wonen
M
5
3
■o
Plant een boom
voor het voetblad
Cietvloeren:
strak en praktisch
Je hoeft niet naar de bouwmarkt
Als u het geknaag en
gerasp aan uw hosta beu
bent, is hier een alternatief
Ir
Binnenhuisarchitecten zweren erbij en ook de
consument kiest steeds vaker voor een strakke
gietvloer. De van oorsprong industriële vloer
verscheen een kwart eeuw geleden voor het eerst in
de particuliere woning,
door Anja Sparidaans
PZC
Zaterdag 14 juni 2008
wonen@wegener.nl
024-3650509
TO
O
2
7\
rn
7\
De letterlijke vertaling van Podophyllum is 'voetblad',
een naam die jé onmiddellijk op het verkeerde
been zet. Want het blad lijkt helemaal niet op een
voet, maar eerder op een paraplu.
De Podophyllum is een plant uit een kleine familie die maar
zes soorten telt, vijfin Azië en één in het oosten van Noord-
Amerika. De laatste tijd lijken er wat nieuwe soorten bij te
komen, want uit China druppelen planten binnen die spre
kend op de Podophy llum lijken, maar onder de naam Dysos-
ma op de markt worden gebracht. Misschien om ook de
douane op het verkeerde been te zetten, want de planten
worden in China illegaal-verzameld.
De Noord-Amerikaanse soort heet Podophyllum peltatum.
De bladeren van deze plant komen in april als opgevouwen
parapluutjes uit de grond. Daarna ontwikkelt zich in mei
aan de bladstengel een witte bloem, die onder het blad
schuilt. Mayapple noemen de Amerikanen de plant, een
naam die verwijst naar de grote, citroengele, pruimvormige
vruchten die zich in de nazomer ontwikkelen. Er zijn in
Amerika veel namen voor deze plant, iets wat je vaker ziet
bij planten die al eeuwenlang als geneeskrachtig kruid wor
den gebruikt. Devil's apple, hog apple, Indian apple, umbrel
la plant, wild lemon en American mandrake zijn een paar
van de synoniemen.
De indianen hebben de Podophyllum lang als geneesmiddel
gebruikt. Van de wortelstokken trokken zij een drank die als
middel tegen wormen werd gebruikt. Ook wratten en vor
men van huidkanker werden door hen met voetbladextract
behandeld. Ook nu nog worden er geneesmiddelen
uit de Podophyllum gewonnen, onder meer tegen
wratten en slangenbeten. De vrucht van de Podop
hyllum is eetbaar, maar niet smakelijk.
De meest spectaculaire soorten komen uit de Hima
laya en China. De bekendste en best verkrijgbare
soort is Podophyllum hexandrum, soms aangeboden
onder de naam Podophyllum emodii. Zoals alle
Podophyllums maakt deze soort twee paraplu-
vormige bladeren per stengel. Daartussen verschijnt
de bloem, die in dit geval niet onder het blad schuilgaat,
maar duidelijk zichtbaar is. Pas als de bloem is uitgebloeid,
komt het blad tot volle wasdom. Dat blad moet je gezien
hebben om het te kunnen geloven: het is op een bizarre ma
nier gevlekt, geblokt en gemarmerd in allerlei tinten van
bruin, beige en groen. De rode pruim die in de nazomer ver
schijnt, is een toegift.
Een tamelijk recente introductie is Podophyllum Kaleidosco
pe, met rozerode bloemen die onder het blad schuilgaan.
Het gaat bij deze plant ook helemaal niet om de bloemen,
maar om het blad, dat een halve meter in doorsnede kan
worden. Dat blad is bovendien op de meest onwaarschijnlij
ke manier getekend met bruinrode, zilveren, zwarte en lila
strepen en ringen. Het is geen goedkope plant. U betaalt al
snel to euro of meer per stuk, maar
'Kaleidoscope' op een prominente
plaats in uw schaduwtuin, geeft ge
heid stof voor lange conversaties.
Wat zegt u, u heeft geen schaduw?
Plant dan onmiddellijk een boom, al
was het alleen maar om deze Podop
hyllum van schaduw te kunnen voor
zien. Alle Podophyllums zijn trou
wens schaduwplanten. Hun grote
blad doet dit al vermoeden. Ik heb
nooit gemerkt dat slakken van deze
planten eten, dus als u het geknaag
en gerasp aan uw hostablad beu
bent, is hier een alternatief.
