De eeuwige
terreur in
Baskenland
spectrum 8
Great job!
PZC
Zaterdag 31 mei 2008
STANDPLAATS
door
Frank Hendrickx
Mijn teamgenoten op de bank
geven me high fives. „You did
great", zegt coach Steve. Ik
neem beduusd plaats op de re
servebank. Gaf ik net niet een waardeloze
pass? Kwam ik niet vaak een paar stappen
te laat? Was dat schot op doel niet een gê
nant rollertje? Sonny, die naast me zit, ziet
het anders. „Great effort, Frank." Geweldi
ge poging. Zo kun je het ook bekijken.
Het blijft wennen: dat blijmoedige Ameri
ka. Mijn dochtertje neemt het ook al over.
„Great job!", zegt ze te pas en te onpas. Ei
tje gekookt? Great job, papa! Van een nega
tief zelfbeeld zal ze hier niet snel last krij
gen. „Het moeilijke doen we vandaag, het
onmogelijke moet tot morgen wach
ten", wil een Amerikaans gezegde.
Amerikanen zaten al vol zelfvertrou
wen voordat ze bestonden. De Puri
teinen die in 1620 naar de Nieuwe
Wereld trokken, waren er in hun reli
gieuze vastberadenheid heilig van
overtuigd dat ze in de wildernis een
modelstaat gingen bouwen. Tijdens
de barre tocht over de oceaan schreef
John Wintrop al doodleuk: 'Alle
ogen zullen op ons gericht zijn. We
zullen een stad op een berg zijn'. Er
was nog geen kippenhok gebouwd.
Optimisme is er nog steeds. Iemand
als Barack Obama staat in een lange
traditie van hoopvolle Amerikaanse
leiders. „Deze grote natie zal opbloeien en
zal welvarend zijn", zei Franklin D. Roose
velt midden in de diepe depressie. „Onze
beste dagen liggen nog voor ons", bezwoer
Ronald Reagan na de deprimerende jaren
zeventig. „De ware genialiteit van Amerika
is dat haar inwoners volharden in kleine
wonderen", zo valt Obama nu bij.
Europeanen kijken sceptisch toe, ook dat
is traditie. Ik vraag me in Amerika regelma
tig af waar zelfvertrouwen eindigt en zelf
bedrog begint. Ik vertel het de mensen
hier niet, maar iemand die de Amerikaan
se droom wil verwezenlijken, kan beter
naar Europa verhuizen. Een armoedzaaier
heeft in de VS veel minder kans om op te
klimmen dan een lotgenoot in Scandina
vië. Dat blijkt uit de kille cijfers, maar de
Amerikaanse droom gaat niet over kille cij
fers.
De mythe creëert een eigen werkelijkheid.
Amerikanen gaan minder gebukt onder de
grote inkomensverschillen dan andere vol
keren. Dat er verschrikkelijk rijke mensen
zijn, bewijst alleen maar dat de Amerikaan
se droom verwezenlijkt kan worden. De
armen hebben hun lot vooral aan zichzelf
te wijten. Iemand die echt wil, kan immers
alles bereiken in het land van de onbe
grensde mogelijkheden.
Ik was vroeger verbaasd als mensen ge
transformeerd terugkeerden na een ver
blijf in VS. Opeens hadden ze ook de
'can-domentaliteit'helemaal overtuigd
dat alles mogelijk is. Geen ambitie was te
groot, geen plan te gewaagd. Iemand die
naar oud-Nederlands gebruik zat te kla
gen, kreeg van de herboren Amerikaan
een peptalk over zich heen. Je kunt het!
Nu begrijp ik die transformatie. Het Ameri
kaanse optimisme werkt aanstekelijk. Eer
lijk is eerlijk, na het zoveelste compliment
van teamgenoten ga ik ook langzaam den
ken dat het zo slecht nog niet is wat ik laat
zien op het voetbalveld. Ik vergeet ge
woon even dat de tegenstander Hangover
City heet. Het passen gaat nog best goed
en het koppen ook. Dat verwoestende
schot komt er aan, net als die dodelijke ver
snelling.
Als ik 's ochtends wakker word met stijve
ledematen en allerlei onverklaarbare pijn
tjes, weet ik pas weer beter. De jaren begin
nen duidelijk te tellen. Gelukkig is mijn
dochtertje er nog als ik een eitje heb ge
kookt. „Great job, papa!"
Houdt het nooit op in Baskenland? Steeds als
er hoop op vrede gloort, vliegen de bommen
van het laatste Europese terreurbolwerk ETA
weer in het rond. „Ze zeggen op te komen
voor de werkende man, maar vernielen onze
banen."
tekst en foto's Henk van den Boom
W
BASKENLAND
oensdagavond half
acht. Mannen en vrou
wen joggen, fietsen en
skeeleren over de 3 kilo
meter lange Paseo Mari-
timo van Getxo, gemeente in Spaans Bas
kenland. Mobieltje in de hand, iPod in het
oor, blik op oneindig. Allemaal net iets te
fanatiek. Bij het clubgebouw van de zeilve
reniging wordt de weg versperd door een
politieafzetting en moeten ze omkeren.
„Wij Basken zijn anders. Wij zijn het
oudste volk van de wereld." Vanaf een van
de vele bankjes langs de boulevard aan
schouwt hij elke avond goedkeurend de in
spanningen van zijn medeburgers. Zijn
naam houdt hij liever voor zich, zoals veel
Basken die aangesproken worden over de
situatie in hun 'land'. „Zeg maar Joan."
Zijn leeftijd wil hij wel kwijt, 77 jaar.
We kijken uit op de ravage van het vier
verdiepingen hoge clubgebouw, dat een
paar dagen ervoor door een autobom van
de ETA werd vernield. De politie is nog be
zig met het sporenonderzoek. Het is de
achtste keer in tien jaar dat dit chique fo
rensendorp, 10 kilometer van Bilbao, het
doelwit werd van de Baskische separatis
ten. De balans ditmaal: één dode, tiental
len gewonden en miljoenen euro's schade.
„Sommige dingen van de ETA zijn goed,
andere slecht", is het raadselachtige com
mentaar van de oude man. Wat vertelt hij
zijn kleinkinderen als die vragen wat er is
gebeurd? „Daar praten we nooit over, dat
is de verantwoordelijkheid van hun va
der."
Net als veel Basken vindt Joan dat Basken
land beter af is als het onafhankelijk wordt
van Spanje. Het zit hem dwars dat hij geen
Baskisch kan praten met zijn kleinzoon.
„Ik leerde het nooit omdat het onder Fran
co verboden was onze eigen taal te spre
ken. Dankzij de ETA mag dat nu wel."
Veel Basken vinden dat Baskenland beter af zou zijn als het onafhankelijk werd van Spanje.