Panorama en caleidoscoop in 'De geschikte jongen' i5 spectrum De verboden vraag PZC Zaterdag 31 mei 2008 door Jaap Goedegebuure illustratie Martien Bos Van een huwelijk komt een hu welijk, zegt de Nederlandse volksmond. De Indiase au teur Vikram Seth (geboren in 1952), die zoveel van Neder land weet dat hij moeiteloos citeert uit Th. H. van de Veldes befaamde seksuele voorlichtingsboek anno 1926 en Jacob Cats' adviezen aan trouwlustigen uit het jaar 1625, had dit spreekwoord zonder veel moeite kunnen meegeven aan zijn ki- lozware en vuistdikke roman De geschikte jongen. Deze breed uitgesponnen geschie denis neemt immers zijn uitgangspunt bij een huwelijksfeest en eindigt er ook mee. Voor zijn motto, of liever gezegd motto's, is Seth niet te rade gegaan bij Neerlands culturele geheugen, maar bij een eerbied waardige Franse schrijver. Van de achttien- de-eeuwer Voltaire citeert hij twee elkaar uitsluitende aforismen. Het ene luidt 'Wie saai wil zijn, moet alles zeggen', het andere 'Het overbodige is onontbeerlijk'. Het lijkt alsof Seth zich daarmee heeft wil len indekken tegen het verwijt van lang dradigheid. Want eerlijk is eerlijk: De ge schikte jongen is niet alleen een lijvige, maar ook buitengewoon gedetailleerde roman. Na lezing van de bijna 1.400 pa gina's ben je uitstekend geïnfor meerd over de politieke en maat schappelijke geschiedenis van het India ten tijde van de eerste ja ren onafhankelijkheid (eind ja ren veertig, begin jaren vijf tig), over de hindoeïstische praktijk van uithuwelijken en trouwen, over de status en de functie van saki's (gecultiveer de en niet zelden artistiek be gaafde luxe-prostituees), over de fa bricage van schoenen, over talen als het Ur du, Hindi, Bengali en Sanskriet en zo nog wel een handvol onderwerpen. Hele hoofdstukken zijn niet anders dan het woordelijke verslag van een of ander parle mentair debat, andere gedeelten bevatten minutieus genotuleerde Smalltalk. Met zijn panoramische en caleidoscopi sche karakter sluit De geschikte jongen aan bij de negentiende-eeuwse traditie van de burgerlijke roman, zoals die zich glorieus Vikram Seth heeft gemanifesteerd in Thackeray's Vani ty Fair, Tolstoi's Oorlog en vrede en Coupe rus' Boeken der kleine zielen. Net als zijn voorgangers wilde Vikram Seth een com plete wereld oproepen, maar dan wel bin nen het bestek van een familiehistorie en begrensd in tijd en ruimte. Zo'n opzet heeft tot gevolg dat het per soonlijke per definitie politiek is en de poli tiek een kwestie van particulier belang. Om een kenmerkend voorbeeld te geven: Lata, de ongehuwde dochter die moeder Rupa Mehra desperaat wil koppelen aan een passende (dat wil zeggen uit dezelfde kaste afkomstige, hindoeïstische en niet al te donker getinte) man, wordt tegen ma ma's wensen in verliefd op een moslimjon gen en raakt daarmee betrokken in de reli gieuze controverses die tot de dag van van daag de Indiase natie en haar verhouding tot buurland Pakistan bepalen. Ander voorbeeld: Mahesh Kapoor, de schoonvader van Rupa's andere dochter Savita (met wier huwelijk de roman be gint), is als minister verantwoordelijk voor een wet die de macht van de grootgrond bezitters moet beteugelen. Deze hoedanig heid bepaalt zijn omgang met andere hoofdrolspelers, maar omgekeerd spelen zijn familieomstandigheden weer een rol bij de uitoefening van zijn ambt. Hoe divers het thematische spectrum ook mag zijn, liefde, erotiek en seks domineren hier de handeling. Behalve Lata's aandeel is het vooral het optreden van Manesh Ka- poors zoon Maan dat de aandacht trekt. Deze flierefluitende nietsnut verslingert zich met fatale gevolgen aan de courtisane Saeeda bai, die niet alleen met haar fysieke charmes, maar ook met haar vertolking van het klassiek-Indiase liederenrepertoire mannen op de knieën dwingt. Deze verhaallijn weet Vikram Seth uiterst vaardig om te toveren tot een gepassio neerde geschiedenis volgens romantisch recept, daarmee verradend hoeveel hij