spectrum 12
Informeel
PZC
Zaterdag 10 mei 2008
STANDPLAATS
door
Ad Bloemendaal
Blote voeten in lederen sandalen,
korte kaki broek, blauwe kiel en
een 'kova tembel' (katoenen kib
boetshoedje) als kroon op de ge
bronsde werkmanskop. Zo zal de stereo
type Israëliër de komende weken weer te
zien zijn op cartoons ter gelegenheid van
de zestigste nationale onafhankelijkheids
dag. Jazeker, hij bestaat nog, maar hij is
oud en eenzaam geworden. Mr. Israël van
tegenwoordig kleedt zich net zo als mr.
Holland en mr. Waardanook: spijkerbroek,
T-shirt en sportschoenen. Het verschil is
dat de man in Israël koppig weigert ooit
iets anders aan te trekken en dat bevalt
niet iedereen, zelfs in een land dat prat
gaat op zijn informaliteit.
Het is waar: ook veel Nederlandse
mannen lopen er bij alsof ze net van
de camping komen. Maar een brui
loft, een officiële receptie of een be
zoek aan een chique restaurant zijn
doorgaans toch gelegenheden waar
voor een Nederlander bereid is zich
te scheren, een gestreken overhemd
aan te trekken en een deftig pak uit
de kast te halen. Hier zou ik hij dat
soort gelegenheden dc mannen die
verschijnen in korte broek, afgedra
gen jeans, T-shirt en sportschoeisel
niet graag de kost geven. Het gebrek
aan decorum lijkt trouwens besmet
telijk. Onlangs nodigde president Shi
mon Peres de buitenlandse corres
pondenten uit voor een offi
ciële ontvangst in zijn resi
dentie in Jeruzalem. Zag ik
daar een Amerikaanse colle
ga in soepjurk en vaaloran-
je Crocs! Het 'doe maar
sjofel, dan doe je net ge
noeg' geldt in dit land
voor alle rangen en standen. De ser
geant-majoor die ons, Nederlandse dienst
plichtigen, de fijne kneepjes van het poet
sen en strijken bijbracht, zou een acute
hartaanval krijgen bij het zien van Israëli
sche soldaten. Als een Israëlische jurist
voor zaken naar de rechtbank moet, hijst
hij zich in een slecht zittend zwart pak en
draagt daarbij een zwarte das. Maar daar
houden de voorschriften kennelijk op. De
ze maand zag ik op een krantenfoto top
advocaat Avigdor Feldman, een van de
raadsheren van de van billenknijperij en er
ger beschuldigde president Moshe Katsav.
Onder zijn kreukelige advocatenoutfit
draagt hij een paar afgetrapte, smoeze-
lig-witte gympen. Ik zou zeggen: steek je
dan helemaal in scheidsrechterstenue.
De 'versjofeling' begint zelfs hier op te val
len. Onlangs heeft de Knesset, het parle
ment, de ongehoorde stap genomen kle
dingvoorschriften uit te vaardigen. Bezoe
kers, journalisten en fractiemedewerkers
mogen niet langer in korte broek, singlet
of weinig verhullend topje het gebouw bin
nen. Ook de eeuwige spijkerbroek is in de
ban gedaan, en dat gaat voor een land als
Israël wel heel ver. In de losgebarsten dis
cussie wordt zelfs het fundament van de
staat er bijgesleept. Het parlement is 'het
bolwerk van soevereiniteit en democratie
en moet ons allen verenigen, of we nu ge
schoren zijn of ongeschoren en of we een
driedelig pak dragen of jeans', protesteert
een sloddervos in het dagblad Yediot
Acharonot. Hij wordt van repliek gediend
door een plaatselijke versie van Amy Gros
kamp-Ten Have: 'Menige Israëliër, die in
het verleden dacht informeel gekleed een
sessie van een parlement in een Europees
land te kunnen bijwonen, is er onceremo
nieel uitgetrapt. En terecht'. Ze vertelt ook
hoe ex-premier en herenboer Ariel Sharon
ooit een adviseur terechtwees, die in spij
kerbroek in zijn kantoor verscheen: „Ik be
grijp dat we straks naar de boerderij gaan
om de koeien te voeren..."
In de buurt van het West-Australische gehucht Morawa
(650 inwoners) zijn mensen zo zeldzaam, dat passerende
weggebruikers elkaar nog groeten. Kangoeroes en papegaaien
hebben er vrij spel. De stoffige, droge tarwestreek heeft altijd
een belangrijke rol gespeeld in de graanproductie van Australië.
