Er duiken méér Zeeuv Waar komt de melk eigenlijk vandaan? O "J Ml 0V 30 Dinsdag 6 mei 2008 PZC NAMEN Bröödkiste Op de historische Zeeuwse hoeves kenden we haverkis ten en meelkisten. De inhoud van de eerste was bestemd voor de paarden als er hard gewerkt moest worden. En voor de spreekwoordelijke bok natuurlijk. De meelkist stond in het varkenshok. Hij bevatte erwten-, gerste- en an der meel voor de vette var kens. Maar een broodkist was niet in de schuur te vinden. Daar was geen functie voor. Een broodtrommel om het dagelijks brood te bewaren vond je in huis, in de keuken- kasse. Al een paar generaties zijn opgegroeid met het Bra- bantiamodel. Maar een brood- kist als veldnaam tref je over al in Zeeland (en in heel Ne derland) aan, al vijf eeuwen lang. Van veldnaam naar boer derijnaam is soms een kleine stap. Ook in Duitsland trou wens, en Le Pannier d'Or heeft in Frankrijk ook een vas te plaats. Bij onder meer Kou dekerke op Walcheren is een boerderij met die naam. Van waar al die broodlcisten? Los van de akkers voor sommige gewassen (bonenakker, vlasakker), denk ik dat brood hier als synoniem wordt ge bruikt voor voedsel: 'ons dage lijks brood', 'broodnodig'. Een akker, een boerderij die broodkist heet, duidt op vruchtbare grond, op over vloedige opbrengsten, op on misbaar voedsel dat in de wij de omtrek verkocht kon wor den. Het is ook een soort state ment: 'landbouw is en blijft voedselvoorziening, dus heel belangrijk'. Hoeves met slech te grond of bewoners werden ook als zodanig aangeduid: 't Verderf, de Doodkist, Calis- hof (calis betekent slecht), de Biester of Bijster. Daar waren geen of nauwelijks zoete broodjes van te bakken! Gerard Smallegange maken met een andere vorm van erfrecht. Boven de Westerschelde werden ambachtsheerlijkheden nogal eens gesplitst en wilde elke erfgenaam zijn eigen mottekasteel. Zo hebben er rond Kloetinge wel tien gelegen. In Zeeuws-Vlaande- ren speelde die opsplitsing niet. Het onderzoek naar de mottekaste- len is één van de signalen die wij zen op een toenemende belangstel ling voor kastelen en buitenplaat sen in Zeeland. Nog vrij nieuw is ook de oprichting van een overleg platform. Daarin zitten partijen die kastelen, buitenplaatsen en vliedbergen beheren of daarmee op een of andere manier te maken hebben. Het gaat om ongeveer 200 objecten in de provincie. De coördinator van het platform, Ronald van Immerseel, zegt dat het aantal vermoedelijk hoger ligt - zie het onderzoek naar de motte- kastelen. „En bijvoorbeeld in Zeeuws-Vlaanderen lijken er veel meer buitenplaatsen te zijn ge weest dan bekend is." In het verleden zijn in Zeeland nog geen honderd kastelen ge bouwd en die zijn bijna alle ver dwenen. „Die er waren, waren dik wijls erg groot", weet Van Immer seel. Hij merkt op dat voor veel la ge adel het bouwen en onderhou den van een stenen kasteel kost baar was. Zij vielen terug op de boerenstand. Ook hier speelde het unieke erfrecht (ambachtsheerlijk heden waren onbeperkt splisbaar) een rol. De buitenplaatsen, waarvan de meeste op Walcheren verrezen, kenden in de 18e eeuw een bloei periode. De luxe landhuizen kwa men soms voort uit kleine hofste den, werden ook wel gebouwd op de fundamenten van een oud kas teel of nieuw gesticht. In navol ging van Vlaanderen werden de huizen van de rijke kooplieden en regenten nogal eens voorzien van een toren. De meeste buitenplaat sen bestaan, net als de kastelen, niet meer. Bij de Rijksdienst voor Archeolo gie, Cultuurlandschap en Monu menten (RACM) zijn 18 complete Zeeuwse buitenplaatsen als be schermd complex bekend (dus huis, bijgebouwen, tuin en park- aanleg) en 17 buitenplaatsen waar van bijvoorbeeld alleen het huis beschermd rijksmonumenten is en de parkaanleg niet (met name door Rinus Antonisse In Zeeland boven de Westerschelde hebben in de middeleeuwen veel meer zogenoemde 'mot- tekastelen' gestaan dan tot nu toe is aangeno men. Het aantal van deze eenvoudige verdedi gingswerken - houten toren op een terpje - ligt dik boven de 