osselsecl or
op zoek om te overleven
t
'Als het moet
kan ik wel
voor een baas
werken'
Zaterdag 14 juni 2008 19
gen van de ruimte die ervoor wordt gebo
den. Garnalenvissers in de Waddenzee
hebben al verzet aangekondigd tegen ver
lies van visgronden. En het gaat ook 'nog
maar' om experimenten. Het ministerie
van Landbouw komt eind dit jaar waar
schijnlijk met beleid, maar, tekent voorzit
ter Jos van Damme van de vissersvereni-
ging Yerseke aan, 'dat is al eens een jaar uit
gesteld'.
Een paar jaar geleden is nog een andere,
veelbelovende innovatie in gang gezet: het
kweken van mossellarfjes in broedhuizen.
Roem van Yerseke heeft in de Burenpol-
der in Yerseke een broedhuis, stichting
Zeeschelp heeft er één aan de Jacobahaven
op Noord-Beveland.
Roem van Yerseke en Zeeschelp hebben
elk veel energie in hun broedhuizen gesto
ken. Het zag er hoopvol uit. Het lukte om
mossellarfjes te produceren en levend te
houden met de juiste algen. Bij viskweke-
rij Neeltje Jans zijn met mosselbroedjes
van Zeeschelp ook nog hangcultuurmosse-
len gekweekt.
Maar, concluderen Pieter Geijsen van
Roem van Yerseke en Marco Dubbeldam
van Zeeschelp onafhankelijk elkaar, voor
het kweken van mosselen op gewone
kweekpercelen is mosselzaad uit broedhui
zen veel te duur en te kwetsbaar. Roem
van Yerseke en Zeeschelp zien wat dat be
treft veel meer toekomst in binnendijkse
kweek met mosselzaad uit het broedhuis.
Twee landbouwers op Sint Philipsland
Wim van Nieuwenhuizen (Zeeschelp) en
Marco van Dijke (Roem van Yerseke),
doen mee.
Het komt overigens niet alleen op techni
sche innovaties aan. Eén van de grootste
knelpunten in de mosselsector is het lage
kweekrendement. Eén kilo mosselzaad le
vert gemiddeld slechts 1,7 kilo mosselen
op. „Het langjarige gemiddelde zit zelfs op
1,3 kilo mosselen", weet Edwin Foudraine
van Prins en Dingemanse. Dat is onge
kend laag. Als een landbouwer zo'n rende
ment uit zijn pootgoed haalde, was hij bin
nen de kortste keren failliet.
De vergelijking met de landbouw is een
beetje flauw. Mosselkwekers kunnen hele
maal niet onder zulke gecontroleerde om
standigheden 'hun gewas' op laten
groeien als boeren. Ze gebruiken geen be
strijdingsmiddelen of kunstmest. „Het is
zelfs zo", vertelt mosselkweker Jos van
Damme, „dat wij geen krabben mogen
wegvissen. Het zou al heel veel helpen als
we korven met stukken vis op de percelen
mochten zetten, waar die krabben inkrui-
'Eén van de grootste knelpunten is
het lage kweekrendement. Een
boer zou er direct failliet op gaan'
pen. Vervolgens kunnen wij die korven
opvissen en de krabben ver buiten de
kweekpercelen loslaten." Zeesterren en ei-
dereenden eten ook mee en drukken het
kweekrendement omlaag.
Het kan wel beter, volgens Ronald de Vos
en Edwin Foudraine van Prins en Dinge
manse. Ze laten de kweekresultaten met
mosselzaad van hun invangsystemen zien.
„Dat heeft een groeivoorsprong ten opzich
te van bodemzaad", verklaart De Vos van
tevoren, „en we zaaien het uit op onze bes
te kweekpercelen." Het resultaat: één kilo
mzi-mosselzaad levert drie kilo consump
tiemosselen op. Oftewel in absolute pro
ductiecijfer: de 450.000 kilo mosselzaad
die in 2006 is ingevangen, heeft 1,5 mil
joen kilo consumptiemosselen voortge
bracht.
Mosselkweker Jos van Damme staat ervan
te kijken. „In de aanvoercijfers van Prins
en Dingemanse op de mosselveiling zie je
dat nog niet terug." Pieter Geijsen van
Roem van Yerseke kent de cijfers van
Prins en Dingemanse niet. Hij weet wel
dat in een recent officieel onderzoek naar
mzi's dezelfde getallen zijn gebruikt. „Het
is ontzettend jammer dat dit zo is gepubli
ceerd", stelt hij. „Je zou eruit kunnen aflei
den dat zaad van de bodem van de Wad
denzee op den duur niet meer nodig is.
Mosselzaad van mzi's kan een heel belang
rijke aanvulling op bodemzaad worden,
maar dat is het ook." Foudraine van Prins
en Dingemanse valt Geijsen bij. „Wij kun
nen evenmin zonder bodemzaad."
Wil de Nederlandse mosselsector zijn
marktpositie niet verliezen, dan is snel
een oplossing voor de mosselzaadcrisis no
dig. De mosselhandel in Zeeland impor
teert al jaren veel Duitse, Deense en Ierse
mosselen, maar de basis vormt de Neder
landse mosselproductie. En zonder mos
selzaad geen mosselproductie.
Ondanks alle tegenslagen is 'opgeven' een
woord dat zeker bij het overgrote deel van
de huidige generatie mosselkwekers niet
in het woordenboek lijkt voor te komen.
Hun familiebedrijven hebben al veel stor
men doorstaan.De overlevingsdrang is
groot. Neem Jos van Damme. Hij probeert
met vijf) zes collega's toestemming te krij
gen voor de import van Noors mossel
zaad. Ze moeten wel, omdat de voordeur
van hun winkel-in-verbouwing eind fe
bruari is dichtgetimmerd.
»8StftN
:vy.vy:;p
■■i
-
V"< iSP™*... .2 -Vi'
- s.
Invangsystemen voor mosselzaad van Prins en Dingemanse uit Yerseke in het Malzwin in de Waddenzee bij Den Helder.foto's Prins en Dingemanse
Joachim Schot: „De toe
komst zie ik somber in. Het
ziet er allemaal niet roos
kleurig uit. Maar samen
staan we sterk, denk ik dan
maar. Wat ik moet gaan
doen als het echt misgaat
met de mosselvisserij, daar
heb ik geen idee van. Maar
ik geef toe dat ik daar wel
stiekem over nadenk. Ik
ben nog jong. Maar dit is
toch niet wat je wil? Dit
was toch een heel gezonde
sector? Ja, als het moet zou
ik wel voor een baas kun
nen werken. Ik heb LTS me
taal gedaan en de visserij-
school in Stellendam. Nood
breekt wetten, toch?"
„Het gedoe met de zaadvis
serij heeft iedereen goed
wakker geschud. Ons is
langzaam de keel dichtge
knepen. Nu het zo ver is,
schiet iedereen wakker. De
bodemzaadvisserij moet
blijven, vind ik. Maar dat is
afhankelijk van onderzoek
en dat is pas in 2010 klaar.
Drie jaar geen inkomsten,
dat is toch ondenkbaar?"
„Zolang als ik in dit bedrijf
zit, is het al kwakkelen. De
ouderwetse mosselvisserij
van mijn vader en grootva
der heb ik niet meege
maakt. Een gezin onderhou
den, hoef ik nog even niet.
Dat zal er wel eens van ko
men, ja. Wie weet. Maar
kinderen? Da's een keuze."