Buitengebied Onderwaterdieren een be 12 j Dinsdag 13 mei 2008 PZC Ogen op steeltjes heet de eer ste grote wisselexpositie in Terra Maris, het Zeeuwse museum voor natuur en landschap bij Domburg. Om dat de garnalen, krabben en kreeften die centraal staan, ogen op steeltjes hebben. Maar ook omdat de bezoe kers grote ogen opzetten wanneer ze kennismaken met wonderlijke dierenwe reld in de deltawateren. Dat is ook precies de bedoeling van de tentoonstelling. Eén van de twintig garnalensoorten in Zeeland, gespiegeld in een aquarium. fotografie Dirk-Jan Gjeltema uit dat de Oosterscheldekreeft het momenteel bijzonder goed doet. „Die zit hier nog geen 150 jaar en is dus ook nog een beetje een nieuwko mer. Het heeft te maken met ingrepen van de mens, zoals afdammen van het Kreekrak en aanleg van de Sloedam. Daardoor is de Ooster- schelde zouter geworden en dat heeft de kreeft goed gedaan, evenals de steenbestortingen aan de dijken. Daar vindt het beest holtes om in te schuilen. Onbedoeld is dankzij de mens het le ven van de kreeft makkelijker geworden." De Oosterscheldekreeft is de laatste jaren flink gepromoot als culinaire specialiteit. Dreigt het dier, net als met andere onderwatersoorten ge beurt, aan overbevissing ten onder te gaan? De directeur van Terra Maris is daar niet beducht voor. „Als de kreeftenvissers zich houden aan de afspraken - alleen groter dan 25 centimeter opvissen - dan is een duurzaam kreeftenbe stand mogelijk. Je moet altijd het jonge poten tieel instandhouden." Er is ook aandacht voor een zoetwaterkreeft. Dat is een exotische soort die zich niet zo lang geleden in de delta heeft gevestigd. Het dier komt oorspronkelijk uit Amerika. Hemminga wijst erop dat de laatste jaren veel nieuwko mers opduiken. Ze komen met name mee met ballastwater of aangroei van schepen. Hij noemt als voorbeelden de penseelkrab, de blaasjeskrab en de Chinese wolhandkrab. j Peter van Bragt van de stichting Anemoon (on- v. derwateronderzoek) signaleerde onlangs de komst van de driekantige kalkkokerwormen op de nieuwe dijkglooiingen aan de Ooster- schelde. Ze waren najaar 2007 massaal te vin den in de buurt van de Bergse Diepsluis. In Ne derland werd hij tot nu toe maar af en toe waargenomen en de kalkkokerworm was voor al bekend van de Noordzee en de Atlantische kust. De massale aanwezigheid van deze soort nadat nieuwe stenen waren aangebracht, was overi gens maar van korte duur. Ook zakpijpen, sponsen en wieren ontdekten de vernieuwde steenglooiingen. Ze verdreven de kalkkokerwor men door ze compleet te overwoekeren. Van provincie. Gelukkig zorgen de duikers er dik wijls voor dat via film en foto ook mensen die op het droge blijven, kunnen meegenieten. Met de tentoonstelling Ogen op steeltjes wil Ter ra Maris vooral een deel van de onderwaterfau na in beeld brengen. „Het gaat om dieren die fascineren. Ze zijn een beetje eng en toch ook heel mooi", zegt Hemminga. „Ze leven een wat verloren bestaan en hebben daardoor ook iets geheimzinnigs." Er is gekozen voor drie soorten die een redelijke bekendheid genieten. Ook al omdat garnalen, krabben en kreeften ge consumeerd worden. „Bij de kreeften ben je wat soorten betreft snel uitgepraat", merkt Hem minga op. „Je hebt de Oosterschel dekreeft en ook de zwarte gala- thea. Dat is een kreeft die in de Oosterschelde voorkomt en in het westelijk deel van de Grevelingen. Het is een klein kreeftje en we willen het ook levend la ten zien in een van de twee aqua ria die voor de tentoon- telling zijn ngericht. Al- bben we er niet de hand op kunnen leggen." Hij legt door Rinus Antonisse In de Zeeuwse wateren zijn rond zestig soor ten garnalen, krabben en kreeften te vin den, vertelt directeur Marten Hemminga van museum Terra Maris. Afgezet tegen wat er wereldwijd aan soorten bekend is - vele duizenden - een betrekkelijk klein aantal. Nochtans biedt de onderwaterwereld in de del ta een verrassend en indrukwekkend beeld. Vooral voorbehouden aan duikers en Zeeland geldt niet voor niets als een unieke duik-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 12