Geen tijd voor toneel On* vennoot - Hut ven&aaC 12 Donderdag 29 mei 2008 door Ondine van der Vleuten fotografie Martine Stig De telefoon gaat. „Met Sergio. Héé André, hoe is 't? Komen jullie vandaag? Momenteel heb ik geen zee-egels nodig. Ik heb er van Japan rechtstreeks gehad van de week. Super kwaliteit ook. Maar luister, kerel heb je ook vongole liggen? Ei je d'r? Voor nu? Okee, is goed. Maar kiek, ik ga je moeten laten, want ik sting hier mee andere mensen in ge sprek. André, dag!" Topkok Sergio Herman legt zijn mobieltje weer neer. „Met vrienden hier, of leveranciers uit Zeeland praat je toch altijd plat hoor. Dat kun je niet wegsteken. Maar ik probeer toch altijd op mijn taal te letten." Hij is een perfectionist. Goed eten begint met goede ingre diënten en Sergio Herman neemt alleen genoegen met het beste. „Ik weet wie ik heb ben moet en waar het vandaan moet komen. Heel veel wordt in Frankrijk gekocht, op de levensmiddelenmarkt in Rungis, bij Parijs. Daar komen producten van over de hele we reld bijeen: lamsvlees uit de Pyreneeën, de beste zee-egels, bijzondere slasoorten. Ik heb een voorliefde voor Japan en er is iemand die speciaal voor mij top-Japanse spullen in koopt. Een sojasaus die tien jaar gerijpt is in de bergen, juzu-citroenen, bergpeper, zee-egels. Dat soort dingen combineer ik heel graag met Zeeuwse producten. Hier in Zeeland heb ik mijn adresjes voor zeebaars, voor scheermesjes, mosselen, oesters." Wereldwijd zijn er tachtig restaurants met drie Michelinsterren. In Nederland staan er twee en één daarvan is Oud Sluis, van de Zeeuwse topkok Sergio Herman. „Hier in dit restaurant ben ik opgegroeid. Opa had in de jaren dertig, veertig in dit gedeelte een kapsa lon en mijn oma hiernaast een souvenirwin keltje waar je ook een uitsmijter kon eten. Nadien hebben ze de kapsalon maar wegge daan en er volledig een tearoom van ge maakt." Zijn vader, die de zaak in de jaren tachtig overnam, verwierf faam met zijn mosselen. „Maar hij had ook tarbots, langoustines en inventieve gerechtjes op de kaart. Hij kon zich meten met restaurants in België. Van kinds af aan ging ik met mijn ouders mee naar betere of toprestaurants. Een heel boeiende wereld. Vooral in België. Daar zit eten veel meer in de cultuur. Ook in de va kanties in Frankrijk gingen we topzaken langs, mijn ouders vonden dat fantastisch en ik ook. Al die restaurantbezoeken, week in week uit. En elk weekeinde werken, vanaf dat ik een jaar of tien, elf was - als mijn vriendjes op stap gingen stond ik hier in de keuken. Ik heb alles gedaan, van terras lopen tot afwas, bediening, alles. Dat is een voor deel geweest" „Op de mavo in Oostburg was ik meer met andere dingen bezig dan met leren. Spijbe len, in het café zitten meisjes, noem maar op. Toen ik met de hakken over de sloot de brugklas haalde, zei mijn vader: ga maar naar België. Daar is het veel strenger. Eerst ging ik naar de Technische School, twee jaar. Metaal bewerking en dergelijke. Niks voor mij. Toen dacht ik: dan ga ik maar hotelschool in Brug ge doen." „Ik kon in Brugge instromen. Dat ging wel, maar ik merkte wel dat degenen die de jaren ervoor ook een horecaopleiding hadden ge had, veel verder waren dan ik. Dus dat eerste jaar, in die keuken, als ze dan vroegen: 'Wie wil er soep maken?' Dan wachtte ik, net zo lang tot ze gingen vragen wie er wilde afwas sen. Of het toetje maken, dat kon ik nog net. Zo ben ik dat jaar doorgesparteld. In de loop van het jaar ging het wel steeds beter." Tijdens zijn stage bij Kaatje bij de Sluis, in Blokzijl merkte Sergio Heman voor het eerst dat er veel meer in hem zat. „Ze gaven me steeds meer verantwoordelijkheid en het ge voel dat ik het wel kon. Zo groeide mijn zelf vertrouwen. Na de hotelschool heb ik ge werkt bij Cas Speijkers. Bij De Swaen, in Oisterwijk, toen het beste restaurant.Ik ben naar Sluis teruggekeerd omdat mijn vader ziek was, om hem te helpen. Achterafis dat een voordeel geweest. Hij liet me vrij om mijn eigen ding te doen, om mijn eigen stijl te kunnen ontwikkelen." Altijd zijn Zeeuwse producten als vis, schaal- en schelpdieren het uitgangspunt. „Ik ben zelf geen echte vleeseter al moet je natuurlijk wel vlees op de kaart hebben. Verder werk ik heel veel met frisse zuren. Het kan een citrus- soort zijn, een zurig plantje, een zuur van Oosterse oorsprong zoals tamarinde, maar er zit altijd een zuur, fris element aan mijn ge rechten. Niet alleen voor de smaak maar ook omdat het goed is voor de spijsvertering. De klant gaat hier nooit met een opgeblazen ge voel vandaan. Vanzelfsprekend is ook dat je het hoofdingrediënt in waarde laat en iets omhoog brengen met