Blof is voor mij een baan
övt& om&aat - Hut venAaal
4 Donderdag 29 mei 2007
door Ondine van der Vleuten
fotografie Martine Stig
„Ik had die dag twee Edisons gewonnen, 's Avonds sta ik in een van mijn stamcafee-
tjes. Het is er bomvol. En er komt niemand, werkelijk helemaal niemand naar me toe
om me te feliciteren. Dat is toch ook wel typisch Zeeuws natuurlijk. Onhandigheid,
voila. Ik vecht er soms mee, dan kan ik het ineens niet laten om me vanuit een soort
boosheid ineens buitengewoon arrogant voor te stellen 'Ik ben Paskal, de zanger van
Blof!'. En dat is natuurlijk een soort verkapt grapje, maar dat begrijpt dan weer hele
maal niemand, en dan word ik weer boos omdat mensen dat niet begrijpen."
Rico de roze homo moet tijdens
het interview éven weg. „Hij is
erg op mij gericht", verklaart de
zanger van Blof glimlachend. „En
als er vrouwen in de buurt ko
men, wordt hij een beetje jaloers."
Onder luid protest wordt de rosé-kakatoe,
met kooi en al, naar de min verbannen.
Het huis van Paskal Jakobsen is ruim en licht,
met grote planten, veel kleur en veel kussens.
Het terrarium en de achtergrondgeluiden van
de rosé-kakatoes geven de lounge-kamer met
zachte banken iets oerwoudachtigs. Paskal is
gesteld op comfort. Lijden, heeft hij eerder
verklaard, is niets voor hem. „Gisteren zat ik
te kijken naar Groeten uit de Rimboe. In geen
miljoen jaar zou ik zoiets ondernemen. Je
moet goed voor jezelf en je omgeving zorgen,
je moet je ogen openhouden voor wat er in
de wereld gebeurt en je verantwoordelijkhe
den nemen, maar je moet het jezelf ook niet
moeilijker maken dan nodig is. Ik ben blij dat
ik niet in dienst ben geweest. Dan zou ik als
watje afgevoerd zijn."
Net toen Paskal gekeurd moest worden, speel
den zijn allergieën flink op. „Ik heb hooi
koorts. Dat was alleen al genoeg geweest om
afgekeurd te worden. Maar mijn handen za
ten ook nog eens onder de kloven en het
bloed, vanwege een nikkelallergie. Zo kon ik
natuurlijk geen geweer vasthouden." Paskal
nam het zekere voor het onzekere. „Ik wist,
als ik in de buurt van honden en katten ben
moet ik niezen. Op een gegeven moment ont
dekte ik dat het ook een uitwerking op mijn
huid had. Als ik een hond aaide en daarna
mijn handen niet waste, vielen de gaten letter
lijk in mijn huid. De dag voor ik op keuring
moest heb ik nog eens goed een hond geaaid,
moet ik toegeven."
„Militaire dienst...alleen al het feit dat je moet
doen wat iemand je zegt, zonder dat je daar
het nut van inziet! Het gaat in mijn leven niet
gebeuren dat iemand zegt: 'lij moet op je knie
ën met een tandenborstel die wc schoonma
ken.' In geen duizend jaar! Ik ben zo gevoelig
voor autoriteit, dat haalt het slechtste in mij
boven. Op school was dat ook al een pro
bleem. Mijn gevoel voor rechtvaardigheid is
heel sterk ontwikkeld. Dat komt ook doordat
ik me goed in anderen kan inleven."
Mijn vogels zijn mijn hoestje gaan
imiteren. Dat zet je toch wel aan het
denken
Aan de muren hangen exotische souvenirs
van Blaf-reizen naar landen als Bhutan en
Turkije.
„We zijn veel op reis geweest. Het maakt je
misschien wat wijzer. Ik denk dat je in een
breder perspectief kunt denken en er minder
van uitgaat dat de hele wereld is zoals Neder
land. Als je hier nooit weggaat, kun je je al
leen maar een voorstelling maken van de beel
den die je op tv ziet, wat je leest in boeken en
zo. Ik denk dat het voor mij heel goed ge
weest is om te reizen. Maar het is niet mijn
eerste behoefte. Nee. Ik ben graag thuis. Nu
nog liever dan ik altijd al was. Er wonen hier
zoveel mensen waar ik een band mee heb,
dat ik helemaal niet de aanvechting heb om
weg te gaan. En ik hou ook heel veel van de
kust. Ik kan zó een paar maanden niet aan de
kust komen, maar als ik drie maanden weg
ben geweest is het eerste wat ik doe naar de
boulevard reizen. Even de zee zien. De we-
Bij mij is er geen structuur
in het leven. Het is hollen
of stilstaan
reld houdt op bij Zeeland, dat is heel veilig. Je
kunt met je rug naar het water staan en dan
het gevoel hebben dat je alles kunt overzien.
Als je aan de kust geboren bent, wil je er
graag blijven."
Hij steekt weer een sigaret op. „Roken is voor
mij natuurlijk net zo slecht als voor een an
der. Dat wil ik op mijn vijftigste niet meer
doen. Ook ik wil graag gezond oud worden
en geen kanker krijgen. Mijn vader is eraan ge
storven. Geen goed voorteken. Mijn vogels
zijn mijn hoestje gaan imiteren. Dat zet je
toch wel aan het denken: ben ik nu wel goed
bezig? Maar bij het zingen heb ik er geen last
van. Ik ben gezegend met sterke stembanden.