Nu even niet, door de droogte.
door René Groeneveld
lijks reacties gehad", verduidelijkt Cars-
lake. „Niet dat de mensen geen belangstel
ling hebben, maar ze hebben na al die
slechte jaren een enorme schuldenlast op
gebouwd en durven het niet meer aan."
Eén van die andere tarweboeren in de
streek is Darren Yewers. Samen met zijn
ouders en vrouw Carole houdt hij een
grote tarwe- en schapenboerderij draaien
de. In vroeger jaren was daar nog een klei
ne nederzetting met mensen voor nodig.
Ook de familieleden van Yewers waren
pioniers op het land. Zijn overgrootvader
begon er als boer in 1907, als één van de
eerste Europeanen in de streek. „De mees
te families zitten hier al meerdere genera
ties", verduidelijkt Yewers. „Je moet zo
veel geld hebben om hier uit het niets
een bedrijf op te starten, dat niemand
daar nog aan begint."
De jonge familie Yewers denkt nog niet
aan stoppen, maar heeft net als de andere
boeren in de streek twee zware seizoe
nen moeten verwerken. „Ik had in 2006
het gevoel dat onze kelen werden doorge
sneden, maar toen kwam daar het nog
slechtere jaar 2007 overheen. Het was
een verschrikkelijk jaar met zandstormen
en geen uitzicht op verbetering. Natuur
lijk hebben we het financieel moeilijk,
maar we zetten door. We zijn de eeuwi
ge optimisten. We hopen steeds maar
weer op regen."
Morawa ligt zo'n 370 kilometer ten noor
den van hoofdstad Perth. De hele ge
meente telt nog geen duizend inwoners.
In de omgeving zijn talloze ijzerertsmij-
nen. Veel boeren en seizoenarbeiders uit
Morawa hebben de tarwevelden inmid
dels dan ook de rug toegekeerd. Ze zijn
naar de mijngebieden vertrokken, waar
op dit moment hoge lonen te verdienen
zijn.
Yewers rekent zich voorlopig nog tot de
blijvers. „Het is ook een kwestie van
trots", benadrukt hij „Ik ben bijvoorbeeld
voorzitter van een groep ter verbetering
van de landbouwmethoden. Bij veel van
de leden zaten ook de vaders en grootva
ders al in die groep. Je geeft iets van gene
raties voor je niet zo maar op."
In veel landbouwgebieden van Australië
Na een leven lang op de
boerderij bij het
West-Australische Mora
wa houdt Warren Cars-
lake het voor gezien. Ja
ren van droogte hebben
hem uiteindelijk gedwongen tot het
schier ondenkbare: de verkoop van de
boerderij en het land dat zijn vader nog
omtoverde van een wildernis tot tarwe
velden die zich verder uitstrekken dan
het oog reikt.
„Het laatste seizoen, met een ongekend
hete, droge zomer, gaf bij ons de door
slag", maakt Warren Carslake duidelijk.
„Het was een regelrechte ramp."
In het uitgestrekte gebied, met honder
den vierkante kilometers rode aarde, zijn
'dryland farmers' actief Boeren die het
moeten doen met weinig regen, in dit ge
val gemiddeld zo'n 340 millimeter per
jaar.
Sinds het begin van het nieuwe millen
nium heeft Morawa zelfs dat lage gemid
delde zelden gehaald. Vorig seizoen viel
er slechts 134 millimeter. Op de 4.800 hec
tare grond, waar Warren Carslake een
oogst van 1,6 ton tarwe per hectare be
hoort te behalen, oogstte hij slechts 200
kilo per hectare.
„Het is hopeloos", beschrijft zijn vrouw
Joy het gevoel dat hen bekroop. „Warren
is een goede boer. Hij doet alles precies
zoals het moet, maar zonder regen sta je
machteloos."
Voor het echtpaar Carslake is afscheid ne
men van de boerderij zwaar. Warren be
landde er in 1956 als 9-jarige jongen en
zag zijn vader er vier jaar over doen het
land geschikt te maken voor landbouw.
Nadat hij het roer in de jaren zeventig
overnam, plantte Carslake er duizenden
Australische bomen en struiken, waar
mee hij tal van zeldzame vogelsoorten
aantrok. „Ik zal vooral die dingen mis
sen", benadrukt hij. „En de oude zalm
eucalyptussen die mijn vader liet staan,
de wilde bloemen..."
Of de boerderij snel zal worden verkocht,
is nog maar de vraag. „Normaal jaagt iede
re boer hier op grond bij een verkoop,
maar nu hebben we eigenlijk nog nauwe-