n
rF
0
m
m
WÈ-,
mm
N
Z
PZC Zaterdag 3 mei 2008 47
DAMMEN
Daaf Kasse
J| eroen van den Akker was een van de
I grote smaakmakers van het NK. Als
I de Amsterdammer in de derde ronde
I niet zo knullig had verloren van Mar-
n Dolfing had er zeker meer in gezeten
dan de vierde plaats. In de zevende ronde
speelde van den Akker een partij die tot
de hoogtepunten van het toernooi be
hoort. Zijn tegenstander was Wim van
der Kooij, die u in de rubriek van vorige
week al in de rol van omsingelaar zag. Te
gen van den Akker koos de Bosschenaar
voor de aanval, maar dat leverde hem al
net zo weinig op als tegen Ron Heusdens.
Wim van der Kooij - Jeroen van den Ak
ker: 1.33-29 19-23 2.35-30 20-25 3-4°"35
14-20 4.38-3310-14 5-42-38 14-19 6.30-24
19x30 7.35x2417-22 8.44-4011-17 9.32-28
23x3210.37x28 6-1111.41-37 22-27! Zo
speelde Van den Akker het in maart 2007
ook in een competitiewedstrijd tegen Toi-
ne Brouwers. 12.31x2218x27 13.46-4117-21
14-37-32 21-2615.32x2126x1716.41-37 16-21
17.38-32 21-2718.32x2117x26 19.43-38
13-18 20.47-42 9-13 21.37-3211-17 22.42-37
7-1123.50-441-6 24.37-3126x37 25.32x41
17-21 26.41-3711-17 27.48-42 6-1128.37-31
21-26 29.42-3711-16 30.37-32 26x37
31.32x4116-21 Er lijkt geen vuiltje aan de
lucht voor Van der Kooij, maar langzamer
hand begint de linkervleugel van wit wat
dun te worden. 32.41-3718-22! 33.36-31?!
Het opspelen van schijf 36 blijkt achteraf
geen gelukkige keuze. De opstoot 28-23
heeft de voorkeur in deze positie. 13-18!
Beter dan 21-27 waarop wit behalve 41-36
ook 28-23 27x36 23-18 12x23 29x27 20x29
34x23 kan spelen. 34.31-26 4-10! Een
mooie zet. Vanaf nu moet wit in allerlei
varianten met de wending 25-30 rekening
houden. Als hij bijvoorbeeld 37-32 speelt
staat hij binnen enkele zetten verloren,
omdat hij 28-23 nooit kan doorzetten.
Ook 38-32 is slecht wegens de afwikkeling
18-23 29x16 20x27. De volgende zet is daar
om logisch. 35.24-19! 10-14 36.19x10 5x14
37.38-32?! 14-19! 38.37-31 Vrijwel gedwon
gen. Op 40-35 volgt sterk 19-24 met soort
gelijk spel als in de partij en op 49-43 kan
zwart combineren met 22-27 43-38 19-23
28x19 17-22 26x28 2-7 32x2118-23 29x18
12x41. 8-13 39.31-27 22x31 40.26x37 19-24!!
Opnieuw een heerlijke zet van de zwart-
speler. Door de dreiging 25-30 en 13-19
zijn zetten als 37-31 en 49-43 verhinderd,
terwijl 28-23 verliest door 24-30 33-28
18-22 etc. Er blijft dus maar één zet over:
41.40-35 18-22 42.49-43 Nauwelijks beter
is 28-23. Een mooie variant is dan 13-18
32-28 21-27 49-43 3-9! 34-30 25x34 39x19
9-13! 19x8 2x13 35-30 27-32! met uitsteken
de eindspelkansen voor zwart. 22-27!
43.43-38 De plakker 28-22 27x40 22x11
biedt ook weinig perspectief Er volgt 2-7
11x213-19 35x44 3-8 2x13 19x8 en de zwar
te 'vork' is beslissend. Omdat de ruilmoge-
lijkheid 34-30 door het opspelen van
schijf 43 van de baan is loopt wit hele
maal vast. 2-7 44.28-23 13-18 45.32-28
18-22 46.45-40 21-26 47.37-32 7-11
48.32x2111-16 49.35-30 24x35 50.23-19
16x27 en wit gaf het op. Op 19-13 is 3-8
13x2 20-24 tie snelste weg naar winst.
In Emmeloord werden slechts weinig par
tijen door combinaties beslist. In vrijwel
alle gevallen was de slagzet een gevolg van
een blunder van een van de spelers. Voor
de (denkbeeldige) prijs voor de mooiste
combinatie komt dan ook slechts één frag
ment in aanmerking. In het diagram ziet
u de stand na 38.48-42 in de partij tussen
Boudewijn Derkx en Gerlof Kolk. Laatst
genoemde speelde 3-8?, waarop zijn tegen
stander toesloeg met 39.38-32! 27x38
40.15-10 4x24 41.29x20 38x29 42.30-24
19x30 43.25x3 14x25 44.3x14 met winst
voor wit.
