de gemiste bondgenoten 9 spectrum PZC Zaterdag 3 mei 2008 In Nederland wonen zo'n 40.000 Afghanen. Ze bemoeien zich weinig met de militaire missie in Uruzgan. „De meeste Afghanen in Nederland zijn tegen de buitenlandse troepen in Afghanistan." door Marloes de Koning F aria Noorullah hoorde op televi sie een Nederlandse peuter ver tellen dat haar vader in Afgha nistan is. De peuter spreekt hem één keer per week via een webcam. „Ik vind dat heel emo tioneel", zegt Noorullah (24), een knappe meid met lange zwarte haren. Ze verhuis de in 2003 van Afghanistan naar Leeuwar den. Ze heeft zelf twee jonge kinderen, 's Avonds kijkt ze met haar man naar de Afghaanse satellietzenders die de grote Af ghaanse diaspora sinds twee jaar 24 uur per dag voorzien van nieuws, soaps en en tertainment. Het commerciële kanaal Aria na Afghanistan is favoriet. Soms belt Faria met achtergebleven ooms en tantes. Zoals de meeste Afghanen in Nederland volgt ze op de voet wat er in haar moeder land gebeurt. Daardoor betwijfelt ze of de Nederlandse missie in Uruzgan kans van slagen heeft. „Afghanistan wordt steeds on veiliger." „Zelfmoordaanslagen hadden we niet toen ik zes jaar geleden wegging", zegt ook Ha- mayra Osfani. De twee vrouwen koken sa men in het buurtcentrum in de wijk Heechterp-Schieringen in Leeuwarden. „De zelfmoordenaars proberen buitenland se soldaten te raken, maar ze vermoorden burgers." Op de Afghaanse satellietzenders zag ze de afgelopen dagen huilende mensen bij de grens met Pakistan. Die grens is al een paar weken gesloten om terroristen tegen te houden. Daardoor schieten de voedsel prijzen omhoog. Van de bewoners van die streek heeft 80 procent volgens de berich ten niet genoeg geld om eten te kopen. Osfani's 22-jarige zoon zei laatst: 'Mama, ik wil met het Nederlandse leger mee als tolk'. Ze verbood het hem. Te gevaarlijk. „Ik ben hier met mijn gezin gekomen om veilig te wonen. Daar is het onveilig." Ongeveer 40.000 Afghanen kozen Neder land als eindbestemming na hun vlucht. De meesten verlieten midden jaren negen tig hun land, nadat de taliban aan de macht waren gekomen. Het land lag in puin. Eerst was er in de jaren tachtig een bloedige strijd geweest tussen de Russi sche bezetter en de verzetsbeweging van de islamitische moedjahedien. Vervolgens werd het land geteisterd door een burger oorlog tussen de krijgsheren en hun legers van de moedjahedien en de in 1994 opge richte Taliban. Na de machtovername van de Taliban sloeg een onevenredig groot aantal hoger opgeleiden op de vlucht en kwam in Nederland terecht. De veertig plussers hadden in het communistische Af ghanistan vaak een hoge baan bij de over heid of het leger of gaven les. In Neder land zijn velen werkloos. Een groot aantal heeft psychische problemen door de vlucht en het geweld dat ze hebben ge zien. De jongeren onder hen doen het wel goed. Ze hebben Nederlandse vrienden, volgen universitaire studies en vallen niet op in de criminaliteitsstatistieken. In janua ri werd de 20-jarige Afghaan Farshad Bas- hir het jongste Tweede Kamerlid (voor de SP) ooit. Uitgerekend hun nieuwe thuisland verhief de stabiliteit in Afghanistan tot een van de belangrijkste buitenlandse beleidsdoelen. In theorie zouden ze een mooie, krachtige coalitie kunnen vormen: een land dat be reid is geld en mensenlevens te geven voor democratie en welvaart in Afghanistan, in raad en daad bijgestaan door hooggeschool de Afghanen die zowel Afghanistan als Ne derland goed kennen. Maar waar blijft die steun van de Afghaan se diaspora in Europa en de Verenigde Sta ten? Dat vroeg de Nederlandse