vijf vrienden gaan elk jaar fiet
sen in Frankrijk. Dit jaar staat
La Marmotte op het program
ma, met beklimmingen van
Croix de Fer, Télégraphe, Gab
bier en Alpe d'Huez. De lood
zware cols stellen de vriend
schap zwaar op de proef
Boudewijn Smid: Op de helling. 217
pagina's. 16,95 euro. Arbeiderspers.
WEDERDOPERS In de histori
sche roman Dopersvuur be
schrijft de Spaanse auteur Anto
nio Órejudo de nasleep van de
opstand van Münster. Na de
door Luther in 1517 ingezette
kerkscheuring zijn de wederdo
pers aan de macht gekomen in
Münster. De stad is een vrij
plaats voor gelovigen geworden,
maar het bisschoppelijk leger
maakt daar een bloedig einde
aan. Dan duikt een ketters ma
nuscript op. De strijd blijkt nog
niet gestreden.
Antonio Orejudo: Dopersvuur. 212
pagina's 19,95 euro. Arbeiderspers.
Kleine mensen. Zonder iets te doen
trekken ze al bekijks. Bekeken worden,
wordt haast vanzelf hun broodwinning.
Wat moeten ze anders dan zichzelf
laten zien of ter beschikking stellen
van de wetenschap. Zo leven ze van de
vernedering die hun deel is.
door Mieske van Eek
n de jaren dertig van de vorige eeuw trek
ken groepen kleine mensen van pretpark
naar pretpark met Lilliput-shows. Ze bie
den vermaak tot hun lichaam er zeer van
doet. Hoe mismaakter, bizarder of gekwelder,
hoe mooier. Ze worden op één hoop gegooid
met bebaarde vrouwen, 's werelds dikste man
nen, boeienkoningen, negers met schoteltjeslip
pen en er wordt fors aan hen verdiend.
Over het leven van kleine mensen en de drei
ging die in de jaren voor de Tweede Wereldoor
log op hen afkomt, gaat de roman Komt dat
zien van Lotta Lundberg. De Zweedse schrijf
ster verdiepte zich in de manier waarop niet al
leen in het Duitsland van Hitier, maar ook in
de rest van de wereld naar kleine mensen
wordt gekeken. Hun verhaal valt niet los te
zien van allerlei verwerpelijke wetenschappelij
ke experimenten met mensen en dubieuze
euthanasiepraktijken. Het gebeurt in Duits
land, maar van het streven naar rassenverbete-
ring zijn wetenschappers in andere landen in
die tijd ook niet vies.
Eerder beschreef Arthur Japin in zijn De grote
wereld de harde werkelijkheid waaraan kleine
mensen zijn overgeleverd. Zijn boek was in
2006 het Boekenweekgeschenk en daardoor be
perkt tot niet meer dan negentig pagina's.
Lundberg kan in 380 pagina's heel wat verder
gaan en het verhaal van de kleine mensen be
ter in zijn tijd plaatsen.
In Komt dat zien, waarin Lundberg historische
werkelijkheid mengt met fantasie, volgt ze het
leven van vier dwergen. Glauer verdient in het
Luna Park op Coney Island geld met het lok
ken van bezoekers naar een couveuse-show en
het uitlenen van kleine lotgenoten aan de artse
nij voor onderzoek. Ka heeft naast haar beschei
den lengte geslachtsdelen waar de artsen niet
op uitgekeken raken en die een bron van geld
en schaamte vormen.
Maar in hun kleine lichamen schuilt een vol
wassen geest en hun broodwinning vervult
hen allerminst met trots. Samen trekken ze
Fragment van de omslag van Komt dat zien.
naar Duitsland in de hoop op een beter be
staan. Geen lege potsenmakerij meer om het
publiek te bekoren, maar echt toneel willen ze
maken.
Vooral Glauer is zich sterk bewust van hun rol
in de wereld: 'Hij had lang geleden al ontdekt
hoeveel mensen met elkaar gemeen hadden,
ongeacht hun lengte. Hij wist ook dat elke keer
wanneer de behoefte naar boven kwam dit te
bewijzen, zich een monstrueuze angst bij de
volgroeiden manifesteerde en dat hün macht
en zijn ondergeschiktheid alleen maar zicht
baarder werden. Mensen doorzien en ra
ken was niet alleen zijn voornaamste taak, het
was ook een manier om te overleven.'
Als Glauer en Ka vertrekken, is Duitsland nog
het beloofde land voor artiesten. Dwergen zijn
er populair, net als allerlei ander variété. Maar
nadat Hitier de macht krijgt, verdwijnen kleine
mensen uit de theaters en uit het straatbeeld.
Ondertussen maken ze kennis met Nelly, die
klein en zwart is en een bochel heeft en met
foto CPD
Verner, de kleinste man van de wereld. Met z'n
vieren proberen ze zich in Berlijn staande te
houden en hun menselijke waardigheid te be
waren. Tot ze uit angst uitwijken naar Zweden.