kruiden, specerijen en nieuwe technieken. Voor mij heel belangrijk is het visuele, hoe ziet het er op het bord uit." Eén chef heeft Sergio Herman sterk geïnspi reerd: de Spaanse kok Ferran Adria, van aan de Costa Brava gelegen driesterrenrestaurant El Bulli. „Hij is eigenlijk de grondlegger, het genie van het moleculaire koken. Dat is ko ken met laboratoriumkennis. Een voorbeeld. Wij koken nu met een Roner, een apparaat waarmee je au bain marie, in een warmwa terbad dus, langzaam ingrediënten kunt ga ren. Ze zijn vacuüm verpakt en de tempera tuur van het bad is heel laag, 62 of 63 graden bijvoorbeeld. Het resultaat is een hele mooie, gelijkmatige garing van het vlees of de vis. We koken ook met vloeibare stikstof van min 198 graden Celsius. Als je daar je hand in steekt, verbrandt die als het ware. Met een pipetje druppel ik dan bijvoorbeeld oester- sap, gebonden met olijfolie, in het stikstof- bad. Door het schrikeffect ontstaan mooie balletjes die je er weer uitschept en in de diepvries bewaart om op het laatste moment over een warm gerecht te strooien. Die com binatie van het warm en koud geeft een heel speels, mooi mondgevoel en de oestersmaak die in je mond loskomt is heel puur. Zo ma ken we ook parels van kokos of framboos." Een sojasaus die tien jaar gerijpt is in de bergen, juzu-citroenen, bergpeper, zee-egels... In de keuken van Oud Sluis staat nog zo'n bijzonder apparaat: een Gastrovac, een va- cuümkoker. „Daarmee kun je voedsel met smaak impregneren, je kunt aan heel zachte producten als pompoen, tomaat en ananas smaak toevoegen. Ie legt bijvoorbeeld in een infusie van water met munt en vanille schij ven ananas. Die laat je in het apparaat eerst langzaam garen bij 70 graden. Als je dan op een knop drukt, na zeg veertig minuten, trekt het apparaat alle lucht uit het apparaat, waarbij die vloeistof in het product gedrukt wordt. Als je dan eet, proefje ananas, maar ook de smaak van munt en vanille." Dineren in Oud Sluis is kostbaar. Er zijn mensen die lang sparen voor ze het zich kun nen veroorloven, en dan zijn de verwachtin gen hoog gespannen. „Moleculair koken vraagt investeringen, het is duur, maar dat is niet de reden dat er hier een hoog prijskaart je aan het eten hangt. Pas op, er werkt hier een man of twintig, we werken met eerste klas producten en vertroetelen de mensen vanaf dat ze binnenkomen tot ze weggaan. Bij het aperitief krijgen ze zeven, acht mooie minigerechten om in de stemming te gera ken, dan nog een acht, soms tien, twaalf an dere gerechten, drie desserts en twaalf tot vijftien dingetjes bij de koffie." Koken is in de picture. In de bladen werd Ser gio Hermans relatie van Ellemieke Vermolen ('Meest sexy vrouw van 2005') breed uitge meten. „Als je ziet voor welke bladen ik al geïnterviewd ben, dat is ongelooflijk. Vroe ger was het alleen Culinair, nu heb ik ze bijna allemaal gehad, van glossy's tot roddel bladen. Ik ben niet iemand die graag in de be langstelling staat, maar je ontloopt het op een gegeven moment niet meer. Ik moet ac cepteren dat het er een beetje bij hoort, als je drie sterren hebt. Ze willen je graag intervie wen en fotograferen. Ook hier in het restau rant. Maar ik ga de tafeltjes niet langs hoor, Als je dan eet, proefje ananas, maar ook de smaak van munt en vanille ik heb geen tijd om een toneelstukje te doen. Ik moet in de keuken zijn! 's Ochtends en 's avonds. Het is echt afzien en leeg zijn aan het eind van de dag. Voor mij stopt het nooit. De mensen die bij mij werken hebben allemaal een duidelijk afgebakende taak die ze moeten uitvoeren, maar voor mij komt er veel meer bij kijken. Je moet de mensen stu ren, in de gaten houden op kwaliteit, bezig zijn met nieuwe dingen, interviews geven, e-mails controleren, de kwaliteit van je pro ducten bewaken...zoveel dingen.... Mensen eten al die gerechtjes op zonder te beseffen hoeveel tijd, energie, ziel en zaligheid er in zit." „Ik kook niet voor een select publiek. Men sen die zoveel jaar getrouwd zijn, of een ver jaardag vieren en denken: ik wil nu eens echt meemaken hoe een avondje bij Sergio is, zul len misschien niet alles snappen, maar toch wel met een smile naar buiten gaan. Mijn ge rechten moeten toegankelijk zijn. Als je hier tarbot of kreeft eet, is dat nog altijd tarbot of kreeft. Maar wel met iets verrassends erbij, iets vernieuwends. Dat is belangrijk, ook voor mezelf; zo blijf ik geïnspireerd. Er zijn natuurlijk altijd mensen bij die het niet be grijpen. Je kunt niet naar alle monden ko ken, heeft mijn opa ooit op die balk geschil derd. Dat gaat niet. Hoe graag je het zou wil len."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 88