3
wonen
[ca
sr
D
Een jaar lang kermis in de tuin
CU Tuinplanten Kiezen is verschenen
bij Terra. Prijs: 19,95 euro.
Bloeiende groenten
en eetbare planten
Laat 'sier' weg
en je hebt onkruid,
fruit of groente
PZC
Zaterdag 3 mei 2008
wonen@wegener.nl
024-3650509
3
O
5
z
Rabarber, Rheum officinale, komt oorspronkelijk uit
China, Daar wordt de plant al eeuwenlang gebruikt
als geneesmiddel tegen diarree en vroeger zelfs tegen
cholera. Of er ook mensen door het eten van rabarber van
de cholera genazen, is mij niet bekend.
Toen de plant Europa bereikte, werd hij als sierplant be
schouwd, hoewel de geneeskrachtige werking wel bekend
was. Met zijn imposante blad en statige bloemstengels maak
te de rabarber veel indruk. Een reden om hem als solitair
middenin een grasveld te planten, zoals je dat nu een enkele
keer ziet gebeuren met pampasgras.
Pas veel later is de rabarber naar de moestuin verhuisd. Nu
zul je de plant in een border niet meer tegenkomen. Wel
sierrabarber, die in uiterlijk nauwelijks van de gewone rabar
ber verschilt. Zet het voorvoegsel 'sier' voor een planten
naam, zoals in siergras, sierappel en sierkool, en je hebt een
plant om naar te kijken. Laat 'sier' weg en je hebt onkruid,
fruit of groente.
Is de rabarber geëvolueerd van sierplant naar groente, met
de daglelie is het omgekeerde gebeurd. De daglelie, Hemero-
callis, wordt in China met smaak gegeten. Rauw, gekookt, in
gelegd in zout of gewokt: de dagleliebloemen en knoppen
kunnen op allerlei manieren worden bereid. In een oud pad-
denstoelenboek wordt verschil gemaakt tussen 'eetbaar' en
'eetbaar en smakelijk'. Dat zouden we ook met tuinplanten
moeten doen. Brandnetels, zevenblad, fuchsiabloemen en
hosta's zijn allemaal eetbaar, maar smakelijk is anders. De
daglelie valt in de categorie 'eetbaar en smakelijk'. Vul een
dagleliebloem met een mengsel van roomkaas en bieslook
en u bent voorgoed verkocht.
Zo zie je maar weer eens dat het helemaal niet vastligt wat
om op te eten is, en wat alleen om naar te kijken. Het hangt
er maar vanaf in welk land je bent geboren.
Er is veel voor te zeggen om groenten tenminste eenmaal in
bloei te laten komen, 'doorschieten' heet dat. Niet om zaad
te verzamelen, hoewel dat een bijkomend voordeel is, maar
om te weten hoe de bloemen eruit zien van wat wij
regelmatig op ons bord hebben liggen. Laat rucola
eens in bloei schieten en strooi de beige-gele bloe
men over de sla in plaats van het blad te eten. Of
laat de witlof eens bloeien met zijn hemelsblauwe
bloemen. Zaai pastinaken, maar rooi ze niet alle
maal. Geniet van de gele schermen waarmee ze
bloeien, schermen die door een enorme horde in
secten worden bezocht.
Niet ver van waar ik woon, is een volkstuincomplex
waar veel Turkse Nederlanders een moestuin hebben. Het is
fascinerend te zien wat voor gewassen zij telen. Vaak is zo'n
tuintje voor een flink deel gevuld met kardoenen. De kar
doen is een grote, distelachtige plant waarvan de bloemen
sprekend op artisjokken lijken. Het zijn niet de bloemknop
pen die worden gegeten, zoals bij de artisjok, maar de vlezi
ge middennerven van het blad. Die worden gebleekt door
de bladeren van de plant
samen te binden, zoals
ook wel met andijvie ge
beurt.
Wij kennen de kardoen al
leen als sierplant en plan
ten hem om zijn reusach
tige, diep ingesneden, zil
vergrijze blad. Maar als we
een antiquarisch boek
over groenten inzien, bij
voorbeeld het beroemde
gidsje van Turkenburg uit
de eerste helft van de vori
ge eeuw, zien we dat ook
wij de kardoen ooit als groente kweekten.
De artisjok heeft nog grotere bloemen dan de kardoen. Artis-
jokkenbloemen geuren sterk en zoet en zitten altijd vol vlin
ders. Daarnaast zijn het goede snijbloemen, zij het dat ze
wat aan de zware kant zijn. Gebruik een flinke vaas waarvan
het zwaartepunt niet al te hoog ligt. Anders kukelt hij om.
Vaas met artisjokkenbloemen. foto CPD
door Paul Geerts
Tuinboeken voor op de salon
tafel, daar heeft eigenlijk nie
mand wat aan. De fraai ge
schoten plaatjes mogen dan inspi
reren, vaak is de eigen werkelijk
heid compleet anders. Meer heeft
de tuinliefhebber aan praktische
boeken, aan naslagwerken die in
de praktijk bruikbaar zijn.
Met dat idee in het achterhoofd
startte uitgeverij Terra Lannoo on
langs met Terra's Tuinbasics, een se
rie tuinboeken waarin de nadruk
ligt op tips waarmee de tuinier di
rect iets kan. Odette Lafère van de
uitgeverij vergelijkt de serie met de
basiskookboeken die geregeld op
de markt verschijnen.
Het eerste boek in de serie, dat
sinds kort in de boekhandel ligt, is
Tuinplanten Kiezen van Florentine
van Eeghen en Cora Koning. Au
teur Van Eeghen beschrijft daarin
hoe een nieuwe of een bestaande
tuin vorm kan krijgen. Aan de
hand van de foto's van Koning laat
ze zien wat de mogelijkheden zijn.
De keus is uiteindelijk aan de tui
nier zelf
Aardig is dat de twee, die zichzelf
gekscherend aanduiden als Flo 8c
Co, voorbijgaan aan de bestaande
seizoenen. In plaats van vier gaan
ze uit van zeven seizoenen, omdat
er volgens de samenstellers maar
weinig planten zijn die drie maan
den lang bloeien.
De seizoenen worden aangeduid
als bloesemtijd, volle voorjaar, ro-
zentijd, hoogzomer, nazomer,
herfst en kale seizoen. Ze advise
ren in eerste instantie één plant te
kiezen uit deze zeven perioden,
die in evenzoveel hoofdstukken
worden belicht. In dat geval biedt
de tuin volgens het tweetal 'jaar-
rond een opeenvolging van bloei
en van schoonheid'. „Naarmate er
meer ruimte is, kunnen daaraan
meer exemplaren van dezelfde
plantensoorten worden toege
voegd of juist andere planten uit
hetzelfde seizoen, die er mooi mee
combineren." Per seizoen zijn de
mogelijkheden op een rijtje gezet.
Niet alleen vaste planten komen
aan bod, maar ook bollen, potplan
ten, klimplanten, struiken en bo
men. Ieder gewas wordt kort om
schreven. Naast uiterlijk belicht
Van Eeghen ook onderhoud en an
dere bijzondere eigenschappen.
Oogde de keuken de
laatste jaren enigszins als een
cockpit, de nieuwste modellen
hebben meer weg van een culinair
torium. Technische snufjes hebben er een belangrijke
plaats. Het uiterlijk sluit meer aan bij de rest van het interieur, zo
blijkt uit de nieuwste collecties die te zien waren in Milaan.
door Paul Geerts en Anja Sparidaans