:|vf
IÉ
H
O
B
m
pj
u
n
lil
Lj Hl
n
SCHAKEN
Het persoonlijk kampioenschap
van Zeeland had dit jaar een goe
de bezetting. Vier oud-kampioe
nen waren van de partij, Freeke,
Van Rij, Wise en Hekhuis, maar het kan
natuurlijk altijd nog beter. Mathieu
Freeke, de eerste bordspeler van Terneu-
zen, is voor de tweede keer Zeeuws kam
pioen geworden. Daarmee onttroonde hij
jeroen Hekhuis uit Souburg.
Op Freekes overwinning viel niets aan te
merken. Hij was met een score van 7 uit 8
en 1,5 punt voorsprong op zijn naaste con
currenten veruit de sterkste speler. Waar
aan dankt hij zijn succes? In de eerste
plaats aan zijn geweldige vechtlust. Hij
speelt altijd op winst, maar schuwt daar
bij het eindspel niet. Ruil van stukken,
mits het met inzicht gebeurt, betekent im
mers geenszins een afwikkeling naar remi
se. Emanuel Lasker, wereldkampioen van
1895 tot 1922, begreep dat als geen ander
en dankte er een groot deel van zijn suc
ces aan, maar ook spelers als Capablanca,
Rubinstein, Petrosjan, Larsen, Karpov en
Smyslov waren er zeer bedreven in. Voor
al tegen minder getalenteerde spelers
moet je eigenlijk doorgaan tot er echt pot-
remise is. Sommigen vinden het onspor
tief om remisestellingen uit te melken,
maar dat is onzin. Het eindspel is de
meest pure vorm van schaken. Freeke
heeft dat goed begrepen, hoewel het in
dit toernooi ook wel eens mis ging. Zo
liet hij Wim Sinke glippen door een misre
kening in een gewonnen staand eindspel.
De beslissing van het kampioenschap viel
ook in een eindspel, dat volgens de reken
meesters eigenlijk remise had moeten
worden.
Mathieu Freeke (Terneuzen) - Joey Gro-
chal (Goes). Zeeuws kampioenschap.
t.d4 d5 2.C4 c6 3.Pf3 Pf6 4.e3 e6 5.Pbd2
Ld6 6.b3 Pbd7 7.Lb2 0-0 8.Ld3 b6 9.0-0
Lb7 io.Pe5 De7 ii.Dfj La3 i2.Lxa3 Dxa3
13-Pxd7 Pxd7 I4.e4 De7 ts.Tfei Tfd8
ïö.Tadi Niet i6.exd5 cxd5 I7.cxd5 wegens
17„.pf6. l6...Df6 17.Dxf6 Pxf6 l8.cxd5
cxd5 I9.e5 hiermee krijgt wit een duur
zaam ruimteoverwicht, dat tot in het
eindspel blijft bestaan. i9...Pd7 20.Tci
Tac8 2i.b4 Wit staat beter, niet erg veel,
maar genoeg om zwart langdurige onder
druk te kunnen zetten. 2i...a6 22.Pb3 Pb8
23X4 Txct 24.TXC1 Tc8 Als zwart gedacht
heeft met het ruilen van de torens een
snelle remise te kunnen bereiken, heeft
hij zich vergist. 25.TXC8+ Lxc8 26,Kf2 Ld7
27.Ke3 La4 28.Pd2 Pc6 29.33 a5 30.bxa5
Pxa5 3t.Pbi PC4+! Nu blijft zwart met
een slechte loper tegen een sterk paard zit
ten maar krijgt wel een gedekte vrijpion
op C4. 32.LXC4 dxc4 33-Kd2 Lc6 34453 h6
35.KC3 b5 36.Kb4 g5! Het eindspel zou bij
goed spel beiderzijds in remise hebben
moeten eindigen. 37-fxg5 Jtxg5 38.PC3
Kg7 39.KC5 Met 39.a4 bxa4 40.Pxa4 kon
wit een pion winnen, maar het is onwaar
schijnlijk dat hij daarmee had kunnen
winnen na 40..T5 4t.exf6+ Kxf6 42.Pb6
Kf5 43.KXC4 g4 enz. 39...Le8 40.g4 Nu
komt de pion op de kleur van de loper.
