'A
'Het frappante is dat mensen bij grote gebeurtenissen vaak naar poëzie grijpen. Bij
geboortes en begrafenissen zijn vaak grote woorden nodig.' jan Baeke
PZC Donderdag 29 mei 2008 1 3
ver. Een andere opvallende debutant was
Edwin Fagel, wiens boek Uw afwezigheid
de Jo Peters Poëzieprijs 2008 ontving, ge
nomineerd is voor de C. Buddingh'-prijs
2008, maar in de bloemlezing schittert
hij door afwezigheid.
De samenstelster daarvan, literatuurwe
tenschapper Odile Heynders, geeft toe
dat haar keuze niet zaligmakend is. Zij se
lecteerde de gedichten die ze 'mee zou
willen nemen op een verre tocht, als ik
huis en boekenkast zou moeten achterla
ten'. Ze heeft zich voor haar keuze laten
inspireren door dichter en criticus Paul
Rodenko, die een halve eeuw geleden
een toonaangevend bloemlezer was. Ro
denko mat 'met twee maten'. Heynders
koos net als hij indertijd enerzijds voor
verzen die door velen mooi worden ge
vonden, anderzijds voor gedichten die
grenzen opzoeken of overschrijden.
Maar hoe vernieuwend en experimen
teel kun je nog zijn in een kunstvorm,
waarin alles allang is toegestaan? In vrij
wel geen andere kunstvorm klinken zo
veel verschillende stemmen op als in de
Nederlandse poëzie. In deze bloemlezing
vind je naast 'toegankelijke' dichters als
Miriam van Hee, Marion Bloem, Wieg,
Campert, Tom van Deel en Wiel Kusters
dan ook 'moeilijke' dichters als Maria
van Daalen, Anne Vegter, Jacques Hame
link, Erik Spinoy en Jan Lauwereyns.
Maar alles is relatief, ook in de poëzie.
Een onbegrijpelijk gedicht dat als geheim
taal of geraaskal overkomt, kan bij nader
inzien heel toegankelijk zijn, zoals een
bedrieglijk helder vers in klare taal ui
terst raadselachtig kan zijn. Wie beweert
dat verstaanbare dichters per definitie on
interessante poëzie schrijven, is vooringe
nomen. Hetzelfde geldt voor wie be
weert dat moeilijke, ontoegankelijke ge
dichten bij voorbaat gebral en onzin zijn.
Op de Nationale Gedichtendag in janua
ri werden Op de Overtoom van Campert,
All inclusive van Vegter en Geen revolver
van Wieg uitgeroepen tot de 'mooiste ge
dichten van 2007'. Het mooiste gedicht
hoeft niet het beste zijn, want deze dich
ters zijn weliswaar ruim vertegenwoor
digd in de bloemlezing, alleen 'het mooi
ste' van Campert is erin opgenomen. Te
recht natuurlijk, want in Op de Overtoom
verkent de oude meester als in zijn beste
jaren de diepte van de oppervlakte. Het
is een ouderdomsgedicht dat meteen ont
roert zonder sentimenteel te worden. Je
kunt het herlezen zonder dat het ver
veelt. Een voorbeeldig gedicht dus dat
een kolfje naar de hand moet zijn voor
dichters, lezers en critici die snakken
naar meer verstaanbare poëzie voor een
breed poëzieminnend publiek.
PP] De 100 beste gedichten van 2007,
gekozen door Odile Heynders.
De Arbeiderspers €9,95 139 blz.
Lege verzameling
Margraten
omer niet te horen Mijn verzameling leeg houden lukt alleen door
te verzamelen, natuurlijk werk ik aan de verzameling
lem in de gordijnen, van alle verzamelingen, dat is wat ze tegen me zeggen
alsof ik niet weet wat leegte is, ik drink graag absolutie
hou toch op
slapen
3r te bewegen,
dend water.
ïond.
Niemand wil mij met nul ruilen, maar ik houd me aan
de regels, mag ik nu eens verdrinken wanneer ik dat wil?
Ik wil vallen onder hen die je kunt inwisselen
tegen leeg tarief, de kleermaker die zijn eigen pakken
meet, een tandarts die zijn kiezen trekt
Ontdoe elke dagje geest van de verzamelingen
die daar ongemerkt als mieren binnen sluipen
je kan ze geen ongelijk geven, zo zijn mieren
nu eenmaal, vooral die er een hard hoofd in hebben
maar met niets heeft het weinig van doen
Als je zo'n klein wit steentje was van nu
dat in een grote wei werd neergezet
bij al die andere stenen, rijen lang,
dan had je ons, maar niet jezelf gered.
