favoriet als oppas Grootouders 40 Zaterdag 3 mei 2008 PZC Jan en Baukje van der Heide vangen thuis vier van hun kleinkinderen op. Vlnr: Jorryt, Baukje, Naomi, Jan, Ilse en Marrit. Structureel op de kleinkinderen passen, vinden veel grootouders een verrijking. Pedagoog Marijke Bisschop, auteur van Helpen zorgen voor je kleinkinderen, waarschuwt voor te veel oppasenthousiasme: „Weet waar je aan begint." door Mandy Pijl foto Jacob van Essen In het huis van opa Jan en oma Baukje van der Heide in het Friese Harkema is het vier dagen per week een druk te van jewelste. Kleinzoon Jor ryt (4) en kleindochters Ilse (2), Marrit (2) en Naomi (1), kinderen van hun twee dochters, zijn er van 's ochtends zeven tot na het avond eten. „Het is soms hectisch, maar altijd verschrikkelijk leuk", zegt Jan van der Heide. Hun oppasavontuur begon direct na het zwangerschapsverlof van hun oudste dochter. „Ze vroeg of we wilden oppassen, daar hebben we geen seconde over nagedacht. We vinden het een voorrecht on ze kleinkinderen van zo nabij te zien opgroeien." Grootouders hebben een belang rijk aandeel in de kinderopvang, blijkt uit onderzoek van Ook!, een tijdschrift voor opa's en oma's. Ze ker 90 procent van de ondervraag de grootouders past op. Bijna de helft doet dat op vaste dagen ge middeld zeven uur per week. Ouders zouden vooral om emotio nele redenen voor deze vorm van opvang kiezen. Bijvoorbeeld om dat ze het belangrijk vinden dat hun ouders betrokken zijn bij de ontwikkeling van hun kinderen. In 17 procent van de gevallen sprin gen opa en oma bij omdat de kos ten van de reguliere opvang, on danks overheidssubsidie die ouders kunnen aanvragen, te hoog zijn. Maar ook morele druk speelt volgens pedagoog en therapeut Ma rijke Bisschop een grote rolBis schop sprak met tientallen groot ouders voor haar boek Helpen zor gen voor je kleinkinderen, een gids voor wie op de kleinkinderen past. Bisschop: „De opvatting heerst dat jeer niet over nadenkt óf je gaat oppassen. Je dóet het gewoon. Sommige vrouwen, want het zijn vooral oma's die oppassen, lopen er op die manier blind in. Voor ze het weten, zijn er drie kleinkinde ren en verwachten de ouders dat oma ze alle drie opvangt." Bisschop is zelf oma. Hoewel haar kinderen het haar nooit vroegen, zou ze nooit vaste oppas willen zijn. „Net als veel andere grootou ders van nu ben ik nog actief, ik werk veel. Maar om me heen zie ik het gebeuren hoor, dat actieve vrouwen veranderen in oma's die thuisblijven voor de kleinkinde ren. Ieder zijn keuze, maar ik wil dat niet laten gebeuren." Pedagoog Marga Schiet bevestigt het beeld dat Bisschop schetst. Vol gens haar is vaak sprake van een loyaliteitsconflict tussen de groot ouders en de ouders van hun kleinkinderen. „Hoewel de meeste opa's en oma's zich geen slachtof fer van het oppassen voelen, vin den ze het wel heel moeilijk om 'nee' te zeggen", weet Schiet. Een rare situatie eigenlijk, vindt Bis schop. „Je hebt je kinderen groot gebracht, jouw taak is volbracht. Dit is hét moment om tijd voor je zelf te nemen. Zeg waar het op staat, stel je grenzen. Binnen die grenzen zijn genoeg mogelijkhe den." Oma Lida Bos uit Wormerveer stelde zo'n duidelijke grens. Na de geboorte van haar eerste klein kind, zo'n elf jaar geleden, boden zij en haar man spontaan aan om op te passen. Voor niet meer dan één dag in de week. „We passen met liefde op en vinden het een verrijking op deze manier bij onze kleinkinderen, het zijn er inmid dels drie, betrokken te zijn. Maar we zijn op een leeftijd dat we van het leven willen genieten. Boven dien werk ik zelf ook. Eén dag per week is daarom precies goed." Duidelijkheid moet er volgens Bis schop ook zijn over het mee-op- voeden, een taak die grootouders die veelvuldig oppassen er automa tisch bij krijgen. Een conflict ligt op de loer. „Hoewel oma de opvoe ding van de ouders natuurlijk niet mag ondermijnen, is ze wel baas in eigen huis. Zij beslist of haar kleinkind cola drinkt." Ouders die daar moeite mee heb ben, moeten dat bespreken en dat valt de meesten zwaar. „Grootou ders denken snel: 'Ik zorg goed voor je kind en nu krijg ik stank voor dank.' Kinderen weten dat en vinden het daarom moeilijk over regels en afspraken te praten." Maar praten is juist nodig om con flicten te voorkomen. Opa en oma Van der Heide spraken vooraf met hun dochters over de opvoeding van hun kleinkinderen. „We kun nen en willen niet alleen verwen opa en -oma zijn", zegt Van der Heide. „We hebben geprobeerd on ze eigen kinderen zo goed moge lijk op te voeden. Die verantwoor delijkheid voelen we ook voor on ze kleinkinderen." Van der Heide vindt het zijn taak ze normen en waarden bij te brengen. Aan oppasschriftjes met afspraken en regels doen ze niet. „Onze dochters voeden hun kinde ren op zoals ze zelf zijn opgevoed. Dat maakt het oppassen en mee-opvoeden voor ons een twee de natuur."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 40