spectrum 4 Ed, de man van het zaadje PZC Zaterdag 14 juni 2008 Wel plichten, geen rechten Een spermadonor is een man die zijn sperma doneert om onvruchtbare stellen, lesbische vrouwen en alleenstaande moeders aan een kind te helpen. Er is een verschil tussen een donor en een verwekker. Een donor doneert zijn sperma, dat vervolgens via kunstmatige inseminatie door de vrouw zelf of in het ziekenhuis wordt ingebracht. Met de daadwerkelijke verwekking heeft de donor niets te maken. Daarom heeft hij ook geen enkel recht als vader. Mits er, zoals bij Ed, een donorcontract aan ten grondslag ligt. Een donor heeft wel één belangrijke plicht. Sinds 2002 staat in de wet dat kinderen vanaf 16 jaar het recht hebben te weten wie hun biologische (donor)vader is. Hij moet zijn identiteit bekend maken als het kind dat wil. Een donor heeft geen omgangsrechten. Verloopt de spermadonatie via het ziekenhuis, dan krijgt de donor geen informatie over de vrouwen die zwanger zijn geworden van zijn zaad. Ouders worden ook niet geïnformeerd over de identiteit van de donor. De opkomst valt niet te gen, vindt Ed Houben zelf! Twaalf jongens en meisjes scharrelen deze zaterdag rond op een ter ras in zijn woonplaats Maastricht. Baby's en peuters zijn het nog. Voor wie Ed, om met de lesbische moeder Lise te spreken, 'niet meer is dan de man van het zaadje'. De ouders vinden de bij eenkomst dan ook spannender dan de kin deren. Lise: „Ik was vooral nieuwsgierig naar al die halfbroertjes en -zusjes. Zou den ze op mijn Matthijs lijken?" Ogenschijnlijk lijkt hoofdrolspeler Ed Hou ben zelf, voor de gelegenheid in T-shirt met opdruk van een zaadcel, nog het meest met de situatie op zijn gemak. Een babbeltje hier, een grapje daar. Voor alle jonge gasten een geel badeendje en een aai over de bol. Na de eerste kennismaking houdt de gezette Limburgse boerenzoon zich bewust afzijdig van de kinderen. „Het liefst zou ik ze allemaal knuffelen", lacht hij. „Maar ik ga zeker niet forceren dat ze bij mij op schoot komen zitten. Voor hen ben ik toch zoiets als de vreemde oom die ze de hand moeten schudden." Wel zoekt hij stiekem naar gelijkenissen. „Ik zie een paar kinderen met een streepje in de kin. Dat hebben ze van mij." Als je het Ed Houben vraagt, loopt er in Nederland geen enkele andere man rond met zoveel donorkinderen. In ziekenhui zen wordt een zaaddonor voor maximaal 25 zwangerschappen ingezet. Artsen rede neren dat kinderen op een zeker moment contact gaan zoeken met hun biologische vader. Ook daarom is zo'n aantal volgens artsen meer dan genoeg. Zaaddonoren als Ed Houben, die onder meer via internet met wensouders in contact komen, kun nen doneren zo vaak ze willen. Waar de grens ligt voor de Limburger? „De pensioengrens is wel in zicht", ver zucht Houben vanachter een saté met fri tes, daags voor de ontmoeting met een aantal van zijn donorkinderen. Steeds weer op de trein springen als er een ei sprong is. Telkens opnieuw spanning rond de zwangerschapstest. Die stress wordt Houben, in het dagelijkse leven stadsgids, langzaamaan wat veel. „Toch voelt het niet goed als ik nu stop", zegt hij. „Ik zou me de rest van mijn leven afvragen: waar om geen vijftig? Heel dom en basaal, maar ik kan dat gevoel niet veranderen. De vijf tig hoop ik nog te overschrijden." Dat het er zo veel zouden worden, had hij echt niet bedacht toen in 2003 de eerste vrouw zwanger raakte van zijn zaad. Sinds de wet in 2002 een einde maakte aan het anonieme donorschap, staan mannen be paald niet meer te springen om hun zaad beschikbaar te stellen. Een alarmerend krantenartikel over het 'gigantische tekort' aan donoren was voor Houben aanleiding wensouders te gaan helpen. Waarom? Hij