200. Nu zijn er in de hele provincie nog maar 38 van deze 'monumenten van aarde' overgebleven. Het nieuws over de terpen - tegenwoordig bekend als vliedbergen - komt van Jan Kuipers, medewerker archeologie van de Stichting Cultu reel Erfgoed Zeeland (SCEZ). Hij is bezig met archiefonderzoek naar de aanwezigheid van mottekaste- len in de provincie. Schou- wen-Duiveland is zo goed als afge rond en Kuipers heeft circa 60 'waarschijnlijke plekken' opge spoord - met inbegrip van het ver dronken Zuidland van Schouwen - waar een terp met verdedigings werk heeft gestaan. „We waren uitgegaan van bijna de helft", meldt hij. Dat er opeens meer mottekastelen opduiken, schrijft Kuipers toe aan het feit dat voor het eerste alle oude gegevens uit de archieven en (nieuwe) ar cheologische onderzoeken zijn doorgespit en gebundeld. Die sa menhang ontbrak. Heel Zeeland wordt op deze manier doorgeno men. „Wat je op Schouwen-Duiveland ziet, ga je ook in de andere regio's zien", voorspelt hij. Het onder zoek loopt tot 2010, maar Kuipers betwijfelt of het karwei dan af is. Om alle informatie te vergaren is meer tijd nodig. Dat moet dan maar, vindt Kuipers. „Je hebt nu de kans voor het eerst een vrij compleet overzicht te krijgen." Het grootste aantal van de verdedi gingsheuvels is in de 12e en 13e eeuw boven de Westerschelde aan gelegd. In Zeeuws-Vlaanderen wa ren er veel minder. Dat heeft te Beschermde buitenplaats Munnikenhof bij Grijpskerke. Beschermde buitenplaatsen De beschermde historische bui tenplaatscomplexen in Zee land zijn: Zorghvliet, Ellewouts- wijk (twee buitenplaatsen); Land lust, Heinkenszand; Jacht huis, Kloetinge; Ter Hooge, Middelburg; Slot Haamstede, Burgh-Haamstede; Heesterlust en Mon Plaisir, Schuddebeurs; Elderschans, Aardenburg; Duin vliet en Berkenbosch, Dom burg; Moerbosch, Koudekerke; Duinbeek, Westhove, Zeeduin, Overduin, Oostkapelle; Welge legen, Serooskerke en Munni kenhof, Grijpskerke. door Rinus Antonisse Kinderen uit de stad denken dat de chocolademelk rechtstreeks vanon der de koe vandaan komt. Dat wordt althans wel beweerd om aan te ge ven dat het werk van de boer voor velen een ver-van-mijn-bedshow is. Nu zal het met het onbekend zijn van het platteland in Zeeland nog wel meevallen. We zien in elk geval nog volop koeien in de wei. Maar hoe een meelkveehouder precies werkt, is toch ook voor menige inwoner van Zee land wat onduidelijk. Volgens zuivelbedrijf Campina blijkt uit on derzoek dat kinderen bij de boterham nog steeds het liefst een glas melk drinken. Maar eenvijfde van de kinderen weet niet waar de melk vandaan komt. Dus het verhaaltje over de chocolademelk en de koe is niet helemaal bezijden de waarheid. Onder het motto 'van koe tot koelkast' organiseert Campina in het hele land een Open Boerderijdag, op maandag 12 mei, tweede pinksterdag. Die is vooral ge richt op kinderen en tegelijk kunnen ook de ouders informatie opdoen. Met eigen ogen zien hoe het er op de boerderij allemaal aan toegaat. Het gaat om melkveehouderijen die zijn aan gesloten bij de coöperatie Campina. Zo'n 5500 boeren in Nederland zijn samen eige naar van het zuivelbedrijf (vorige week viel een besluit over fusie met coöperatie Fries land Foods). In Zeeland doen drie boerderij en mee aan de open dag, die van 10.00 tot 16.00 uur wordt gehouden. Het gaat om Dreessen-Dekker, Breeweg 21, Koudekerke, Rouw, 's Heer Hendrikskinderendijk 149, Goes en Tielemans, Mauritsfort 43A, tussen Hoek en Philippine. Van koe tot koelkast is vooral een kijkje nemen op het erf en in de stallen. Antwoord op vragen als: hoe wordt boter gemaakt, op welke manier worden de koeien gemolken, wat vindt de boer van het in de wei laten lopen van zijn dieren. Kortom, de hele 'melkweg' wordt uit de doe ken gedaan: hoe leven koeien en wat moet er allemaal gebeuren voordat de melk - en ande re zuivelproducten - thuis in de koelkast staat? De kinderen kunnen ook deelnemen aan een speurtocht op de boerderij.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 32