Als je zo'n bange jongen bent van toen
die in het gelid moet staan met vlees en bloed
datje thuis achterliet, en in een heg
voorovervalt, waar je dan hangen moet,
je gezicht vol in de doorns, terwijl je sterft,
dan moeten wij toch even blijven staan
en vragen wie wij zijn, toen, nu, hier, daar.
Daar regent het. Je schuilt. Ik kam mijn haar.
Zon op je steen. Zij wandelt door de laan.
Het waait. De wereld heeft zich rood geverfd.
Sasja Janssen
(Memorial Day op de Amerikaanse
begraafplaats Margraten)
Wiel Kusters
volgens Jan Baeke
Poëzie werd ook in
ingelezen door de
)/t groep liefheb-
en wat kleiner.
i, er is meer scho-
uiden", zegt de
im heeft staan,
/el koudwatervrees
it meer moeite
eel divers is."
d telt veel amateur-
t mensen bij grote
lortes en begrafe-
en hoorde van de
seum. Hij kan zich
izie. „Het klinkt zo
met mij verbon-
leer aandacht voor
lijn werk niet beïn-
poëzie. De omvang
f~
oëzie vind ik de mooiste vorm om met
V-J taal bezig te zijn. Ik wilde altijd al poë-
X zie schrijven, maar het stokte meestal
na twee regels." Een halfjaar geleden publiceer
de Sasja Janssen, die al twee romans schreef,
haar eerste dichtbundel: Papaver, na het overlij
den van haar vader. „Ik heb een eigen gedicht
voorgedragen tijdens zijn begrafenis. Daarna
hield het niet meer op, de gedichten bleven
maar komen."
Papaver kreeg naar eigen zeggen louter positie
ve recensies. „Het is akelig, wachten op reacties
na publicatie. Maar dat pakte dus goed uit.
Grootste klapper was de zeer positieve reactie van Ilja Leonard
Pfeijffer in Awater. Toen was ik helemaal gelukkig."
Janssen is docent Nederlands. „Van het dichten kan ik niet leven,
maar ik vind het niet erg om er naast te werken. De hele dag dich
ten is wel erg eenzaam. Bovendien moet ik input hebben, die vind
ik onder andere bij mijn leerlingen. Ik heb overigens net een beurs
gekregen van het Fonds voor de Letteren voor mijn tweede bundel.
Daar zou ik een halfjaar van kunnen leven. Wat meer aandacht
voor poëzie in de media zou wel prettig zijn. Er is niet eens een
boekenprogramma op tv, laat staan eentje voor poëzie."
Sasja Janssen foto GPD
ls dichter moet je moeite doen voor
een publicatie. Dat was vroeger ook
zo en dat is goed. Daar groei je van als
dichter." Wiel Kusters (60) heeft makkelijk pra
ten, zegt hij ook zelf. De hoogleraar algemene
letterkunde aan de Universiteit Maastricht heeft
tientallen dichtbundels, essaybundels en bloem
lezingen op zijn naam staan. „Nu publiceren ve
len op internet, destijds stencilde je boekjes.
Maar als je verder wilt in de poëzie dan wil je
een publicatie in een tijdschrift of bundel."
Kusters heeft zelf jarenlang poëzie gerecenseerd,
eerst in De Volkskrant, later in NRC Handels
blad. „Ik gaf steeds minder oordelen en ging meer uitleggen. De re
censies zijn nu vaak te incrowd-achtig."
„Het publiek moet je interesseren voor poëzie. Helaas is de dicht
kunst nog steeds een genre waarvan mensen denken dat het per
soonlijk is, dat het niet van hen is", betreurt de Limburger, die be
kend staat om zijn toegankelijke gedichten. Kusters werd geraakt
door poëzie toen hij als 10-jarige een gedicht van Guido Gezelle
moest voordragen op school. „Het gaat om het overdragen van een
gevoeligheid voor poëzie, voor de taal. Daarom is het zo belangrijk
dat het onderwijs meer aandacht schenkt aan de dichtkunst."
Wiel Kusters foto GPD