Als het met de band even een weekend bal is
- optreden in Groningen, daarna in Zwolle,
daarna Amsterdam en we blijven twee keer
in een hotel overnachten - dan is het altijd
even te gezellig, met te veel bier. Dan wordt
het altijd weer vijf uur en de dag erna weer
optreden, weer bal. Zo'n weekend is ver
schrikkelijk zwaar natuurlijk. Maar dan komt
er bij dat laatste optreden een soort oerkracht
vrij waardoor je het, op je wenkbrauwen,
heel goed kan of zo. Het is zwaarder om de
noten te halen, maar het klinkt vaak toch
mooier, een beetje doorleefd. Dus ik zit er
nooit zo mee."
Met zijn bekendheid heeft hij een
haat/liefdeverhouding. „Ik heb er een hekel
aan als ik een café binnenstap en ze zetten
Blof op, want dan is alle aandacht op mij ge
richt en daar ben ik op dat moment helemaal
niet mee bezig. Het is iets anders als de cd al
opstaat op en ik zie mensen meezingen. Dat
is heel erg leuk. Ik weet dat sommige mensen
denken dat ik Blof denk en adem, maar dat is
helemaal niet zo. Ik ben met Blof bezig als ik
met die jongens een vergadering heb over de
bedrijfsvoering. Ik denk aan Blof als we het
hebben over wat we met die band gaan doen
en als ik op het podium sta, maar als ik er af
stap ben ik er niet méér mee bezig dan een ac
countant als hij 's avonds in het café zit. Het
is een baan."
„Als je jong bent heb je grootse fantasieën
over hoe het is om bekend te zijn. Ik heb dat
de afgelopen tien jaar wel zo'n beetje door
leefd. Bekendheid isoleert. Ik weet van me
zelf, als ik door de stad heen loop, heb ik een
soort oogkleppen op, net als paarden. Omdat
als je dat niet doet en je hebt een heel open
houding, schouders naar achteren en hoofd
naar voren, en iedere blik die je treft resul
teert in een gesprekje, dan kom ik niet tot de
supermarkt. Dat gebeurde en dat zal blijven
gebeuren, alleen vind je op den duur een ma
nier om daarmee om te gaan. Als ik er tijd
voor heb en geen haast heb en mensen ko
men met de juiste intentie een gesprekje met
me voeren, zal ik ze altijd te woord staan. Al
leen, ik bepaal zelf wel hoe lang. Ik kan niet
vier keer een half uur met iemand praten die
ik niet ken, als ik eigenlijk maar een half uur
heb om boodschappen te doen."
„Ik fiets van de week vanaf de supermarkt
naar huis, een grote tas tussen mijn benen,
dus met mijn benen wijd. Mijn vrouw rijdt
achter me en hoort een jongen tegen zijn
vriendin zeggen: 'Moet je nou kijken hoe hij
op die fiets zit, die vindt zichzelf heel wat'.
Dat gebeurt. Dat is dus typisch Zeeuws. Je
moet wel een beetje normaal doen, hè! Ie
moet niet denken dat je wat voorstelt!"
„Misschien zit het ook wel een beetje in mij.
Mijn vader is een harde werker, die heeft zijn
hele leven zeven dagen in de week in de
bouw gewerkt. Toen ik na een paar jaar nog
steeds geen geld had verdiend, zei hij: 'Wan
neer ga je nou eens geld verdienen met die
band?' Dat zit er toch van jongs af aan in. Je
moet wel presteren, je moet wel werken. Ik
heb soms moeite met die paar vrije dagen die
ik niet nuttig kan invullen. Soms lukt het
schrijven echt niet. Dan maak ik even een
wandeling over het strand, ik drink een kop
koffie bij mijn goede vriend de gitaarbouwer
Sjak Zwier in Vlissingen, ik ga even bij mijn
moeder langs - dan is zo'n dag niet echt ge
vuld met belangrijke zaken en kan ik soms
toch wel het gevoel hebben dat ik een lap
zwans ben. Bij mij is er geen structuur in het
leven. Het is hollen of stilstaan. Na vier dagen
en nachten keihard werken met die tai-
kodrummers uit Japan ben ik helemaal stuk.
En daarna heb ik een week niets te doen. Dan
loop ik met mijn ziel onder de arm door de
stad en denk ik: 'Wat zal ik nu weer voor
pc-spelletje halen?' Dus in dat opzicht is het
een raar leven. Van het gevoel dat je niks doet
tot heel grootse dingen, waarin je jezelf ook
wel kan verliezen. Als mensen maar lang ge
noeg blijven roepen dat je fantastisch bent,
zal het wel zo wezen, toch?"
„Uiteindelijk kom ik tot de conclusie dat voor
mij het allerbelangrijkste is dat ik me thuis
voel, goed voor mezelf zorg, vrienden om me
heen heb. Ik ben nu 3,5 jaar samen met mijn
vrouw. In april zijn we getrouwd. Ik ben ook
lang vrijgezel geweest. Het heeft allebei zijn
voordelen en voor alles is een tijd. Als je 23
bent moet je feesten en er een lolletje van ma
ken, vind ik. Heb ik ook gedaan, tuurlijk. Hart
stikke leuk. Maar nu heb ik het gevoel dat ik
ergens thuis ben, dat ik een huis heb om naar
toe te gaan. Het is prettig een levensgezel te
hebben waarmee je dingen kunt delen. Het is
fijn iemand te hebben. Ik moet er niet aan
denken alleen oud te worden."