Eindelijk die eigen droom 7 spectrum 'Het mooie van boer zijn is de enorme veelzijdigheid' pzc Zaterdag 10 mei 2008 door Aii Pankow je moet aan de boerderij zien in welk deel van het land je bent, vindt akkerbouwer Titus van der Tor- foto Mechteid JaoseBH ren. Hij is het buitengebied van de Randstad ontvlucht. Weggepest kun je het met noemen. Hij is ruim- hartig uitgekocht, zodat hij in de polder bij Zonnemaire opnieuw kan beginnen. Maar toch, hij is wat verwenst als boer op een trekker op wegen met toenemend sluipverkeer. „Als je een lijn trok van Am sterdam naar Rotterdam en van Den Haag naar Utrecht dan kruisten die lijnen zich ongeveer in onze woonkamer. Wat heerlijk hier die rust." Youp van 't Hek zong het in één van zijn one-man- shows: Never Waddinxveen. Titus van der Torren grin nikt bij de herinnering: „Dat heeft nog een hoop gedoe gege ven. Het gemeentebestuur had daar boos op gereageerd, waarop Youp het gemeentebestuur uitnodigde voor een optreden, maar toen ging de SGP-wet- houder weer niet mee. Hadden veel in woners daar weer kritiek op." Titus is zelf ook een poosje actief ge weest binnen de gemeenteraad daar. „Omdat ik vond dat er iets gerealiseerd moest worden op het gebied van sport- voorzieningen. Maar hier heb ik voor lopig echt geen ambities in die rich ting, hoor: in mijn vorige woonplaats heb ik iets te vaak mensen gezien die er nog maar net woonden, in de raad kwamen en gelijk de hele boel wilden reorganiseren", haast hij zich om te be nadrukken dat hij voorlopig echt niet in is voor de gemeentepolitiek. Hij heeft andere dingen aan zijn hoofd. De ontwikkeling van een nieuw boerenbe drijfbijvoorbeeld. De bouw aan de Stoofweg in Zonnemaire is kort gele den begonnen. Hij ging daarvoor in zee met de Stichting het Zeeuwse Ge zicht en deelt mee uit de pot van het recht en voltooide zijn studie. Echter tegen de tijd dat zijn vader 65 zou wor den, drong grootvader, die een deel van de grond in bezit had, erop aan dat het boerenbedrijf in de familie bleef „Ik voelde er wel voor. Mijn broer had al een andere keus gemaakt, die zat inmiddels in Afrika. Zodoende was ik 24 toen ik eigen baas werd." Het contact met de grond had hij tij dens zijn studietijd niet verloren. Inte gendeel. Als bijbaantje werkte hij voor de agrarische bedrijfsverzorgings- dienst. „Dat heb ik altijd graag gedaan. Ik had er nooit problemen mee als ik 's ochtends om half zeven al naar Oost-Groningen moest bijvoorbeeld. Met sommige boeren daar heb ik nog steeds contact." Dus Titus werd boer. Op een bedrijf van circa 120 hectare. „Dat was voor die tijd best groot. Toen ik begon was er nog een beetje melkvee, maar dat heb ik vrij snel afgestoten. Het was de periode waarin juist het ontmengen van bedrijven begon. Naast het traditio nele bouwplan waren we gespeciali seerd in karwijzaad. Dat moet je 's nachts maaien. We deden ook in wit lof en spruiten en hadden daarvoor een eigen sorteer- en inpakloods. In het begin heb ik het best moeilijk ge- Euregioproject 'Boeren bouwen aan het landschap', ofwel Bobol. Architect Erik )an Brans ontwierp een losse op stelling met een woonhuisboerderij, een hoge zwart gepotdekselde schuur met rood zadeldak en twee loodsen, die vanaf de weg door boerderij en schuur aan het oog worden onttrok ken. Zo krijgt 'De Noordhoek' (de naam van de nieuwe vestiging) straks de traditionele uitstraling van een 18e - 19e eeuws boerenbedrijf „Het mooie van boer zijn is de enorme veelzijdigheid. Het is technisch, biolo gisch, economisch en af en toe moet je ook diplomatiek kunnen zijn", zegt Ti tus. Hij heeft altijd van het platteland gehouden. Hij werd geboren in Zeven huizen, een klein dorp bij Waddinx veen. Hij is de derde in een gezin met vier kinderen. „Aanvankelijk zag het er niet naar uit dat ik het bedrijf ooit zou voortzetten. Ik had tenslotte altijd nog een oudere broer ook. Bovendien werd ons bedrijf voor het grootste deel gepacht." Niet zo verwonderlijk dus, dat hij na het atheneum koos voor een studie rechten. Dat het de Universiteit van Groningen werd, had wel weer te ma ken met de mogelijkheid altijd nog te kunnen switchen naar de Hogere Land bouw School. Maar Titus specialiseer de zich in privaat- en economisch had. Er waren vijf vaste krachten in dienst. Dat was natuurlijk niet meer rendabel, maar ze waren helemaal ver groeid met het bedrijf en bovendien mensen bij wie ik vaak te rade moest gaan als het om de praktijk ging." Tijdens de bruiloft van een dienst- maat ontmoette hij Otteline. Zij was de tweelingzus van de bruid en 'Van een bruiloft, kwam een bruiloft' zoals het gezegde wil. „Otte- lien kwam wel van buiten, maar niet van een boerderij. Zij was verpleegkun dige. Maar onze vier kinderen kwamen vrij snel achter elkaar. Een reden waar om ze dichter bij huis wilde werken, in ons eigen bedrijf dus. We hebben ieder onze eigen taken, maar ik vind dat we één keer