wilde altijd al iets positiefs doen voor anderen, zegt hij. Maar hij is de eerste om toe te geven dat zijn motieven niet louter altruïstisch zijn. Zo was hij al tijd een verlegen jongen, zeker als het om vrouwen ging. Niet voor niets woonde hij tot voor kort thuis bij zijn moeder. „Als ik zelf geen gezin kan stichten, is dit mis schien een alternatieve vorm om toch kin deren na te laten, dacht ik. Mijn rol is be scheiden, ik lever alleen een potje met zaad in. Ik ben en voel me niet de vader, maar elke positieve zwangerschapstest is voor mij wel een geluksmoment." Het zaaddonorschap maakte hem ook ster ker, vindt hij. „Als je van wensouders steeds te horen krijgt dat je wél de moeite waard bent, ga je het vanzelf geloven." „Qua persoonlijkheid sprak Ed me meteen aan", zegt single moeder Carola (38). Bij gebrek aan een geschikte partner koos zij ervoor 'dan maar alleen voor een kind te gaan'. Ze zag Houben in het programma Rondom Tien en zocht contact. Een donor- Als je het zaaddonor Ed Houben (38) vraagt, kent Nederland geen enkele andere man met zo veel donorkinderen. In zes jaar tijd heeft hij er 45 op de wereld geholpen. Een aantal van deze halfbroertjes- en zusjes trof elkaar en donorpapa Ed voor het eerst in Maastricht. door Ingrid Beckers foto Rob Oostwegel/GPD vader via het ziekenhuis zag ze niet zitten, omdat dan de identiteit alleen bekend wordt gemaakt als het kind erom vraagt. Twee gesprekken gingen vooraf aan de uit eindelijke kunstmatige bevruchting. „Je gaat vooral op je gevoel af', zegt Caro la. „Het is een kwestie van wederzijds ver trouwen", vindt Lise. „Als Ed zegt dat hij gezond is, ga je ervan uit dat het klopt. Ik vertrouw hem. Hij ging ook heel respect vol met mij en mijn vriendin om." Alleen dat aantal. Vijfenveertig. Poeh, daar schrokken de mees te moeders wel van toen ze het hoorden. Lise: „Rond de ge boorte van Matthijs waren het er zeven. Dat vond ik toen al veel. Je wilt dat je kind uniek is en voorkomen dat hij verliefd wordt op een halfzusje." Houben: „Waar om mag kindje zeven wel leven en kindje veertig niet? En heeft moeder 46 dan geen recht op een kind?" Echt contact met de donorvader hebben de meeste wensouders sowieso niet meer. Ze stuurden een geboortekaartje en af en toe een foto of een mailtje over een eerste tandje of stapje. Eén kind ziet Houben el ke twee maanden. Aan zo'n intensieve band hebben de meeste ouders echter he lemaal geen behoefte. Eens per jaar een bij eenkomst als deze vinden ze prima. „Op die manier kunnen Matthijs en Ed geleide lijk een beeld van elkaar opbouwen", denkt Lise. Daarnaast vindt ze het leuk met andere ouders ervaringen uit te wisse len. „Je zit toch allemaal in hetzelfde schuitje." „Zolang Ed maar niet aan het hoofd van de tafel gaat zitten speechen", lacht Lor- een (37). Ze heeft lang getwijfeld of ze wel zou komen. Voor haar man ligt het alle maal nog gevoeliger dan voor haar, zegt ze. „Ik zie deze bijeenkomst als een eerste stap om onze zoon Bas straks de waarheid te vertellen." Welke rol donorvader Ed Houben voor zichzelf heeft bedacht? „Dat laat ik aan de ouders over", klinkt het diplomatiek. „Er gens zou ik voor al deze kinderen wel pa pa willen zijn, maar dat is niet realistisch. Zo nu en dan een beetje meekijken of het de kinderen goed gaat, vind ik al erg leuk." „Toe, geef Ed een zoen", spoort moeder Carola haar dochter aan bij vertrek. De man van het zaadje zakt door zijn knieën. Het meisje drukt een vluchtige zoen op zijn wang. „Dank je wel", zegt hij, „nu zal ik mijn wang nooit meer wassen." Om privacyredenen zijn de namen van de moeders en de kinderen in het artikel gefingeerd.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 134