topdiplo maat Daan Everts toen hij in Den Haag een lezing hield over zijn ervaringen als speciaal NAVO-gezant in Afghanistan, tot eind 2007. In de zaal bleef het stil. „De meeste Afghanen in Nederland zijn tegen de buitenlandse troepen in Afghanis tan", zegt Nairn Farzad, student in Leiden. Volgens hem houden Afghanen zich doel bewust afzijdig van de Nederlandse missie. Ze raden elkaar zelfs af voor het Neder landse leger te gaan werken, hoewel het sa laris verleidelijk is. „Afghanen weten als geen ander dat het onmogelijk is Afghanis tan gewapenderwijs vooruit te helpen." Het geweld dat wordt gebruikt, leidt vol gens Farzad alleen tot meer geweld en steun voor de taliban. Volgens de aankomend laborant zijn al leen bevolkingsgroepen die altijd al ruzie hadden met de Pasthun, het volk waar de meeste taliban toe behoren, blij met de bui tenlandse inmenging. „In naam van demo cratie steunt de internationale gemeen schap de centrale regering, maar die is cor rupt, achterlijk, vrouwonvriendelijk en isla mitisch." Volgens Farzad zit er maar één ding op: „Zo snel mogelijk terugtrekken." De Afghaanse gemeenschap in Nederland is net zo verdeeld als de mensen in Afgha nistan zelf. De scheidslijnen lopen langs volk, stam, religie en politiek. Families die banden hadden met het communistische regime bewaren in de regel afstand tot de genen die samenwerkten met de islamiti sche krijgsheren. Illustratief is het bestaan van twee grote koepelorganisaties van Afghaanse vereni gingen: de Federatie van Afghaanse Vluch telingen Organisaties in Nederland (Fa- von) en de Nederlandse Unie van Afghaan se Verenigingen (Uvavin). De eerste keert zich tegen 'oorlogsmisdadigers' die voor het communistische regime werkten. Bestuursleden van beide koepels bevesti gen dat de Afghanen in Nederland zich lie ver niet mengen in zaken in hun moeder land. Fahim Ziai van Uvavin keurt de Ne derlandse militaire aanpak in Uruzgan af „Zonder eerst het vertrouwen van de be volking te winnen, bereik je militair niets." Dat de Nederlandse militairen dat vertrou wen niet hebben, wordt volgens Ziai dag in dag uit bewezen. In de ogen van de bur gers zijn ze een verlengstuk van de Ameri kanen, die in de eerste plaats zijn komen jagen op islamitische terroristen. „Ik ben bang dat we geen verdere succes sen in Uruzgan kunnen boeken", conclu deert hij somber. „De enige manier is ver trouwen winnen via onderwijs en maat schappelijke organisaties." Die boodschap wil de Nederlandse rege ring volgens Ziai niet horen. Hij voelt zich doodgezwegen door het ministerie van De fensie. „Nooit een telefoontje, nooit een uitnodiging voor een gesprek." Rateb Faqiri, vicevoorzitter van Fa- von, vermoedt dat het gebrek aan interactie tussen het ministe rie van Defensie en de Afghaan se gemeenschap voortkomt uit wantrou wen. „Onze meningen worden soms als ge kleurd gezien. Alsof we alleen namens een eigen stam, provincie of politieke stroming zouden praten." Hij betreurt dat. „Afgha nen zouden, ook als vrijwilliger, veel kun nen doen." Als voorbeeld noemt hij het maken van ra dioprogramma's waarin wordt uitgelegd wat de Nederlanders doen in Afghanistan. Die zouden in Uruzgan kunnen worden uitgezonden. De dertig Afghanen die wel als tolk voor het Nederlandse leger zijn gaan werken, blijven veelal angstvallig buiten de media. In Uruzgan ontwijken ze camera's en con tact met journalisten. Uit angst voor ande re Afghanen in Nederland, vertelt een van hen in een achtergrondgesprek op Kamp Holland. Omdat lang niet alle Afghanen in Neder land positief zijn over de Nederlandse