Eens Zeeuw, altijd Zeeuw
Óm um&aai - tim ombaat
l6 Donderdag 29 mei 2008
door Jan van Damme
fotografie Martine Stig
Als Zeeuw heeft hij wel iets met luctor et emergo. Worstelen en weer bovenkomen. Jan
Peter Balkenende staat nu zes jaar aan het roer van de BV Nederland, hij leidt zijn vierde
kabinet. Deze keer geen verhaal over de politieke arena waar hijgerige opposanten pun
ten willen scoren. We hebben het over zijn fiets, waarop hij van Biezelinge naar school in
Goes reed. Een groene Peugeot, met sportstuur en een derailleur met vijf versnellingen.
"Tf" e kunt niet zomaar op de zitbank in
I het Torentje van het Catshuis in Den
I Haag ploffen. De premier mag dan
I knopen doorhakken in het landsbe-
m lang, uiteindelijk is het de portier in
F zijn glazen hok die welwillend moet
Knikken. We passeren een doorzichtige
sluis, waar iedereen met het oog op mogelij
ke explosieven en wapens wordt doorge
licht. Nog een gang, nog een tussenkamer,
en de minister-president opent de deur van
zijn werkvertrek. Hij wijst uitnodigend naar
de zithoek met uitzicht op de hofvijver. Ja,
hij heeft zijn eigen meubels ingebracht. Die
van zijn voorganger Wim Kok waren zo ver
sleten, dat je na verloop van tijd onderuit
gleed.
Vertel uw verhaal, het idee spreekt hem aan.
Over zijn jeugd, waaraan hij scherpe herin
neringen heeft. Aan Biezelinge, zijn geboor
tedorp. En aan Kapelle, aan de andere kant
van het spoor, waar hij naar school ging.
Aan meester De Jager, de hoofdonderwijzer,
en juffrouw Quakkelaar uit de tweede. Zij
schrijft hem af en toe nog wel eens een
brief. De padvinderij bij de Ridder Van Der
Maelstedegroep met een buitengewoon aar
dige akela, tennis op de privé-baan van Van
der Have. En judo: „Ik was destijds nogal ge
grepen door het verhaal Reis door de Nacht,
het bekende boek van Anne de Vries over
de Tweede Wereldoorlog. De hoofdpersoon
zat op jiujitsu. Precies in die tijd was er in
eens sprake van de komst van een judo
school naar Kapelle. Ik las de advertentie in
de krant en zei tegen mijn moeder: nu kan
ik op jiujitsu. Mijn moeder dus bellen, maar
jaah, werd er gezegd, je moet eerst leren ju
doën voordat je die overstap kunt maken.
Toen ben ik op judo gegaan. Tot en met de
oranje band. Je had ook Zeeuwse kampioen
schappen. Ik heb die meer dan eens gewon
nen, maar dat kwam omdat ik de enige in
mijn gewichtsklasse was."
Hij noemt zijn sportieve jeugd tekenend. Er
was thuis ruimte, er was stimulans. Zijn één
jaar jongere broer Roland had iets met mu
ziek en mocht op pianoles. Ernst-Jan, zijn
jongste broer, ging paardrijden op een mane
ge in Goes. „Het is grappig om te zien hoe
de belangstellingssferen uit je jeugd in je late
re leven terugkomen. Ik had altijd oog voor
de politiek; de Kennedy's in Amerika maar
net zo goed zaken die in Den Haag speel
den. Roland reisde graag, die is nu directeur
van een wereldconcern en woont in de Vere
nigde Staten. Ernst-Jan las veel en heeft het
nodige bij het toneel gedaan."
„Eerst had je de moord op John Kennedy in
1963. Een jonge dynamische president, die
wordt doodgeschoten. Robert Kennedy
werd in 1968 vermoord, toen was ik twaalf
Zulke beelden blijven je bij. Op de middelba
re school in Goes hadden we lessen maat
schappijleer, met veel discussies, over ruilver
kaveling, kernenergie, hoe bedrijven functio
neren. Ik ging naar de gemeenteraad, op de
publieke tribune, ik was vijftien, zestien.
Een keer was ik in hotel De Zwaan in Kapel
le, bij een discussie tussen meneer Schlinge-
mann - toen een WD-coryfee in Zeeland -
en iemand van de Boerenpartij. Dat was
smullen hoor. Er waren boeren in de zaal
die het helemaal niet op de WD hadden be
grepen. Tegenwoordig gaat het er soms hard
aan toe in de politiek, maar toen zeker ook."
„Thuis werd er veel gepraat over wat er in
de samenleving gebeurde. Mijn vader en
moeder zijn beiden actief geweest in bestu
ren van maatschappelijke organisaties. Zo
zat mijn vader in het bestuur van psychia
trisch ziekenhuis Vrederust en was hij nauw
betrokken bij de totstandkoming van het
Zeeuws kampioen judo, maar dat
kwam omdat ik de enige was in mijn
gewichtsklasse
Psychiatrisch Ziekenhuis voor Zeeland, nu
Emergis. Mijn moeder is presidente gewor
den van het provinciaal bestuur van de Ne
derlandse Christenvrouwenbond en werd
lid van het landelijk hoofdbestuur. Moet je
je voorstellen, dat ze meditaties moest hou
den en haar overdenkingen op ons uitpro
beerde, toen we een jaar of negen waren.
