Realisme wint het van idealisme De doelstelling is om het EK te winnenDe kans dat het gebeurtis procentueel klein. Maar een sportman die naar een toernooi gaat, moet dat doen om te winnen Als net aangetreden bondscoach predikte hij nog dwingend en aanvallend voetbal. Bijna vier jaar later, met EURO2008 op het punt van beginnen, zijn de inzichten van Marco van Basten veranderd: „Het resultaat is altijd van primair belang." DONDERDAG 5 JUNI 2008 door Frans van den Nieuwenhof Met Italië, Frankrijk en Roemenië als tegen standers in de groepsfa- se lijkt de eerste ronde voor het Nederlands elftal meteen de zwaar ste horde op het EK. Marco van Basten is er niet bang voor. De bondscoach wil zijn laatste uitdaging met Oranje afsluiten met de Europese titel. Wat is uw doelstelling bij het EK? „De doelstelling is te winnen. Dat is een eenvoudige, maar ook zeer moeilijke doel stelling. Ik vind dat wij dat moeten nastre ven en denk dat de kwaliteiten daarvoor aanwezig zijn. We weten allemaal dat we dan de wind mee moeten hebben. Sportief gezien is het echter goed en juist om naar het EK te gaan met het idee om te win nen." Dat is straf „De kans dat het gebeurt, is procentueel klein. Maar een sportman die naar een toer nooi gaat, moet dat doen om te winnen." Kom je de zware eerste ronde door, dan kun je zeggen: alles is mogelijk. „Met name de eerste twee duels zijn enor me opgaven. Je speelt tegen de wereldkam pioen en de nummer twee van de wereld. Die moeten we zonder al teveel kleerscheu ren doorkomen." Bent u bezig met een toernooistrategie of fixeert u zich puur op de eerste wedstrijd tegen Italië van 9 juni „Beide. We moeten goed werken aan ons ei gen spel en alles wat daarbij komt kijken. Maar tegen Italië moet je, net als tegen Frankrijk, ook goed oog hebben voor je ei gen kwetsbaarheid. Dit soort landen willen graag inzakken en van daaruit counteren. Daarin moet je een goede middenweg vin den. Want als zij niks doen en wij doen niks, zijn wij dus niet gewend om niks te doen." Daar kunnen jullie niet mee omgaan? „Dat is lastig, dat is ons probleem. In Neder land heerst de mentaliteit van: 'we willen wat dóen, we willen ondernemen'. We zijn avontuurlijk. Dus ga je naar voren en wil je creëren. Óp het moment dat je risico neemt, speel je ze in wezen al in de kaart." Heeft de met 4-3 gewonnen oefenwedstrijd in en tegen Oostenrijk u veel geleerd? Toen stond er vaak een heel 'open' middenveld met een li nie van vier mensen voorin, die positioneel am per terugverdedigde. „In het begin ging het heel slecht, ja. Ook omdat de opbouw van achteruit een pro bleem blijft. Daar werken we aan, maar dat zal niet in één keer vlekkeloos gaan. Verder werden we afgetroefd op scherpte en fel heid, wat in een drukke periode voor al die spelers verklaarbaar is. Het positieve was dat de groep goed reageerde op de 3-0 ach terstand. De welwillendheid met elkaar sa men te werken, was groot. Zo werd na rust wél verantwoord risico genomen. Dat was leerzaam." Welke tactiek staat u voor ogen. Vroeg druk zetten of juist een wat teruggetrokken blok vormen? „Dat ga ik natuurlijk niet zeggen. In het al gemeen gaat het erom dat we geen kwetsba re indruk moeten maken. We móeten aan vallen, want anders ga je dingen doen die niet bij deze groep passen. In de kwetsbare momenten moeten we precies weten hoe we daarop kunnen anticiperen en ze kun nen voorkomen. Dus onze eigen kwetsbaar heid elimineren." Is het een dilemma dat de kracht van het team helemaal voorin ligt? „Ja. Daar zitten we allemaal mee. Kijk naar Manchester United. Die spelen voorin met Rooney, Cristiano Ronaldo, Tevez en Giggs. Dat loopt allemaal door elkaar heen. Die mogelijkheden hebben wij ook. De kern is dat we alert zijn op