'Ik werk alleen als ik er zin in heb 'Na je pensioen tel je niet meer mee 'Betrokken blijven en bijdragen 'Veel meer tijd om geld uit te geven in tot 65 jaar, zo bleek de- Jan twee jaar geleden. Ra- toppen met werken uit de 'De regering stoomt de Nederlander er langzaam voor klaar dat hij langer moet doorwerken.' Michal van Dantzig, uitzendbureau 65plus PZC Vrijdag 9 mei 2008 1 3 ;an van Velsen (67) heeft al lerlei baantjes gehad. Voor zijn prepensioen werkte hij 18 jaar in het ziekenhuis als ar chiefbeheerder. „Toen ik zestig werd, moest ik eruit. Ik vertrok met een over bruggingsuitkering, zeg maar de vut van de zorg. Alles was prima geregeld, hoor. Maar ik voelde me veel te jong om thuis te zitten. En nog." „De hele dag thuis zijn, is niks voor mij. Ik mag dan bijna 68 jaar zijn, ik wil graag nuttig zijn. En me overal tegenaan be moeien. Die geraniums die ko men vanzelf wel." „Ik werk graag. Altijd gedaan ook. Ik ging altijd zingend heen en kwamfluitend weer te rug." Van Velsen pakt van alles aan. „Direct na mijn pensioen ben ik bij een kennis aan de slag ge gaan. Ik heb grafzerken gezet. Mooi werk. Maar na vijfjaar werd het stenen tillen me toch te zwaar." Om leuke dingen te kunnen blijven doen en omdat hij de so ciale contacten miste, schreef Van Velsen zich in bij uitzend bureau 6splus. Hij werkte anderhalfjaar als bodemonderzoeker, nu werkt hij onder meer als parkeerbe- heerder voor de gemeente. „Ik zoek werk dat heel flexibel is. Ik wil me niet vastleggen op be paalde dagen of uren. Als het vandaag niet uitkomt, wil ik kunnen zeggen: joh, kan het morgen niet. Als het mooi weer is, wil ik naar buiten kunnen en niet vastzitten aan verplich tingen. Die tijd heb ik wel ge had." „Ik wil ook tijd overhouden om leuke dingen te doen. Zoals fietsen of met mijn vrouw en kleinkinderen op pad. Vorig jaar winter zijn we twee maan den in Spanje geweest. Dit jaar willen we drie maanden gaan. Ik werk alleen nog als ik er zin in heb." laid Visser houden ze veel kennis vast, maar zijn ze geen bedreiging voor jongere werk nemers. Mede daarom worden 65-plussers steeds positiever beoor deeld door werkgevers." Isabelle Coenen van FNV-vakcentrale is daar nog niet zo zeker van. „Als ie mand al in dienst is, valt het mee. Maar sta je aan de kant als 'oudere', dan zien werkgevers je nog steeds niet staan. En dat begint al met 45 jaar." Dat de animo aan de kant van de werknemer om door te werken de laatste jaren wel is toegenomen, heeft volgens Coenen te maken met een cultuuromslag. Door de invoering van de vut, begin jaren tachtig, werden mensen praktisch gedwongen uit het arbeidsproces te stappen. De cultuur ontstond vanzelf, dat werkgevers niet langer investeerden in oudere werkne mers. Voor personeel op leeftijd werd het daardoor weer minder interessant om te blijven werken." Coenen vindt dat er wel een verschil bestaat tussen 'kunnen' en 'willen' werken tot 65 jaar. Dat met name jon geren aangeven daartoe bereid te zijn, heeft volgens haar wellicht met jeugdi ge overmoed te maken. „Voor sommi ge werknemers is het doorwerken tot 65 gewoon fysiek te zwaar en als je jong bent, overzie je dat nog niet al tijd." De FNV blijft derhalve voorstan der van een keuzesysteem. Coenen: „Want als de regering het doorwer ken tot 65 jaar of zelfs langer ver plicht, dan stroomt het Museumplein zo weer vol." foto's Sandra Peerenboom en Erik van 't Huilenaar Bram Visser (61) heeft 33 jaar met veel plezier ge werkt als gevangenisbewaar der. Doorwerken na zijn zestig ste is wettelijk verboden. En dat vond hij ook wel best. „Ik heb echt naar mijn pensioen toegeleefd. Niet omdat ik het werk niet leuk vond maar na al die jaren was ik er een beetje klaar mee." „Eigenlijk moest mijn vrouw er nog het meest aan wennen dat ik thuis was. Zij werkt vaak 's avonds en was gewend om overdag het rijk alleen te heb ben. Komt er ineens iemand de hele dag bij zitten. Gezellig na tuurlijk, maar zij kwam niet meer toe aan alles wat ze over dag moest doen en regelen." „Ik heb me eerst een jaar op mijn hobby's gestort. Ik hou van motorrijden, filmen, foto graferen. Ik ben gek op de nieuwste apparaten met Blu- ray en high