aan wezigheid in hun land, bestaat de kans op schadelijke roddels. Of erger: Afghanen in Nederland kunnen aan de taliban doorge ven welke families samenwerken met de NAVO. Daardoor kunnen in Afghanistan achtergebleven familieleden in gevaar ko men. Het ministerie van Defensie bevestigt indi rect dat die angst reëel is. „Afghanen in Ne derland lezen ook de krant", is een van de redenen die persvoorlichters van het minis terie geven voor het vooraf screenen van journalistieke artikelen op strategische in formatie. Het zou al eens zijn voorgeko men dat Nederlandse berichtgeving een half uur later al was doorgedrongen tot de gewapende tegenstanders in Afghanistan. Het ministerie van Defensie werft wel Ne derlandse Afghanen, maar niet voor een rol als adviseur. Ze kunnen vooral hun diensten bewijzen als tolk of figurant tij dens legeroefeningen. Sinds 1 maart is poli ticoloog Wali Shapour aangesteld als 'Af- ghanen-werver'. De geringe belangstelling tot nu toe is volgens hem vooral te wijten aan onwetendheid. „Ze kennen de kana len en procedures niet." Shapours strategie is de één-op-éénbenade- ring, vertelt hij in zijn kantoor in de banen- winkel in Arnhem, gelegen tussen een lan ge rits commerciële uitzendbureaus. Hier legt hij contact met 'sleutelfiguren' binnen de Afghaanse gemeenschap, meestal voor zitters of secretarissen van de talrijke Af ghaanse verenigingen in Nederland, en gaat vervolgens eerst eens bij ze op de thee. „Direct ter zake komen, past niet bij de Afghaanse cultuur." De Nederlandse missie en een mogelijke baan als tolk komen pas ter sprake nadat uitgebreid is kennisgemaakt. De eerste huisbezoeken leverden tot nu toe vrijwel allemaal een naam op van een mogelijke nieuwe tolk. De voorzitter van de Afghaan se vereniging in Groningen en die in Apeldoorn hadden na het gesprek zelf inte resse in een baan bij Defensie. „Ze zijn vooral heel geïnteresseerd in wederop- bouwprojecten." Shapour, die zeifin de jaren tachtig en be gin jaren negentig voor het Afghaanse mi nisterie van Defensie werkte en les gaf op de militaire academie in Kabul, houdt zich nadrukkelijk op de vlakte als de politiek in zijn land ter sprake komt Hoe verdeeld Af ghanen ook zijn, iedereen wil veiligheid en wederopbouw, benadrukt hij. Veel Afghanen zijn teleurgesteld dat Ne derland met geld en leger de huidige Af ghaanse overheid steunt, maar niet hamert op het berechten van de oorlogsmisdadi gers en drugshandelaren die in regering en parlement zitten. 'Dit is toch het land van de tribunalen en internationale gerechtsho ven?' De vrouwen in het buurtcentrum in Leeuwarden graven diep in hun geheugen of ze ooit een Nederlands politicus hebben horen pleiten voor berechting van Af ghaanse oorlogsmisdadigers. Het is hen in ieder geval niet opgevallen. De eerste stap naar een beter Afghanistan is volgens Faria Noorullah uit Leeuwarden een 'schone' re gering. „In Kabul heb ik mensen dood in de straat zien liggen. De moedjahedien die daarvoor verantwoordelijk zijn, regeren nu met president Karzai." Grote foto links: Bezorgde gezichten tijdens een demonstratie van de Unie van Afghaanse Verenigingen in Nederland (UvAViN), in januari van dit jaar in Den Haag. De deelnemers betoogden tegen het oppakken van Afghaanse asielzoekers in Nederland. foto Joost van den Broek/HH Foto links: Sinds 1 maart is politicoloog Wali Shapour aangesteld als 'Afghanen-werver'. foto GPD Foto rechts: Faria Noorullah (staande met bril) met andere Afghaanse vrouwen in het buurtcentrum in Leeuwarden. foto GPD

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 149