afvallende ballen en compact spelen, zodat counters worden weggehaald. Het moet niet zo zijn dat we op zulke momenten voor zekerheid kiezen en ondersteuning achterwege laten. Dat U begon vier jaar terug heel idealistisch aan deze klus. Heeft het vak van trainer u realisti scher gemaakt? „Ik denk wel dat ik opgeschoven ben naar meer realisme. Als bondscoach heb je een geringe invloed op het groepsproces. Min der dan bij een club. Dus moet je soms con cessies doen. Je kunt geen spelers selecteren en denken: die ga ik nog van alles bijbren gen. Dat zou ik wel willen en dat heb ik ook geprobeerd, maar de tijd daarvoor ont breekt. Je kunt een paar dingen aangeven en dan is het de vraag of het in die samen stelling werkt. Je moet dus meer naar de praktijk en dat is ook gebeurd. Ik kan wel van alles willen, maar je kunt niet vragen wat er niet inzit. Dan moet je voor een an der kiezen." Is dat proces richting realisme voor uzelf een teleurstelling, ook gezien uw eigen voetbalach tergrond? „Je leert gewoon omgaan met de situatie zo als die is. Het hoort erbij idealistisch te zijn. Maar je wordt soms gecorrigeerd door de praktijk. Het resultaat is altijd van primair belang." Als trainer hadden johan Cruijff en Arrigo Sacchi grote invloed op u. Waar zit u op de lijn tussen hen? „Dat kun je zo niet stellen. Zij waren club- coaches. Dit is een ander vak. Ik zeg nog steeds: wij moeten de bal hebben, moeten MARCO VAN BASTEN PASPOORT Geboren 31 oktober 1964 te Utrecht. Loopbaan als speler Ajax (1982- 1987,133 competitieduels, 128 doelpunten) en AC Milan (1987-1993, 147, 90). Stop te al in 1993 vanwege enkelblessure. Speelde 58 interlands en maakte daarin 24 doelpunten. Loop baan als trainer 2003-2004 Jong Ajax; 2004-2008 Nederlands elftal; Vanaf 1 juli 2008 Ajax. Per soonlijke erelijst Europees kampioen 1988; Europacup I 1989, 1 990; Europacup II 1987; Wereld beker 1989,1990; Europese Super Cup 1989,1990; Kampioen Nederland 1982, 1983,1985; Kam pioen Italië 1988, 1992,1993; KNVB-beker 1983,1986, 1987; Wereldvoetballer van het jaar 1988, 1992; Europees voetballer van het jaar 1988, 1989 en 1992. luistert allemaal heel nauw." Staat u een speelwijze als die van Manchester United voor ogen? „Ja. Daar hebben wij de spelers voor. Met onder anderen Van Persie, Sneijder, Babel, Robben, Van der Vaart, Van Nistelrooij, Huntelaar zijn de mogelijkheden groot." Hoe zorgt u ervoor dat de balans in de selectie intact blijft? „We hebben genoeg controlerende men sen. U vindt niet dat de defensief-controlerende kracht te gering is? „Tien verdedigend ingestelde spelers noem je bij ons minder makkelijk op dan tien aan vallers, dat klopt. Maar de verdedigers die we hebben, zijn internationale topspelers die in grote ploegen spelen. Bovendien heb ben we met deze verdediging op het WK goed gepresteerd. De 'nul' tegen Servië en tegen Argentinië, één doelpunt tegen Ivoor kust en Portugal. Dat is niet iets waarvoor je je hoeft te schamen." Er is veel kritiek op u geweest. Bent u daar door te raken? „Ik hoor het. Ik probeer er nuttige informa tie uit te halen en vervolgens te bepalen: we gaan linksaf of rechtsaf." voetballen. Maar je kiest ook voor een aan pak, voor spelers waarmee de kans op win nen het grootst is. Bij Sacchi was de organi satie, het verdedigende net zo belangrijk als het aanvallende. Daaruit pak je dingen op." Toch lijkt het dat de Italiaanse werkwijze op u veel minder invloed had. U maakte keuzes die niet aansluiten bij de Italiaanse sportbeleving. „Maar onze resultaten zijn heel erg Itali aans! Natuurlijk geef je aan dat je op een be paalde manier druk wilt zetten, dat je ge controleerd wilt aanvallen, dat je in een blok wilt spelen. Het komt er alleen niet al tijd