Als de levensverwachting goed is spectrum 10 Duke is de perfecte donor PZC Zaterdag 17 mei 2008 Ter hoogte van de halsader wordt de de huid van de donorhond kaalgeschoren en ontsmet. Als de lege bloedzak is gewogen, wordt de ader aangeprikt. Gezocht: hondenbloed, in geval van levensbedreigende situaties. Zeeuwse honden, meid u massaal aan. Want uw speelkameraadje kan u wel eens hard nodig hebben. door Raymond de Frel Dieren zijn precies als mensen. Met dezelfde mensenwensen. En dezelfde mensenstreken... Dat staat allemaal in de krant. Van Fabeltjesland? Dacht het niet. Meneer de Uil sprak jaren geleden al woor den die steeds meer waarheid worden. Een huisdier is voor veel mensen veel meer dan alleen een gezelschapsdier; het is een volwaardig gezinslid. En als dat gezins lid medische mankementen vertoont, ga je tot het uiterste om het te helpen. Dus wat nou fabeltjes? De vraag is alleen wat nu precies het uiterste is. Een eensluidend ant woord is niet te geven. Ieder baasje heeft zijn grens, ieder neemt zijn eigen beslis sing. Dat weten ook de Temeuzense die renartsen en broers Peter en Johan de Vos. „Maar er moet toch heel wat gebeuren, voordat wij een dier het laatste spuitje ge ven", zegt Johan de Vos. Want wat is er veel mogelijk in de dieren wereld. Chemothetapieën, MRI-scans, pootprotheses... het lijkt wel of alles wat bij een mens kan, ook allemaal bij een dier kan. Onzin, stelt Johan de Vos. „Natuur lijk, de gezelschapsdiergeneeskunde is enorm in ontwikkeling, dus is er steeds meer mogelijk. Intensive care-behandelin- gen zijn normaal geworden, een MRI-scan is zelfs laagdrempelig te noemen. Dat roept ook kritiek op, in de trant van 'het is en blijft toch maar een dier'. Maar goed, wij zijn getraind om dieren te redden. Zo lang de levensverwachting van een dier nog goed is, moet je ervoor gaan. Maar die- rengeneeskunde gelijk aan mensen? Nee. Wij doen veel aan chemotherapie. Daar mee kan veel, maar je kunt bij een dier niet zo gericht een tumor bestrijden als bij mensen. En niertransplantaties zijn bij voorbeeld in de Benelux niet mogelijk. Want waar haal je een nier vandaan? In Groot-Brittannië en de Verenigde Staten kan het wel; dan komt de nier van kanen Donorhond word je niet zomaar. Twintig minuten stilzitten met de kop omhoog is een vereiste die geen baasje meer hebben. De eigenaar van een geopereerde kat is vervolgens ver plicht ook de donor in huis te nemen." Er zijn dus steeds meer behandelingen mo gelijk. Alleen daarom al is het zaak dat er voldoende bloed in voorraad is. De Dierge neeskundige Zorggroep Zeeuws-Vlaande ren (DZZ) trekt aan de bel. Zeven samen werkende dierenartsenpraktijken hebben bloeddonoren nodig, het liefst zo veel mo gelijk. Om er zeker van te zijn dat er altijd een halve liter bloed voorhanden is. „Nu moeten we in spoedgevallen (denk aan vergiftigingen en verkeersongelukken) vaak een donor bellen, met de vraag of het baasje het dier meteen naar de praktijk wil brengen. Dan moet zo'n donor maar net thuis zijn. En wat denk je van 's nachts? In die gevallen zetten we meer dan eens onze eigen huisdieren in", vertelt Peter de Vos. De Zeeuws-Vlaamse dierenartsen sloegen de handen ineen vanwege de ligging van de regio. „Er is al een bloedbank in Nijver- dal, maar daar hebben wij in acute geval len vanwege de afstand niets aan. Dus creë ren wij onze eigen bank, overigens zonder Veertig donors nodig De DZZ-groep is een samen werkingsverband van die renartsenpraktijken in Ter- neuzen, Axel, Sas van Gent, Huist en Hengstdijk. Zij heb ben zo'n veertig donorhon den nodig. Een donorhond geeft ten minste eens per jaar een hal ve liter bloed. Het afnemen van bloed duurt zo'n twintig minuten, s- Donorhonden krijgen eerst een medisch onderzoek, voordat zij als donor worden aangemerkt. Meer informatie over DZZ is te vinden op www.dzzweb.nl commerciële gedachte. Een donorhond krijgt bij ons gratis een medisch onderzoek en zijn bloed gaat ook voor niets naar de ontvanger. Het enige wat een baasje moet kunnen, is zijn dier ondersteunen tijdens het aftappen van