Groeien in het vak Gebakken aan regeltjes HUIZENMARKT 1 7 Martijn van Sabben, directeur bij aannemingsbedrijf Fraanje. Studie: commerciële bouwkunde Geboren in: Vlissingen op 1 oktober 1973 Gehuwd en vier kinderen Woonplaats: Lewedorp Hobby' s: voetballen en reizen p Martijn van Sabben: „Ik ken alle werknemers bij naam en ik weet wat ze doen." foto W58!em Moeras door Anita Janse Het moment van aanbesteding is altijd weer spannend voor hem. Is zijn prijs niet de laagste, dan gaat de opdracht naar de concurrent. Rekenwerk tot in de kleine uurtjes moet niet alleen resulteren in een nieuwe order, maar even eens voorkomen dat het bedrijf zichzelf in de vingers snijdt. „Het is een uitdaging om je offertes sluitend te krijgen." Te gelijkertijd een verantwoordelijke taak, waar aannemer Mar tijn van Sabben (34) niet licht mee omgaat. „Dat kunnen we ons niet permitteren, als een van de middelgrote bouw bedrijven in Zuidwest-Nederland." Hij studeerde commerciële bouwkunde aan de HTS in Vlis singen. Dat leek een voor de hand liggende keuze. Zijn va der was destijds mede-eigenaar van Aannemingsbedrijf Fraanje. „Dan denken de meeste mensen dat je pad al voor je geplaveid is. Maar ik heb het nooit als een vanzelfspre kendheid gezien, in tegendeel, ik had juist het gevoel dat ik me extra moest bewijzen. Als het zoontje-van word je toch met wat meer argwaan bekeken." „Ik begon hier als vakantiehulp met stenen sjouwen en het aanvegen van de bouwplaatsen: niet zeuren, maar werken." Gelukkig was zijn vader zo verstandig om hem onder aan de ladder te laten beginnen. „Ik begon hier als vakantiehulp met stenen sjouwen en het aanvegen van de bouwplaatsen. Niet zeuren, maar werken." Op die manier leerde hij alle fa cetten van het bouwbedrijf kennen. „Dat is een goede leer school voor me geweest." Na het behalen van zijn havo-diploma twijfelde hij tussen HEAO of HTS Bouwkunde. „Ik had het geluk dat er net een opleiding commerciële bouwkunde was gestart. Dat was mij op het lijf geschreven, een combi van de twee opleidin gen waar ik tussen twijfelde." Een opleiding waar hij tot op de dag van vandaag veel pro fijt van heeft. „Bouwkundigen zijn technici. Ze hebben ver stand van bouwen. Bedrijfsvoering is vaak iets wat ze in de praktijk leren. Ik was door mijn opleiding goed voorbe reid." Want, toegegeven, een overname zat er al vroeg aan te ko men. „Vanaf 2000 ben ik me samen met twee collega's gaan inko pen in het bedrijf In 2005 stonden alle aandelen op onze naam." Een van de collega-directeuren is Marco Bosman, die eveneens in de voetsporen van zijn vader trad. „De an dere collega, Han van de Velde, kwam hier binnen als afstu deerder, bleef hangen als projectleider en is er op die ma nier ingerold. De samenwerking met die twee is van meet af aan goed geweest. Het moet klikken als je samen een be drijf wilt runnen. Bovendien vullen wij elkaar goed aan." De overname is geruisloos verlopen. Martijn is er trots op dat hij dat kan zeggen. „Dat soort dingen gaat niet zelden gepaard met een hoop onrust. Ik durf te stellen dat onze werknemers er weinig van hebben gemerkt." Maar, zegt hij er bescheiden achteraan, sinds zijn aanstelling heeft hij dan ook uitsluitend te maken gehad met groei. „Half de jaren negentig ging het slecht met de bouw. Vooral de utiliteitsbouw moest eraan geloven. En dat is waar wij van oudsher goed in zijn. Bedrijven, supermarkten, kerken en scholen, daar zijn we groot mee geworden." De magere jaren brachten een krimp van 100 naar 80 man. En er werd noodgedwongen gespecialiseerd in het bouwen van woningen, een schot in de roos. Tegen de tijd dat Mar tijn uit de schoolbanken rolde waren de problemen groten deels opgelost. „Inmiddels hebben we 159 mensen in dienst." De kracht van Fraanje schuilt volgens Martijn in de nog altijd familiaire sfeer van het aannemingsbedrijf „We staan als leidinggevenden tussen de mensen. Ik ken alle werknemers bij naam en ik weet wat ze doen." Voor hem geen verheven status als directeur. „Ik heb bewust geen aparte kamer. Ik zit liever tussen de mensen van kantoor. Dat is gewoon praktisch, op die manier weet ik precies wat er speelt." Als directeur houdt Martijn zich voornamelijk bezig met planning en offertes. Dat laatste vindt hij een schitterende uitdaging. Je zit weken te rekenen en die berekening vat je uiteindelijk samen in één A-4'tje. De dag van aanbesteding zit je samen met je concurrenten rond de tafel en dan komt de vraag: 'mag ik uw enveloppe?' Tijdens dat moment is de spanning bijna tastbaar. De mate van de spanning hangt na tuurlijk af van het bedrag dat er mee gemoeid is, maar het is nooit zomaar een spelletje." Utiliteitsbouw is nog steeds de belangrijkste pijler waar het bedrijf op rust. Zo'n 60 procent van het werk, tegen 20 pro cent woningbouw en 20 procent onderhoud en verbouwin gen. „We hebben opdrachten van 5000 euro en van 10 mil joen. Maar we hebben ze allemaal nodig." Want, niets zo grillig als de bouw, weet Martijn. „Als ze in de buurt van je bouwproject een zeldzame kikker vinden, kan de bouw maanden vertraging oplopen. Dat moeten we vervolgens met z'n allen betalen. Wat dat betreft vind ik de regelgeving in Nederland veel te ver doorgeschoten." „Als ze in de buurt van je bouwproject een zeldzame kikker vinden, kan de bouw maanden vertraging oplopen." Martijn woont met zijn vrouw en vier kinderen in het huis naast de zaak. Werk en privé kunnen op die manier gemak kelijk in elkaar overlopen. „Toch is dat iets waar ik bewust voor waak. Mijn eigen vader was in dat opzicht een minder goed voorbeeld. Hij heeft het me zelf gezegd: 'Martijn, doe het alsjeblieft niet zoals ik het deed'. Hij was vrijwel altijd aan het werk. Zowel 's avonds als 's zaterdags. Wat dan over blijft is de man die 's zondags het vlees komt snijden. Ik kijk wel uit! Bovendien, zo'n manier van werken haalt de rek eruit. We moeten hier regelmatig pieken en daar moet dan nog wel energie voor zijn. Dus, weekend is weekend." Die tijd is voor zijn vrouw en kinderen. Hij is vader van vier jongens, waaronder een tweeling van drie jaar. „Ge zondheidsproblemen binnen ons gezin hebben mij geleerd de zaken te relativeren. Het leven is veel meer dan werken alleen." In zijn vrije tijd lukt het hem overigens ook om tijd voor zichzelf vrij te maken. „Ik zit al van kinds aan op voetbal. Omdat ik niet heel veel tijd heb, speel ik nu bij het elftal van 'de derde helft'. Toch ben ik behoorlijk fanatiek. Staan we met 3-0 achter? Als de hoofden gaan hangen, dan ben ik extra gemotiveerd. Nooit opgeven voordat het fluitsignaal klinkt. Ja, ik ben een rasoptimist."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 105