Méér dan een bak water
De staart van pony Ciska gaat in de biotex
weekb ek::.
crQ
PZC Zaterdag 10 mei 2008 25
Natuurgebied De Prun-
je is een onderdeel
van plan Tureluur:
nieuwe, natte binnen-
dijkse natuur langs de
boorden van de Oos
terschelde
foto Dirk-Jan Gjeltema
Een nationaal park als de
Oosterschelde moet je zien
en beleven. Dat kan ook
goed, dankzij de vele activi
teiten die natuurbeheerders door Rinus Antonisse
en recreatieondernemers op
touw zetten. Vanaf mei is er
het hele jaar door op allerlei
plekken wel iets te doen,
met de nadruk op tochten
langs en op de Oosterschel
de. Voor 'grote mensen' en -
voor het tweede jaar - ook
speciale activiteiten voor kin
deren.
Voor veel Zeeuwen is de Oosterschelde
een grote onbekende. „Ze zien het voor
al als een grote bak zout water, waarin
je fijn kunt zwemmen en op varen.
Maar er is veel meer te genieten en te zien",
stelt Gabriëlle van Dinteren, voorlichter van
het Nationaal Park Oosterschelde (NPO). „Wat
we proberen te bereiken is de mensen méér te
betrekken bij al het prachtigs wat er ligt." Ze
geeft aan dat de beheerders van natuurterrei
nen langs de zeearm zelf al veel ondernemen
om de bijzondere waarden onder de aandacht
te brengen. Ook een organisatie als de Neder
landse Onderwatersport Bond (biologische
werkgroep) is daar mee bezig, onder meer via
de wandelingen rondom de vloedlijn op het
voormalige werkeiland Neeltje Jans.
Van Dinteren zegt dat het nationaal park zich
met name ook richt op kinderen. „Dat is om
meer draagvlak te creëren. Dat klinkt mis
schien wat belerend, maar het we doen het
vooral met het oog op de toekomst. Als je ont
dekt wat voor bijzonders er allemaal is, weet je
dat ook beter op waarde te schatten. Vorig jaar
hebben we voor het eerst meer dingen voor
kinderen georganiseerd. De belangstelling was
boven verwachting."
De deelname aan de activiteiten liep vorig jaar
- toen het NPO zijn vijfjarig bestaan vierde - in
de honderden. Dat lijkt een bescheiden score,
maar Van Dinteren wijst erop dat het aantal
deelnemers aan de meeste excursies beperkt is.
„Bij bijvoorbeeld snorkelen heb je ook met de
veiligheid te maken en kun je geen grote groep
hebben. En jutten is leuker als je dat met een
kleinere groep kunt doen."
Meedoen aan een excursie kan heel makkelijk
een eigen vervolg krijgen, merkt Van Dinteren
op. ,„We hopen dat de mensen daarna zelf op
pad gaan." Om daarbij een handje te helpen
heeft het NPO twaalf'zoekkaarten' gemaakt,
om datgene wat er te zien is, thuis te kunnen
brengen. Zo zijn er kaarten voor de vogels in
de verschillende seizoenen, planten van slik en
schor, en dergelijke.
De mensen die vorig jaar meededen aan activi
teiten kwamen vooral uit Zeeland zelf Volgens
de voorlichter had dat mede te maken met een
speciale jubileumuitgave, waardoor de bekend
heid voor de activiteiten groter was dan voor
heen. De herkomst van de volwassen bezoe
kers was meer gemengd: Zeeuwen en recrean
ten. „Het is niet verkeerd dat ook recreanten
meedoen", meent Van Dinteren. „Zij zijn wel
de mensen die de economische waarden van
de natuur vergroten."
