Buitengebied De natuur en de leer \i-S~ Onze Lieve Vrouwe in de polder PZC Zaterdag 10 mei 2008 [23 oe bizar kan toch het toeval zijn. Deze rubriek ein- I digde vorige week met de melding dat woelratten zoveel natuurlijke vijanden hebben. Diezelfde zater- I dag was ik om half zeven op pad naar de Yerseke /loer voor de kartering van weidevogels. Uit de ooghoeken :ag ik een roofvogel in de slootkant zitten en ongeveer der tig meter verderop werd de auto gestopt om zo mogelijk ien foto te maken. Het ging om een fraaie man bruine kie kendief De vogel zat met de kop in de grond en ik reed zachtjes achteruit tot ik de vogei op een meter of acht gena derd was. De kiekendief keek op maar ging daarna rustig door waar hij mee bezig was: het uit zijn hol halen van een dikke woelrat! De ontbijtshow duurde nog zeker tien minu ien en de vogel liet zich niet in het minst verstoren. Volgens kiekendievenspecialist Henk Castelijns zijn kleine zoogdieren in deze tijd van het jaar waarschijnlijk de belang rijkste voedselbron voor bruine kiekendieven. Maar in ande re jaargetijden doen ze hun naam zeker eer aan! Roofvogels zijn soms sterk gespecialiseerd als het om prooikeuze gaat, naar het zijn ook opportunisten. Zo was er deze week in de Yerseke Moer een torenvalk die een mannetje gele kwikstaart ving. Onder luid protest van andere kwikstaar ten en enkele graspiepers werd de prooi meegenomen naar een tarweveld verderop, om daar geplukt te worden. Nu staat de torenvalk bekend als een muizeneter bij uitstek die slechts nu en dan een vogeltje pakt. Maar als een toren valk broedt aan de rand van een weidevogelgebied of vlak bij een sternkolonie dan is de kans groot dat de vogel zich min of meer specialiseert op het voedsel dat het meest voor handen is. Daarom ook is het zaak om heel kritisch en selec tief te zijn bij het plaatsen van speciale nestkasten. Juist in open gebieden kan dat faliekant fout uitpakken. Toch is de jachttechniek van torenvalken in de eerste plaats afgestemd op het vangen van muizen. De vogel staat 'bid dend' stil in de lucht en in de regel maken vogels zich dan als de wiedeweerga uit de voeten. Voor het vangen van vo gels is de jachttechniek van de sperwer veel beter geschikt. Die vangt zijn prooi na een onstuimige achtervolging met onnavolgbaar snelle zwenkingen. Ook de sperwer is met en kele broedparen aanwezig langs de rand van de Yerseke Moer. De vogels doen aan 'kantjesjagerij', want als ze zich in het hart van het gebied vertonen hebben ze zo twintig, dertig grutto's in de nek. Weliswaar hebben ze daarvan niks te vrezen, maar het stoort wel enorm tijdens het jagen. Tussen het voorkomen van roofdieren en dat van hun prooi bestaat altijd een zeker evenwicht. Als er - zoals in de Yerseke Moer - ergens veel makkelijk vangbare prooien zijn, lokt dat allerlei roofdieren aan. Niet alleen roofvogels, maar ook kraaien, eksters, meeuwen, hermelijnen, bunzingen en vossen. Ook blauwe reigers consumeren graag een weidevo gelkuikentje. Dat is een dramatisch gezicht. Je ontkomt nau welijks aan de neiging om de reiger die een vertederend kie- vitsjong pakt, te verjagen. Maar ecologisch gezien is dat on verstandig. Als de roofdieren zoveel jongen gepakt hebben dat de stand aanzienlijk uitgedund is zullen ze zich snel ge noeg op andere prooien richten. Zo werkt nu eenmaal het natuurlijk evenwicht... Toch is de natuur soms sterker dan de leer en ga je je ermee bemoeien. Achwat is het moei lijk om natuur natuur te laten. Chiel Jacobusse De bruine kiekendief; inzet: de sperwer. foto's Chiel Jacobusse Roofvogels zijn gespeciali seerd op bepaalde prooien en ze vervullen juist daar door een belangrijke rol in het natuurlijk evenwicht. En dat geldt even goed voor minder populaire predatoren als kraaien, reigers en meeu wen. Maar soms is ook voor natuurbeheerders de natuur sterker dan de leer. De PZC sponsort stichting Het Zeeuwse Landschap. In Natuur- journaal gaat hoofd ecologie Chiel Jacobusse wekelijks in op wat er aan de orde is in de Zeeuwse natuurgebieden. tekening Adri Karman te m ermoedelijk is Vrouwenpolder gesticht rond 1280. De t naam was toen Niepolre, Nuwenpolre of Poire. In \m 1314 verrees hier een kapel, welke in 1324 parochie- W kerk werd. Later kwam er ook een klooster. Het ver- haal gaat dat halfweg de 14 e eeuw een Middelburger is ver zocht om voor de parochiekerk een schilderij van Maria te maken. Een jonggezel kwam juist in die tijd om werk vragen en de schilder gaf hem het paneel dat hij voor de opdracht van de parochie had gemaakt. De jonge man nam het mee ïaar de zolder. Toen de schilder hem te eten riep was hij ver dwenen. Wel had hij het paneel achtergelaten met daarop :en meesterlijke afbeelding van de maagd Maria. Men was er an overtuigd dat dit het werk van een engel moest zijn. 'On ze Lieve Vrouwe in de polder' werd vereerd door o.a. zeelie- len uit Spanje Portugal en Bretagne. Later zagen godvruchti ge gelovigen mysterieuze lichten en waren ervan overtuigd dat daar een kerk moest komen. De aantrekkingskracht van de heilige plaats nam af en toen er in 1552 nog slechts drie monniken in het klooster woonden werd het opgeheven. Na de reformatie begon het doek van Onze Lieve Vrouwe een omzwerving om uiteindelijk in de jaren dertig in de Rooms Katholieke kerk van Middelburg te belanden.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 23