Amateurs hebben hart voor
Buitengebied
Dakpan van Nehalennia
1 4 Dinsdag 3 juni 2008 PZC
In de periode na het jaar 300 na Christus verdween een complete
tempel van de inheemse Romeinse godin Nehalennia in de Schaar
van Colijnsplaat. Sinds 1999 is een groep Vlaamse amateur-archeolo
gen van de Landelijke Werkgroep Archeologie Onder Water bezig
de zeebodem, waar de tempel in de golven verdween, in kaart te
brengen. Het afgelopen seizoen werd er onder leiding van U. Ster-
kendries meer dan zeventig keer gedoken. De vondst van een grote
houten balk, die nog stevig verankerd was, geeft aan dat delen van
de Nehalenniatempel in hun geheel naar de bodem van de Ooster-
schelde zijn afgegleden.
De vondst van een dakpan wordt door archeologen zeer bijzonder
genoemd. De dakpan is in een hoek van 45 graden afgezaagd. Dak
pannen, die op deze wijze werden bewerkt, zijn gebruikt op gebou
wen met een schilddak. Meestal kwam zo'n dak voor op een zuilen
galerij, die rond de kern van een tempel liep. Op basis van de
vondst van de dakpan kan worden aangenomen dat Colijnsplaat
zo'n soort tempel had. Een replica van de tempel staat sinds 2005
bij de haven van Colijnsplaat.
die de mogelijkheid boden de vaar
weg met een ketting af te sluiten.
De toren werd begin zestiende
eeuw al afgebroken. Uit het onder
zoek zes jaar geleden bleek dat de
fundamenten een meter onder het
maaiveld lagen. Veilig, geen zorgen
over een mogelijke beschadiging,
concludeerde iedereen. Tot het per
ceel vorig jaar geploegd werd. Ama
teur-archeoloog Jean Pierre Schou-
tens ontdekte dat de fundamenten
van de toren op 30 centimeter
diepte lagen en dus bij het ploe
gen werden blootgelegd en bescha
digd. Hij liet bij de archeologische
dienst van Van Dierendonck alle
alarmbellen rinkelen en in overleg
met de gemeente Sluis en de pro
vincie werd in allerijl besloten het
perceel te beschermen. „De ont
dekking van een amateur leidde
binnen de kortste keren tot de ul
tieme actie van onze dienst: het
perceel werd aangewezen als ar
cheologisch monument", aldus de
provinciaal archeoloog.
Het verdronken land van Rilland
is een ander voorbeeld waar de in
zet van vrijwilligers hooglijk
wordt gewaardeerd. Als gevolg van
de verdieping van de Westerschel-
de spoelen daar zogenaamde veen-
putten of moerneringsputten
Hoe en waar zijn de amateurs van
belang? Van Dierendonck maakt
onderscheid tussen de officieel
aangemelde onderzoeken en de
onaangekondigde opgravingen.
Als een gemeente of provincie er
gens gaat graven en bouwen, ligt
er een wettelijke meldingsplicht
en wordt er altijd onderzoek ge
daan. Dat gebeurde bijvoorbeeld
bij de plannen voor bosaanplant
bij Oostkapelle, een jaar of drie ge
leden. Uit onderzoek bleek dat er
sporen te vinden waren van een
nederzetting en een akkerbouw
complex uit de Ijzertijd en de Ro
meinse tijd. Die locaties werden
vervolgens als archeologisch monu
ment aangewezen en uiteraard
niet beplant. Bij dit soort opgravin
gen zijn de amateur-archeologen
volgens Van Dierendonck de han
den en voeten van zijn dienst, ze
Stadsgewicht uit Axel, 16-17e eeuw.
verlenen daadwerkelijk hand- en
spandiensten bij het spitten en on
derzoeken.
Als het gaat om meldingen spelen
de vrijwilligers een compleet ande
re rol. Dan zijn ze - in de woorden
van de provinciaal archeoloog - de
ogen en oren van de professionals.
Een sprekend voorbeeld is wat
hem betreft de Toren van Bourgon-
dië bij de kern Sluis. In 2002 toon
de een onderzoeksbureau in op
dracht van de gemeente de ligging
aan van de vijftiende eeuwse to
ren. De Franse hertog Jan van
Bourgondië liet het verdedigings
werk bouwen om de toegang van
het Zwin naar Brugge en Sluis te
kunnen beheersen. In de slikken
werden paalwerken aangebracht,
Crijpskerke, onderzoek van een rituele offerkuil circa 200 voor Christus.
Archeologen proberen de sporen van vroegere bewo
ners in kaart te brengen en te bewaren. Scherven,
boomresten, skeletten, afval, verdwenen boerderijen
en dijken, elk overblijfsel vertelt een eigen verhaal. Dat
verhaal wordt in Zeeland opgespit met hulp van een le
gertje vrijwilligers. Zij zijn de amateur-archeologen, die
samen de ogen, oren, handen en voeten van de profes
sionals zijn. Zaterdag wordt er voor hen in Goes een
speciale dag georganiseerd.
door Jan van Damme
Robert van Dierendonck
zegt het behoedzaam. Zon
der amateur-archeologen
zou het Verleden van Zee
land veel minder goed in kaart
kunnen worden gebracht.
Dat is een compliment. Sterker
nog: zo'n uitspraak geeft aan dat
de vrijwillige bodemonderzoekers
een cruciale rol spelen. Van Dieren
donck is als provinciaal archeoloog
werkzaam bij de Stichting Cultu
reel Erfgoed Zeeland (SCEZ) en is
dus zelf een professional. In totaal
zijn er in Zeeland - inclusief depot
beheerder en documentalist - ne
gen professionale archeologen ac
tief
Verder staan er ongeveer honderd
twintig vrijwilligers geregistreerd.
Van hen trekt de helft er regelma
tig op uit, al dan niet met metaal
detector. Zij zijn actiefin alle de
len van de provincie, zij het dat
Schouwen-Duiveland en Tholen
relatief onderbedeeld zijn.
Amateur-Archeologen Dag
De negende Zeeuwse Ama
teur-Archeologen Dag wordt za
terdag 7 juni gehouden in de
Grote Kerk van Goes; ont
vangst vanaf 10 uur.
Deelname kost 7,50 euro; op
gave kan nog vandaag en mor
gen bij Stichting Cultureel Erf
goed Zeeland (SCEZ) in Middel
burg 0118 670885.
y Sprekers zijn: provinciaal ar
cheoloog drs. Robert van Die
rendonck, mevr. dr. Maaike
Groot van de Vrije Universiteit
Amsterdam, prof. Peter Hende-
rikx en Arco Willeboordse van
het Gemeentelijk Archeolo
gisch Museum in Aardenburg.