definition. En dan zijn het jammer genoeg hele du re hobby's." „Dat is het vervelende van ge pensioneerd zijn: je hebt min der geld en veel meer tijd om geld uit te geven. Het leven wordt na je pensioen eigenlijk veel duurder. Leuker, maar duurder." „We gaan doordeweeks naar de Efteling en naar de Keuken hof We gaan wat vaker de stad in, op een terrasje zitten. Lekker gebakje erbij." „Om de centjes te compense ren, heb ik een baan gezocht. Ik werk nu twee dagen in de week bij Sandd, ik breng post rond met een bestelwagen. Dat vult het potje leuk aan." „Zo ben ik tegelijk weer meer onder de mensen. Dat had ik gemist. Mensen zijn nooit het zelfde. Wie vandaag chagrij nig is, kan morgen weer in een goede bui zijn." „Deze baan is veel relaxter dan mijn vorige. Als ik er nu geen zin meer in heb, stop ik er ge woon mee." Huib van Deutekom (73) werkte tot zijn 56ste als chemisch technoloog bij Philips In 1990 kwam hij in een ont slaggolf terecht en besloot hij zijn eigen adviesbureautje te be ginnen, waarmee hij tot op he den zowel nationaal als inter nationaal actief is. „Moeilijk in te schatten hoeveel uur dat is per week, want wer ken en gewoon 'bijblijven' lo pen wel eens door elkaar heen. Maar ik denk zo'n tien tot twintig uur in de week", zegt Van Deutekom. Voor hem is de belangrijkste motivering 'be trokken te blijven en een bijdra ge te kunnen blijven leveren'. Financiële overwegingen spe len voor Van Deutekom min der. „Het is fijn als iets geld op levert, maar het gaat mij er vooral om dat het me niets kost." Volgens de ingenieur heerst in Nederland nog te veel het kli maat waarbij niet werken 'ge weldig lonend' is. „In landen als de Verenigde Staten en Chi na ligt dat toch anders. Daar is het heel vanzelfsprekend dat je werkt voor je geld. En wil je daar eerder stoppen met wer ken, dan moet je dat gewoon goed regelen." Van Deutekom vindt dan ook dat in Nederland de discussie anders moet worden gevoerd. „Accepteren we dat niet wer ken wel wordt betaald? Als je dat wilt, dan wordt vrijwilli gerswerk dat veel gepensioneer den doen een soort bezigheids therapie." Van Deutekom denkt dat er pakweg 25 jaar geleden veel meer naar het pensioen werd uitgekeken dan nu. „Toen werk te je veel meer alleem om geld te verdienen. Tegenwoordig zijn er binnen het bedrijfsleven veel meer hoger opgeleiden die ook echt op hun eigen niveau werken. Daardoor blijven ze langer gemotiveerd om langer door te werken." Piëta Askes (61) heeft23 jaar als verpleegkundige gewerkt. De laatste jaren werk te ze als wijkverpleegkundige. Op haar zestigste mocht ze met pensioen en die kans heeft ze met beide handen aangegre pen. „Ik was de bureaucratie in de gezondheidszorg meer dan spuugzat. Eindeloze onderhan delingen met ziektekostenverze keraars en indicatie-instellin gen, verschrikkelijk vond ik het altijd. Ik was blij dat ik er van- afwas." „Ik heb eerst een jaartje een ti me-out genomen. Maar de con tacten met patiënten ging ik erg missen. Via het Senior Uit zendbureau heb ik mijn voor waarden vastgelegd. Nu werk ik alleen volgens mijn eigen condities. Voorop staat: geen bureaucratie meer. Als ik nu werk, heb ik niets meer te ma ken met productiecifers, ik hoef nooit meer te onderhande len." „Ik vond dat ik veel know-how had vergaard in al le jaren als verpleegkundige. En er gaat de laatste jaren toch al zoveel kennis verloren in de gezondheidszorg. Iedereen wil tegenwoordig alleen nog maar goedkoop en dus laag-opgeleid personeel. Ik had er veel moeite mee om mijn deskundigheid weg te laten waaien. Ik weet het niet, misschien is dat niet te recht maar ik wilde graag een beetje onmisbaar zijn. Als ge pensioneerde tel je opeens niet meer mee. Je wordt afgeschre ven. Dat voelt niet goed." „Iedereen zegt: ga toch lekker van je vrije tijd en van je cent jes genieten. Dat doe ik ook wel hoor. Ik heb veel hobbies: ik lees graag en ik heb altijd al lerlei cursussen gevolgd. Vrij willigerswerk is niks voor mij. Ik wilde een lijntje houden naar mijn vak. Dit is een goede oplossing: niet het gedoe, wel de voldoening en de maat schappelijke betrokkenheid.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 13