Het loont dure planten zelf te ver
meerderen. Dat kan ten eerste door
zaad te winnen uit de pruimvormi
ge vruchten. Zaai het in een pot zo
dra u het uit de vrucht heeft gepeu
terd en laat die pot 's winters buiten
staan. Makkelijker is het de wortel
stokken op te graven in maart en
Podophyllum hexandrum. die te verdelen in stukken die ieder
foto Romke van de Kaa een groeipunt hebben.
jr--
-i
Peer Dobbelsteen (53)
koos in 1985 voor een
gietvloer in zijn achttien-
de-eeuwse woning in
Den Bosch. „Ik wilde
een strakke en praktische vloer
zonder naden en met een 'cleane'
uitstraling. Mijn broer 'deed' in
gietvloeren en die vond ik wel
mooi. Zo'n vloer in huis was rela
tief onbekend én gewaagd. Ik
kreeg er veel enthousiaste reacties
op."
Een gietvloer is een kunststof
vloersysteem op basis van epoxy
of polyurethaan. Dit wordt in
dunne lagen over bestaande vlak
ke ondervloeren gegoten en
vormt na uitharding een naadlo
ze, strakke en gekleurde laag.
„Mijn vader paste het 25 jaar gele
den toe, in eerste instantie vooral
om oude bedrijfsvloeren op te
knappen", vertelt Andriëtte Dob
belsteen van DRT Vloeren.
Inmiddels is de gietvloer in huis
een serieus alternatief voor hout,
tapijt, linoleum of tegels. „Voor
heen zag je deze vloeren vooral in
strakke interieurs, maar nu leggen
we ze steeds vaker in de klassieke
romantische inrichting", zegt
David Bols van Senso.
Ook de toepassing in huis wordt
breder. Behalve in de hal en woon
kamer, komt de gietvloer ook
steeds vaker terecht in de slaapka
mer, keuken of badkamer. Senso
heeft sinds kort ook een variant
voor op de wand. „Op die manier
kunnen vloeren en wanden van
bijvoorbeeld de badkamer in één
materiaal opgetrokken worden."
Andriëtte Dobbelsteen heeft wel
een verklaring voor de populari
teit. „Rond de eeuwwisseling
kreeg het minimalisme de Neder
landse woning in zijn greep. Een
voud overheerste en de kamers
waren sober van kleur en sum
mier ingericht met strak meubi
lair. De industriële uitstraling van
de gietvloer sloot daarbij perfect
aan. Het minimalisme heeft in
middels zijn langste gehad, maar
de gietvloer is nog altijd populair.
Dat hangt dan weer samen met
de vele positieve eigenschappen."
Peer Dobbelsteen, die zelf ontwer
per is, koos vooral voor de vloer
Het lijkt zo'n goed idee: via internet gebruiksvoorwerpen le
nen van iemand uit de buurt. Maar zo gemakkelijk als we
bij de buren aanbellen, zo huiverig zijn we nog steeds voor
internet. „We rijden liever 15 kilometer voor een schroef
je." Dat kan anders, meent Cees Zwart,
door Paul Ceerts
Onlangs nog bij de bu
ren aangebeld voor
kerriekruiden. Nodig
voor de maaltijd,
maar vergeten bij het
boodschappen doen. Geen centje
pijn. Aanbellen, drie eetlepels ker
rie door de stoofschotel en het pot
je kan terug.
Lenen van de buren is een feno
meen. De statafels van de buurtge
noten om de hoek gaan door de he
le wijk. Ook de thuistap van de
mensen op de hoek duikt overal
op. En de hoge ladder, nodig om
bijvoorbeeld afval uit de goot te ha
len? Daaraan heeft de hele straat
een bijdrage geleverd.
Cees Zwart uit Assendelft heeft
het systeem nu op internet gezet.
Hij is initiatiefnemer van de site
Hurenvanburen.nl, die sinds kort
in de lucht is. „Eerst heb ik in de
Zaanstreek een netwerkje opge
zet", zegt hij. „Nu probeer ik het
landelijk van de grond te tillen."
Zwart kwam op het idee tijdens
een verblijf in Vietnam. „Het viel
me op dat de economie daar nog
steeds zo regionaal georiënteerd is.
Ik zat in een vissersdorp. Daar zag
ik letterlijk de vis in de haven aan
komen en 200 meter verderop ge
consumeerd worden. Dat kennen
wij in ons land al lang niet meer."
Hans Wagenaar herkent het ver
haal. Vrijwel tegelijkertijd kwam
ook hij op het idee een site te lan
ceren. Medio vorig jaar ging Leen-
tjebuur.com in de lucht. Het idee
achter beide sites is gelijk. Particu-