heeft opgestoken van zijn belezenheid in de klassieke westerse literatuur, het genre van de keukenmeidenroman inbegrepen. Dat laatste punt brengt ons meteen bij de kwaliteit van dit epos. Hoe boeiend het in bepaalde episoden en op onderdelen ook mag zijn, je wordt toch regelmatig bekro pen door het gevoel dat je dit allemaal wel eens eerder hebt gelezen en niet zelden ook beter. Wat af en toe zelfs stoort, is de neiging alles uit te leggen en het publiek te laten weken in een bad van sentiment, op dat de zakdoeken niet droog hoeven te blij ven. Toch: ben je eenmaal door de eerste paar honderd bladzijden heen en heeft de ver teller je in zijn greep, dan wil je aan zijn hand ook meewandelen naar de ontkno ping, die zowaar een dubbele en nogal ver rassende climax bevat. En een dosis milde levenswijsheid die je verzoent met de tragi sche kanten van dit verhaal, dat in zijn breedte wel wat weg heeft van het mense lijk bestaan als geheel. rri Vikram Seth. De geschikte jongen. Vertaald door Christien jonkheer en Babet Mossel. Uitgave G.A. van Oorschot, 1.376 pag., 49,90 euro. JEUGDBOEK door Jan Smeekens Michael Morpurgo Illustraties Michael Foreman. Uitgeverij Arena. 72 pagina's 14,95. Vanaf 10 jaar. mdat Paolo zijn moeder meedo genloos aan het hoofd was blij ven zeuren, had ze hem tenslotte zijn zin gegeven: 'Als ik je de viool laat zien, beloof je dan dat je ophoudt met je ellendige vragen? En je mag nooit aan papa vertellen dat ik de viool heb laten zien. Dan zou hij heel boos worden. Beloof het.' De verboden vraag van Michael Morpurgo is een boek dat alles mee heeft om opgepakt te wor den. Het verleidelijk kleine formaat, als was het een miniprentenboek, en de wondermooie om slagillustratie door Michael Foreman maken weerstand bieden welhaast onmogelijk. Het bin nenwerk is al even fraai. Schutbladen voorin, met links de opkomende zon boven een stad aan het water, achterin het silhouet van dezelfde stad kort voordat rechts de zon zal ondergaan, daartussen op geglansd papier tientallen illustra ties in waterverf, bij een tekst die ruim in het wit staat. En het verhaal? Tsja, eigenlijk diende alles hier tot maar één doel: vermijden daarover te moeten beginnen. Om dezelfde reden als waarom de Nederlandse uitgever er kennelijk al les aan heeft gedaan niets op voorhand te ver klappen. Vertaalster Jenny de longe blijft dus ver van de oorspronkelijke titel en ook de illustratie op de voorkant is een andere dan die op de En gelse uitgave. Het verhaal begint met een journaliste die van haar baas opdracht krijgt 's werelds beroemdste violist Paolo Levi thuis in Venetië te intervie wen. De musicus heeft jarenlang elk interview geweigerd, maar blijkt eindelijk bereid tot een ge sprek. Op voorwaarde dat hem niet de verboden vraag gesteld wordt, want: 'Als je dat wel doet, blaast hij waarschijnlijk het hele interview af, dat heeft hij eerder gedaan'. Zonder te weten waar ze niet naar mag vragen, flapt ze er de eerste de beste vraag uit die in haar opkomt: 'Signor Levi, zou u mij willen vertellen hoe het allemaal is begonnen? Ik bedoel, waar door greep u voor de eerste keer naar een viool?' Dan vertelt Paolo haar hoe hij als jongetje van 9 ontdekte dat zijn ouders een tragisch geheim deelden met elkaar, maar ook met de straatmuzi kant die ze twintig jaar na de oorlog voor het eerst terugzagen en van wie hijzelf in het ge heim al een tijdje vioolles kreeg. In zoetvloeien de zinnen lezen we het schokkende verhaal over de 'dodelijke schijnvertoning' waarvan zijn ouders en Benjamin Horowitz ooit deel uitmaak ten en waarin ze terugvochten met het enige wa pen dat ze hadden, hun muziek. Tegelijkertijd is wat zo lang verzwegen werd over hoe ze onder de allerergste verschrikkingen 'samen leefden, bijna samen stierven en hoe ze gered werden door de muziek' ook een van de gelukkigste verhalen die je ooit zult horen. Een pareltje, één uit duizend.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 113