Dat ze vertelde wat ze die avond zou gaan
zeggen en aan ons vroeg: wat vinden jullie
ervan? Al die verhalen over besturen, het
meedenken, daar heb ik veel van geleerd.
Van jongs af aan heb ik meegekregen dat je
niet alleen met jezelf bezig moet zijn, maar
betrokken behoort te zijn bij de samenle
ving. Bij ons thuis werd gediscussieerd, je
werd meegenomen in redeneringen en
kreeg steeds te horen, dat je zelf je keuzes
moest maken. Bijvoorbeeld: ik heb op be
trekkelijk jonge leeftijd belijdenis gedaan, in
de eigen kerk in Kapelle-Biezelinge. Acht
tien was ik, net begonnen aan een studie ge
schiedenis. Die belijdenis was helemaal een
eigen keuze, en niet omdat mijn ouders zei
den: we vinden het goed dat je dat doet."
De kerk, het geloof maakt een wezenlijk
deel uit van zijn jeugd. Ook weer zoiets wat
in zijn latere leven terugkwam: van 1993 tot
2002 was hij bijzonder hoogleraar Christelijk
sociaal denken over maatschappij en econo
mie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
„Wij waren trouwe kerkgangers. Overigens
niet op een imperatieve, gebiedende manier.
Ik heb nooit iets dwingends meegemaakt. Er
werd vooral gesproken over wat geloof bete
kent. Mijn ouders waren actiefin een aantal
christelijke organisaties, zo was mijn vader
penningmeester van het landelijke gerefor
meerd jeugdwerk. Op hemelvaartsdag had
den we van die grote toogdagen. Nou, die
vergeet je nooit. Het waren mammoetbijeen
komsten, met christelijke liederen en spre
kers van naam en faam. Professor Lammens
was voorzitter, ]an Pasveer was een bekende
organist."
Van huis naar de middelbare school in Goes
was het een kilometer of zeven. Met het gele
regenpak onder de snelbinders voor het ge
val dat. Misschien dat zijn vader hem een en
kele keer heeft gebracht, als het weer te bar
was. Hij had een Peugeot, een sportfiets met
derailleur met vijf versnellingen. „Het hing
een beetje van je lesrooster af, maar meestal
fietste ik met medescholieren van het dorp.
Wij vormden een kleine groep. Niet te verge
lijken met Yerseke, die reden soms met vijf
tig tot honderd tegelijk. Ik heb altijd bewust
gefietst. Ook toen ik zestien werd heb ik
niet voor een brommer gekozen. Dat komt
zo. Wij gingen altijd op vakantie naar Italië
aan de Riviera, een kilometer of honderdvijf
tig van Genua, in een bungalowpark met al
lemaal Nederlandse families. Ontzettend
leuk, veel kinderen van je eigen leeftijd.
Grappig, ik heb daar Erica Terpstra leren
kennen. Haar toenmalige echtgenoot beheer
de dat park en lette op het zwembad. In die
tijd hoorde ik dat een leeftijdsgenoot bij een
brommerongeluk om het leven was geko
men. Als je zo'n verhaal hoort, ga je wel iets
anders denken over het fenomeen brom
mer. Natuurlijk weet ik van de Kreidler- en
Zündapp-generatie, van de Puchs. Ik heb er
wel op gereden maar heb er nooit een wil
len hebben."
Zijn ouders wonen nog in Zeeland, dus hij
komt er regelmatig. Ook in functie laat hij
zich in de provincie zien, bij openingen en
onderscheidingen. Balkenende: „Eens een
Zeeuw, altijd een Zeeuw, dat voel ik wel. Ik
heb drie paardenmessen, waar ik ontzettend
trots op ben. Het eerste kreeg ik van mijn
broers toen ik 45 jaar werd. Ik heb er ook
eentje waar mijn naam is ingegraveerd en
waarop je het wapen van Zeeland ziet. Spe
ciaal voor mij gemaakt, een cadeautje."
„Mijn vader en moeder hebben een tweede
huis aan de Walcherse kust. Dat is me altijd
geweldig goed bevallen. Blaf met de Zeeuw
se kust heeft voor mij speciale betekenis. Ja,
luctor et emergo, ik worstel en kom boven,
zegt me wel iets."
„Laat ik een heel concreet voorbeeld geven.
Een van de indringendste ontmoetingen die
ik de laatste jaren heb gehad, was in 2003 bij
de herdenking van de ramp. Toen heb ik ge
sproken met slachtoffers die heel veel fami
lieleden hebben verloren. Een man die zijn
hele familie kwijt was. Toch moest hij twee
Luctor et emergo, ik heb het
afgelopen jaar ook wel bewezen dat
ik worstel en weer bovenkom
dagen later weer klaar staan bij de kazerne
in Hoogerheide. Niet klagen maar dragen en
bidden om kracht. Dat is wat je in de Zeeuw
se volksaard tegenkomt. Geen grote woor
den, nuchter blijven. Ik denk dat ik er zelfs
in mijn vak wel een beetje profijt van heb.
Als je maar een fundament hebt dat je rich
ting geeft. Niets is erger dan een speelbal op
de golven te worden, juist omdat er zoveel
van je wordt gevraagd. Luctor et emergo, ik
heb het afgelopen jaar ook wel bewezen dat
ik worstel en weer bovenkom."
„Je moet tegen een stootje kunnen en blij
ven geloven in de zaken waar het ten diep
ste om gaat."
„Het is goed om dat als Zeeuw maar eens te
zeggen."