Overweging verdiende 40.I13 maar de ge
speelde zet heeft ook zijn voordelen, zoals
spoedig blijkt. 40,..f5? Fout! De laatste zet
voor de tijdcontrole! Hij had 40...Kg6
41.Kd6 Kg7 moeten doen. Het is niet te
zien hoe wit dan moet winnen. B.v.:
42.Ke7 Lc6 4i.exf6+ Kxf6 42.Kd6 Lg6
Of 42,..Kf7 43-Pe4 en zwart is in tempo-
dwang. 43.Pxb5 Le4 44.KC5 Lf3 45.KXC4
Lxg4 46.a4 es Er is geen redden meer
aan. 47.d5 Lc8 48.PC7 Ke7 49.KC5 e4
50.d6+ Kd7 st.Pds Lb7 52.Pe3 La6 53.a5
Ld3 54.PC4! Lfi 55.a6 e3 56.a7 Lg2
57.Pxe3 Le4 58.PC4 Kc8 59.Pb6+ Kd8
6o.a8D+ Lxa8 6i.Pxa8 1-0
BRIDGE
De beleving van bridge is bij veel
Engelsen uniek. David Bird publi
ceert regelmatig de belevenissen
van de abt. Zijn verhalen zijn
doorspekt met Engelse humor. Eigenlijk
missen we deze invalshoek in Nederland,
waarmee overigens niets tekort wordt ge
daan aan Jules van Ogtrop. Ook zijn verha
len zijn de moeite waard om te lezen.
Dit keer ontmoet de abt op een drive
twee zeventienjarige broeders. Hij vraagt
hen of het goed gaat, maar zij vinden het
zenuwslopend om tegen die senioren te
spelen. Ze maakten aan de vorige tafel
een fout waardoor 3SA gemaakt werd.
Dat kan gebeuren als je nog maar een
maanden speelt vindt de abt. Hij zei dat
ze niet moesten wanhopen want het zou
zeker beter gaan als ze naar zijn wekelijk
se lessen kwamen.
De jongens vertelden hem ook nog dat
een van hen vergat dat de ruitens van de
dummy hoog waren omdat ze zenuwach
tig waren toen ze tegen broeder Lucius
speelden. Het gezicht van de abt betrok
toen hij hoorde dat Lucius een top in de
schoot geworden was. Maar hij hoopte
dat hun goedgevigheid zich aan deze tafel
zou voortzetten.
Ruud van den Bergh
De Abt (W) opende met 2Ha (zwak).
Broeder Connor (N) doubleerde en Broe
der Xavier (O) bood 3Ha. Na twee keer
pas doubleerde noord weer, waarna broe
der Dylan (Z) 3Sch bood. Noord verhoog
de naar 4Sch. Daarbij bleef het en de abt
moest uitkomen. Dat deed hij met harten
heer en toen de dummy open ging, stelde
zuid vast dat Connor slechts drie troeven
had en dat hij geen vijfkaart had beloofd.
Noord antwoordde dat hij misschien 3SA
had moeten bieden, maar dat durfde hij
niet zonder hartenstop. De Abt luisterde
met genoegen naar deze discussie. Zij zou
den nu topscores eerlijk onder de grootste
concurrenten verdelen. Maar waarom had
zijn partner niet gedoubleerd, vroeg hij
zich af
De Abt ging verder met hartenaas die in
zuid werd getroefd. Twee rondjes troef
onthulden het 5-1 troefzitsel waarna de
leider de laatste harten van de dummy
troefde met zijn laatste troef
Hij speelde daarna een klaveren naar het
aas en trok nog een keer troef met de laat
ste troef van noord. Deze kaarten moes
ten nog gespeeld worden met noord aan
slag:
Noord: Rui: AH8 KI: V43
Oost: Sch: B10 Rui: V1096
Zuid: Rui: B74 KI: H86
West: Ha: B Rui: 52 KI: B107
De leider vroeg om een kleine klaveren
waarop oost een ruiten afgooide. De jon
ge aspirant bridger won de slag met de
heer.
De volgende klaveren ging via de boer
van de Abt naar de vrouw van de dum
my. Nu troefde oost wel en incasseerde
ook zijn andere troef. Hierop deed de lei
der uit zowel zijn eigen hand als uit die
van de dummy een klaverenweg.
Nu moest oost een ruiten spelen en hij
koos voor de negen. In zuid werd met de
boer genomen en met ruitenaas en -heer
werden de laatste slagen gemaakt.
Noord vroeg aan zijn partner of hij het ge
maakt had waarop zuid antwoordde dat
hij dacht van wel omdat er slechts drie
kaarten in OW richting lagen. Dus dan
moet ik tien slagen hebben gemaakt, was
zijn conclusie.
De Abt zakte bijna door zijn stoel. Hoe
was het mogelijk dat een beginner als
broeder Dylan een top bij hem weghaalde
terwijl hij zijn concurrent 3SA laat maken
die gemakkelijk down gespeeld kan wor
den.
AHV
983
#>AH8
AV43
7
AHB542
52
B1075
B10862
V106
V1096
#9
9543
¥7
B743
^H862
West gever, niemand kwetsbaar