Het activiteitenprogramma biedt een scala aan
mogelijkheden (te bekijken en aan te vragen
via www.npoosterschelde.nl). Zo zijn er natuur-
vaartochten op 12 juni en 29 juli, waarvoor de
PZC een lezerskorting aanbiedt (zie de bon el
ders in de krant). Varen kan op andere data
ook vanuit verschillende plaatsen. Verder rond
leidingen door de vismijn Colijnsplaats, jutten
langs het water, 'turegluren' in de Schouwse
Prunje, fietsexcursies, snorkelfietstochten, nat
te laarzentochten, rondvaarten langs de Yersek-
se mossel- en oestercultuur, excursies in de inla
gen van Noord-Beveland en de Scherpenisse-
polder op Tholen, schatzoeken in getijdenpoe-
len van Neeltje JansHet zijn enkele grepen uit
het totale aanbod. Tot en met eind december
zijn er activiteiten gepland.
www.npoosterschelde.nl; www.hetzeeuwseland-
schap.nl; www.biologischewerkgroep.nl
O 3
M i
De PZC volgt in Buitengebied wekelijks
een echte ringrijfamilie: het gezin
Langebeeke uit Middelburg.
De familie rijdt bij de afdeling Capinge.
door Nadia Berkelder
Of dat paard het niet ver
velend vindt dat er ie
mand aan haar staart
staat te trekken? Kees
lacht. Het paard in kwestie zakt
langzaam door de achterbenen.
Van genot. Zachtjes laat het dier
een scheet. Kees vlecht gewoon
door. „Kijk ik pak de streng tel
kens over mijn duim heen.
Steeds een plukje haar erbij. En
dan maak ik er een los vlechtje
van dat ik er van boven weer in
vast zet."
Telkens moeten de paarden voor
het ringrijden worden versierd.
Dat staat in de reglementen. Van
daag zijn moeder Dinie, dochter
Marina en zoon Kees junior be
zig met Spetter, de pony waar
Kees op rijdt en Misty, de pony
bestemd voor Oualid, die les
heeft bij Kees senior. „De spons
natmaken" roept Dinie naar
zoon Kees. „Ja jij. Zeepsop erop
en poetsen." Ze koopt altijd een
goedkope fles shampoo om de
paarden te wassen. „Alleen de
staart van Ciska, de pony, die
doen we in de biotex en als hij
echt geel is in de punt, dan han
gen we hem in de bleek."
Marina zit intussen op haar knie
ën op een stoel, om haar ge
kneusde enkel te sparen. Ze
helpt Oualid met vlechten. Eerst
verdeelt ze het haar van de ma
nen in plukken. Als ze voldoen
de plukken heeft, bindt ze er elas
tiekjes in. Van elk staartje pakt
ze de helft van het haar en bindt
dat samen met de helft van het
buurstaartje. Misty krijgt een
matje: een rand stijf opstaand
haar op zijn nek.
De pony van Misty mag gewoon
blijven wapperen. „Er zijn paar
den die hoofdpijn van krijgen als
je daar vlechtjes in doet", zegt Di
nie. Marina is aan de staart toe.
Ook hier krijgt Misty een matje:
eenheid in stijl. Het haar van de
Fjord is veel te stug om er kleine
vlechtjes in te doen. Marina is
voor grote wedstrijden soms wel
acht uur bezig met het optutten
van haar pony Ciska. „En als het
niet naar mijn zin is, dan haal ik
het er gewoon weer allemaal
uit." Als alle elastiekjes zitten,
kunnen de rood-wit-blauwe
pomponnen in het haar. Maar
dat gebeurt pas 's ochtends, vlak
voor de wedstrijd, anders wor
den ze vies of vallen ze er weer
uit. Na de wedstrijd zamelt Di
nie de wollen bolletjes weer in.
Als ze nog fris zijn, gebruikt Di
nie ze gewoon nog een keer. Er
zijn wel eens ringrijders die hun
paard niet versieren, vertelt Kees.
„Daar zeggen we wat van, tot in
de tweede beurt. In de vijfde
beurt moet er iets in de staart zit
ten. En dat gebeurt ook meestal
wel, ik heb nog nooit meege
maakt dat iemand om die reden
uit de wedstrijd wordt gehaald."