U/ERKEN LnoaiItiBK
Spoorwegmachinist Jo van Leerzem (51) is al zijn
leven lang dol op alles wat zich gemotoriseerd
op wielen voortbeweegt. Toch werd hij
scheepsbouwer - om zich al na een paar jaar
volledig te bekeren tot rollend, in plaats van varend
materieel. 26 jaar alweer staat hij 'op de rails'.
Ook zijn zoon Kevin is behept met het spoorvirus.
Donderdag 12 juni 2008 1 5
in dienst ging bij Spoorflex. Sinds
1 januari van dit jaar werk ik er
fulltime. Heerlijk vind ik het. Het
goederenvervoer is voor een be
langrijk deel internationaal. Dat be
tekent in mijn geval dat ik veel op
grensstations rij. Venlo, Emme
rich, Bad Bentheim, dat soort
plaatsen. Over de grens rijden is
mij een brug te ver; dan moet ik
weer in de studieboeken duiken,
en daar heb ik geen zin meer in.
Ook in het goederenvervoer
schrijdt de techniek natuurlijk
voort; zo zoetjes aan worden de
diesellocs vervangen door elek
trisch, computergestuurd materi
eel. Daarop heb je als machinist
minder grip, het onderhoud
wordt meer en meer specialistisch.
Maar de vrijheid die je ervaart, en
de variatie, dat blijft. En daar doe
ik het voor. Trouwens, als er maar
wielen onder zitten is het voor mij
al gauw goed. Mijn zoon Kevin
van 25 is ook machinist bij Spoor
flex. We hebben natuurlijk altijd
wel wat te kleppen over het werk,
en voor je het weet gaat het alleen
nog daarover. Daar probeer ik voor
te waken, want mijn vrouw en ik
hebben nog 3 kinderen. Maar een
beetje trots ben ik natuurlijk wel."
Door Paula Koster
„Ik begon in Vlissingen, in 1981,
als rangeerder van passagiers-,
maar ook goederentreinen. Daar
liepen toen nog talloze raccorde-
mentsspoortjes, die de sporen op
bedrijfsterreinen vanaf de grens
van het bedrijfsterrein verbonden
met het nationale spoorwegnet.
Zo kwam je nog eens ergens, als
gewone sterveling. Bij scheeps
bouwbedrijf De Schelde bijvoor
beeld, en op de binnen- en buiten
haven. Op Middelburg reden we
ook, naar onder andere een staal
constructiebedrijf en een groothan
del in hout. Hartstikke leuk werk
was het, een beetje spannend ook
wel. Het materieel waarmee we re
den was log en zwaar, lekker ro
buust. De combinatie passagiers-
en goederenvervoer
maakte mijn werk heel afwisse
lend. Nee, bepaald geen 'rondje
om de kerk'. Maar door de toena
me van het wegtransport liep het
goederenvervoer over het spoor
vanuit Zeeland drastisch terug. Ik
besloot te solliciteren naar de func
tie van machinist, met als stand
plaats Roosendaal. De job die ik
toen kreeg was gewoon schitte
rend. Zoveel variatie, ook hier
weer goederen- en passagierstrei-
nen, door heel Nederland en ook
naar België. We reden toen nog
met posttreinen, of werktreinen
voor onderhoud aan het spoor.
Bielzen, grind, overwegbomen,
noem maar op. En allemaal 's
nachts. Machinist ben je niet van
de ene dag op de andere. Vijf jaar
duurde het opleidingstraject toen
nog, waarin ik van buffer tot buf
fer alles leerde van elk
type materieel waarmee ik reed."
„Na de privatisering van de Neder
landse Spoorwegen, in 1992, ging
de glans er toch een beetje af Het
begon ermee dat het postvervoer
per spoor verdween, toen ook de
PTT verzelfstandigde. Daarna
kwam er een splitsing tussen pas
sagiers- en goederenvervoer, en
moesten ik kiezen. Het werd het
passagiersvervoer, omdat ik anders
met mijn gezin naar Rotterdam
hadden moeten verhuizen. Maar
het bloed kruipt waar het niet
gaan kan; een paar jaar later kreeg
ik de kans om in mijn vrije tijd af
en toe te rijden voor goederenver
voerder Spoorflex, en die greep ik
met beide handen aan. Er bleek in
middels flink wat veranderd te
zijn. Voorheen was je als machi
nist uitsluitend bestuurder. Tegen
woordig ben je ook rangeerder en
wagenmeester, onderhoud je het
contact met de treindienstleiding
en de bedrijven waar je goederen
ophaalt of aflevert, zorg je dat de
papierhandel in orde is, enzo
voort. Het werk is veel zelfstandi
ger geworden."
„Het goederenvervoer is een com
pleet andere wereld. Je werkt er
met diesellocs, allerlei soorten
olie, het stinkt wel eens en je han
den blijven er niet altijd schoon
bij. Maar dat is voor mij nu juist
de charme. Het machinistenuni
form, met overhemd en stropdas,
kon ik fijn aan de wilgen hangen!
Als goederentreinmachinist ben je
veel meer betrokken bij de trein
zelf. Is er iets niet goed met de mo
tor van een dieselloc, dan hoor je
dat. En anders dan bij een elektri
sche trein, kun je daar vaak ook
zelf nog wel wat aan doen. Dan
zet je de trein op een zijspoor en
probeer je uit te vogelen wat er
loos is. Dat intensievere contact
maakt dat je je meer verbonden
voelt met het materieel. En je rijdt
veel meer ontspannen dan op een
passagierstrein, waar honderden
mensen achter je rug zitten, die
veilig en op tijd op hun plaats van
bestemming moeten aankomen."
Internationaal
„Het goederenvervoer beviel me
weer zo goed, dat ik op zeker mo
ment voor 40 procent