uit. Simpelweg omdat de mogelijkhe den om dat te trainen, te herhalen en te be spreken veel minder zijn. Als clubcoach kun je daar veel meer uithalen. Maar dan nog: ook bij een club zitten de wedstrijden zo dicht op elkaar, dat de beperkingen te genwoordig heel groot zijn." Tegen Italië stuit u op uw oude ploegmaat Ro berto Donadoni. In hoeverre is zijn benade ring van het voetbal anders dan de uwe? „Roberto is ook een type die zijn ploeg wil laten voetballen, maar tevens heel erg ge fixeerd is op winnen. Als het hard moet, speelt hij het hard. Zij hebben geen puur Italiaanse ploeg. Het kan zomaar een heel leuke wedstrijd worden. Als je dit Italië ver gelijkt met het team dat wereldkampioen werd, zie je nu een fris elftal dat naar voren wil. Best een mooi en goed elftal." Wat is uw beeld van Frankrijk? „Frankrijk is veel stugger. Fysiek heel sterk ook. Het Franse voetbal kenmerkt zich echt door het niet willen verliezen. Dat wordt een zeer lastige wedstrijd. Italië is sowieso niet makkelijk, maar Frankrijk is veel meer in staat om niet te willen voetballen dan Ita lië." Roemenië wordt door de buitenwacht over het hoofd gezien. „Ja, die indruk krijg ik ook. Roemenië ken nen we, dat is een groot voordeel. In de vo rige kwalificaties hebben we twee keer ge wonnen, een keer gelijkgespeeld en een keer verloren. Die laatste twee uitslagen kwamen niet helemaal overeen met het wedstrijdverloop, vind ik. Maar ze blijven ontzettend moeilijk te verslaan." Even over uw periode bij AC Milan en het EK van 1988. Is het voetbal veel veranderd in twin tig jaar tijd? „De wereld, de sport en dus ook het voet bal is snel veranderd. Nu speelt de wereld top in Engeland. Daar werd vroeger veel 'opener' gevoetbald. Nu is de ruimte om te voetballen heel beperkt. Daardoor zie je op een stuk veld van 20, 30 meter nét voor het strafschopgebied een cordon van negen fy siek sterke spelers die een blok vormen. Die blokken schuiven heel snel over het veld. Probeer daar maar eens doorheen te ko men! „Als je dan onderschept wordt, volgt er een razendsnelle counter. Met vijf, zes man. Dat vergt heel veel fysieke kracht én voor aan vallers een enorme goede techniek, veel handelingssnelheid en inzicht. In het verle den waren die ruimtes groter, was fysiek minder belangrijk en konden spelers mak kelijker handelen. Die ontwikkeling zet zich door: over pakweg tien jaar is het nog moeilijker. Dus heb je nóg completere spe lers nodig." Hoe anticipeer je daarop als Nederlandse club? „Dat is moeilijk. Onze beste spelers worden meestal op jonge leeftijd weggekocht. Ze spelen twee jaar op een goed niveau in Ne derland en zijn weg. Daardoor kunnen on ze verdedigers zich moeizamer ontwikke len, want die krijgen maar heel korte tijd te maken met topaanvallers. Als je jonge crea tieve spelers als Kalou, Sneijder, Babel, Rob ben en Van der Vaart langer kunt vasthou den, wordt het voetbal daar sterker van en kan de competitie zich ontwikkelen. De spelers in Nederland maken elkaar niet meer beter. Ze leren niet zich te weren te gen topaanvallers." U bent straks vier jaar bondscoach geweest, Oranje plaatste zich twee keer voor een groot toernooi. Hoe was die periode voor u persoon lijk? „De eerste twee jaren waren vrij makkelijk en prettig. Alles was vrij positief De laatste twee jaren was er veel negativiteit, die wa ren wat moeilijker. Aan de andere kant was het begin moeilijker dan het einde omdat alles nieuw was voor mij. Ik denk dat ik dit vak in de vingers heb, dan doel ik op mijn werk als bondscoach. Of ik het trainersvak in zijn geheel beheers, moet blijken. Wer ken bij een club is totaal anders. Ik kan niet zeggen hoe ik daarin zal functioneren."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 74