Ze worden gastvrij onthaald in het pretpark
Gröna Lund in Stockholm en krijgen een eigen
stadje Lilliputia, waar alles op hun maat is ge
maakt. Maar in dit beloofde land worden ze uit
eindelijk net zo genadeloos geëxploiteerd als
overal elders. Kunst wordt domweg niet van
hen verlangd. Dat ze zich laten zien en betas
ten is alles wat het publiek wil.
Lundberg laat deze vier kleine mensen wisse
lend het verhaal vertellen. Hun strijd om men
selijke waardigheid heeft iets heroïsch maar
ook tevergeefs. Wie de geschiedenis kent, weet
dat ze het nooit kunnen winnen. Het maakt
Komt dat zien tot een overrompelend en ontroe
rend boek.
[M Lotta Lundberg - Komt dat zien. Vertaling Ydelet
Westra, De Geus, 22,50 euro
m
Tim Willocks - De Orde,
De Fontein 19,95 euro
(geb. 24,95 euro),
vertaling Kees van
Weele.
door Fred Monsma
De Bijbel versus de
Koran. Het is lastig
om na het lezen
van Tim Willocks'
magistrale historische roman
De Orde een eventuele weer
zin tegen de islam te handha
ven. De christenen waren
geen haar beter. Het onder
werp van De Orde is het beleg
van Malta anno 1565. Dit ei
land is het laatste steunpunt
van de Hospitaalridders na de
val van hun vesting op Rho-
dos. De keizer van het Otto
maanse rijk, Suleyman de
Grote, heeft zijn zinnen gezet
op de totale vernedering van
de christelijke ridders. Een
enorme Turkse vloot vaart
uit en een ongekende veld
slag begint. Voor dit oerge-
vecht roept Willocks enige
markante figuren in het leven
naast bestaande personages
als de leider van De Orde, La
Valette. Het kleurrijkst is een
middeleeuwse versie van Su
perman, Mattias Tannhauser.
Behalve zijn aandeel in de
strijd tegen de moslims heeft
hij nog een missie: het terug
vinden van de zoon van een
Franse gravin met wie hij
hoopt te kunnen trouwen.
Tussendoor knoopt Tannhau
ser een vurige relatie aan met
de Spaanse Amparo. Dat is
nota bene de beschermelinge
van de edelvrouwe voor wie
Tannhauser zich zo inzet.
Een complicatie is ook de
monnik die het kind bij haar
verwerkt heeft, die voor de In
quisitie werkt en die ook op
Malta arriveert tijdens het be
leg. De Orde leest als een
trein, zij het dat je een sterke
maag moet hebben. De gru
welen aan beide zijden meet
Willocks breed uit. Wie daar
tegen kan, krijgt een adembe
nemende geschiedenis voor
geschoteld.
DM Robbert Welagen -
Philippes middagen.
Uitgeverij Nijgh en Van
Dtimar. 128 pag. 16,50
Philippes middagen
«ÖB'Bfc«r W Ei A C*£ H
door Sonja de Jong
n 2007 won Robbert
Welagen de Selexyz De
buutprijs met Lipari. Zijn
onlangs verschenen Phi
lippes middagen is zo mogelijk
nog beter. Welagen beheerst
de kunst om in weinig woor
den een wereld tot leven te
wekken. De ik-figuur in Philip
pes middagen is een toeschou
wer die niet werkelijk deel
neemt aan de wereld. Als de
ze Robbert op een dag een
schim ziet van iemand uit
zijn verleden, wordt uit zijn
herinneringen duidelijk waar
om hij liever afstand houdt.
Vader nooit gekend, moeder
eigenlijk ook amper. Ze sleept
haar kind mee van het ene
hotel naar het volgende, maar
laat zich weinig aan hem gele
gen liggen. Het kleine jonge
tje ligt nacht na nacht te luis
teren of zijn moeder al thuis
komt. Een toevallige ontmoe
ting met de volwassen Philip
pe, als Robbert 15 jaar is, lijkt
het begin te zijn van een an
der, liefdevoller leven. Maar al
gauw beseft Robbert dat hij
ook van Philippe niet veel te
verwachten heeft. 'Het was
slechts een dagdroom... Er
zouden alleen wat middagen
zijn.' De wereld die Welagen
schetst, kent twee soorten
mensen: zij die gewoon leven
en de anderen, die opgesloten
zitten in hun onvermogen tot
communiceren. Misschien be
horen ook de mensen uit die
eerste groep wel tot die ande
ren, maar weten ze het wat
beter te verbergen. Elk woord
is een steen in het monumen
tje dat Welagen metselt voor
al die eenzamen. 'Het is eigen
aardig hoe verlegenheid, naar
mate je opgroeit, plaatsmaakt
voor kilte, omdat je te weinig
mensen hebt aangeraakt. Er
was me iets niet geleerd als
kind. Overgeslagen, vergeten.'