in het jaar bedrijfsma tig iets samen moeten doen. Samen op de trekkers bijvoorbeeld. In Waddinx veen kwamen daar mensen naar kij ken, zo van 'Mevrouw van der Torren zit op een trekker'. Het was daar nog vrij behoudend hoor." Titus voegt er een anekdote aan toe: „Ik had Otteline niet verteld, dat er op een nieuw aange schafte trekker een kruipversnellings- bak zat, waardoor ze met drie km/u ui terst gefrustreerd over een drukke weg reed. Onze jongste zoon die toen vier was en meereed, heeft de zaak gered door op te merken, dat er iets op slakje stond wat ook op haasje kon staan, waar ik hem dankbaar voor was, want ik had wel wat uit te leggen." Zijn kinderen zijn inmiddels 19,18,16 en 14 jaar oud. Zijn oudste zoon en dochters zullen het bedrijf niet overne men, maar zijn jongste zoon voelt er wel voor. „Maar het is nu nog veel te vroeg om daar beslissingen over te ne men. Daar moet je minstens 21 a 22 jaar voor zijn. En het mag absoluut niet onder dwang gebeuren. Daar heb ik al veel ongelukken van zien ko men." Het bedrijf van de familie Van der Torren was gevestigd in een vroegere droogmakerij met rondom veen- en weidegebied en met oprukkende verstedelijking. Bo vendien was er behoefte aan compen- satiegrond voor de kassentelers. „Toen de boodschap van het moratorium kwam, dus dat er hier verder geen ont wikkelingen mogelijk waren, hebben we meteen besloten ons te laten uitko pen en elders opnieuw te beginnen. Stoppen is nooit een optie geweest. Dus moesten we herinvesteren. Hele maal opnieuw beginnen, de mogelijk heid een eigen droom te realiseren. In plaats van in de droom van een ander te stappen, zoals we tot nu toe hadden gedaan. Ottelien had één absolute voor waarde: We beginnen ergens waar we nooit meer de stress hebben van aller lei bobo's die weer komen vertellen hoe het moet met de aanleg van gaslei dingen, riolering of andere nutsvoorzie ningen. En altijd maar afwachten wan neer het werkelijk gebeurt en dus niet weten of je een perceel voor een be paald seizoen nog wel of niet kunt in zaaien. We dachten in eerste instantie aan Frankrijk of de Balkan. We heb ben nog even Tsjechisch gestudeerd, maar konden na drie maanden net grammaticaal verantwoord een pilsje bestellen. Dat schoot dus niet op." Via agrarisch makelaar Johan van der Slikke werd Titus attent gemaakt op Schouwen-Duiveland. Daar kwam hij ook weer in contact met Piet Vis. „Die kende ik nog uit een landelijk agra risch bestuur. 'Vis Zonnemaire', zei hij altijd als hij zich voorstelde. Hij stopte met boeren. Met zijn grond en met uit ruil kwamen we uiteindelijk tot een oppervlakte van 150 hectare. Niet hele maal aaneengesloten, maar toch dicht bij elkaar, tussen de Zonnemairse Dijk en de Kruisweg." Titus is enthousiast over de bijzondere bouwkavel aan de Stoofweg. „Daar staan al vijf windsingels omdat er een bungalowpark zou komen, maar die plannen van de projectontwikkelaar gingen niet door. De grond is hier ove rigens veel gelijkmatiger en veel lichter dan in Waddinxveen. Dat biedt veel meer teeltmogelijkheden. Ik denk er aan onder meer de knoflookteelt weer op te pakken." Tijdens de bouw van zijn nieuwe boer derij woont Titus met zijn gezin in het geboortehuis van professor Pieter Zee man middenin het dorp. Een geweldi ge plek, vinden ze. Ook over de hartelij ke ontvangst laat hij zich uit in superla tieven. „Het was een geweldige erva ring toen ik voor het eerst hier met mijn trekker over de Oostweg reed. Ik kwam Jan Goense uit Noordwelle te gen. Hij ook op zijn trekker. Direct een praatje maken. Ik werd al zenuwachtig dat we het verkeer ophielden. In Wad dinxveen werd je als boer vaak ver wenst als je alleen maar op de weg reed. Pas na tien minuten kwam er een klein autootje. Dat reed gewoon om ons heen en de bestuurder lachte vro lijk en zwaaide. Wat een verschil tus sen daar en hier." „Maatschappelijk actief? Ja, als het be drijf op orde is wil ik mij wel weer voor iets inzetten. Behoud van het agrarische landschap bijvoorbeeld. Ik heb in Waddinxveen ervaren wat er gebeurt als de bulldozers komen. Ik ben tevens kerkelijk meelevend. Van huis uit ben ik remonstrants, die club van De Genestet en dominee Uyten- boogaard. Dat is niet zo streng hoor. Ik werk in principe niet op zondag, maar niet uit principe. Dus als er voor maan dag regen wordt voorspeld en op zon dag is het nog droog dan wordt er bij wijze van uitzondering natuurlijk wel op zondag geoogst en dat is geen straf in de mooie omgeving waarin wij nu ons bedrijf hebben." zie ook: www.youtube.com/boerenbouwen Paspoort Naam: Titus van der Torren -Geboren: 19 juli 1957, Zevenhuizen Huidige woonplaats: Zonnemaire Burgerlijke staat: gehuwd, vader van twee zoons en twee dochters. Opleiding: Atheneum, Rechtenstudie Uni versiteit Groningen Beroep: Landbouwer Hobby's: Lezen, geschiedenis en hockey

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 123