bloed. Die moet er dus tegen kunnen om bloed te zien." Het geven en nemen van bloed is dus gra tis. Een operatie kost wel geld. Verzeke ringsmaatschappijen spelen daar op in met huisdierpolissen. Ook zijn er volgens de broers De Vos veel mensen die bij de aan schaf van een puppy een speciale bank rekening openen. Om er elke maand een klein bedrag op te storten voor onvoorzie ne omstandigheden, zoals operaties. Peter: „Veel baasjes zijn tegenwoordig bereid om meer geld uit te geven voor hun dier, maar aan de andere kant moet je het ook relati veren. Voor je in de diergeneeskunde dui zend euro kwijt bent, zijn er al heel wat be handelingen geweest" Donorhond word je niet zomaar. Een bloeddonor weegt minimaal 25 kilo en mag niet te enthousiast zijn, want dat maakt het prikken er niet makkelijker op. Twintig minuten stilzitten met de kop omhoog is een vereiste, omdat het bloed uit de halsader wordt gehaald. Kleine keffers hoeven niet eens de moeite te nemen om zich aan te melden, want het afnemen van een halve liter bloed zou den ze zelf wellicht niet te boven komen. Een beetje bloed van een kleine hond zet geen zoden aan de dijk. De ideale donorhond is maximaal acht jaar oud, heeft een onverstoorbaar karakter en een A-negatieve bloedgroep. Johan: „Nu is de bloedgroeptypering bij honden niet zo heel belangrijk. De meeste honden zijn A-positief, dat is geen probleem. Als een mens bloedgroep A heeft, zijn er ook afweerstoffen tegen bloedgroep B. Bij kat ten werkt dat ook zo, maar bij honden niet. Die maken ook antistoffen, maar bij een eerste transfusie merk je daar niets van. Pas bij een tweede bloedtransfusie kan dat problemen geven. Het gebeurt niet zo vaak dat honden twee keer in hun leven bloed nodig hebben, maar in die ge vallen is het dus zaak om erg goed op te let ten." De Zeeuws-Vlaamse hondenbloed bank richt zich in eerste instantie op de ei gen streek, maar ook andere Zeeuwse die renartsenpraktijken kunnen zich in geval van nood tot DZZ wenden. „Dierenartsen praktijken zagen elkaar lange tijd vooral als concurrent", zegt Peter de Vos, die net als zijn broer een eigen praktijk in Terneu- zen heeft. „Maar door deze samenwerking kom je tot een totaal zorgpakket. Als ik weet dat er in de praktijk van Johan ie mand een specialisme heeft, maak ik daar gebruik van. Als je van die insteek uitgaat, zou het zomaar kunnen dat je uiteindelijk uitkomt bij één Zeeuws-Vlaams dierenzie- kenhuis." Als je iets voor een ander kan doen, waar om zou je het dan laten? Om die reden geeft Tiny van Nes uit Terneuzen zelf al jaren bloed. En haar driejarige Duke, een uit de kluiten gewassen berner sennenhond, doet sinds twee jaar precies hetzelfde. „Hij geeft er helemaal niet om. Althans, hij stemde zwijgend toe", grapt Van Nes. Duke kan goed stilzitten en neemt het kaalgescho ren plekje in zijn hals (om goed te kunnen prik ken) voor lief „Net als bij een mens nemen ze een halve liter af. Eén keer hebben we nog contact ge had met de eigenaar van een hond die met Dukes bloed is geholpen. Die stond op camping De Braakman in Hoek, waar zijn dier betrokken raak te bij een ongeluk. Ik werd door de dierenarts ge beld met de vraag Duke meteen te brengen. Een paar dagen later kregen we als dank hondenbrok- ken en een flesje wijn opgestuurd", vertelt Van Nes. Mocht Duke zelf eens in een penibele situatie te rechtkomen, dan zou Van Nes dolblij zijn met het bloed van een andere hond. Maar niet ten koste van alles. „Er zijn voor mij grenzen, want het is en blijft een dier. Je kan het ook als een voordeel voor een hond zien, hè. Die heeft een baas die kan zeggen dat hij genoeg pijn heeft geleden. Daar staan mogelijke kosten voor een operatie helemaal los van. Bij een dier heb je het toch niet over geld? Wel bij een wasmachine die stuk gaat, maar bij een huisdier... Aan de andere kant moet je ook nuchter blijven. Het is erg als een huisdier sterft, maar er zijn nog veel ergere dingen op deze we reld. Toch?" elk jaar een halve liter bloed. foto Wim Kooyman

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 124