m reizen@wegener.nl reizen
|3|| 024-3650360 PZC
isBsi Zaterdag 3 mei 2008
Stuurmanskunst is nodig om de
bootjes schadevrij onder bruggen
en door sluizen te varen. foto GPD
De bootreis begint in het karakteristieke stadje Dinant aan het riviertje Rance. foto AGE
passeren. Je moet je bootje ook al
tijd precies in het midden houden,
aan beide zijkanten is de brug nog
lager.
Ons plan is voor de nacht af te me
ren in St. Domineuc, zodat we ook
nog even naar het kasteel Bour-
bansais en aanpalende dierentuin
kunnen. Maar dreigende regen
buien en een pleisterplek die er al
lesbehalve uitnodigend uitziet,
doen ons doorvaren naar Le Villa-
ge. Iets gezelliger, maar tot onze
verbazing blijkt de passantenplek
bijna geheel in beslag genomen
door bootjes van lokalen. Wat heet
bootjes: sommige liggen er half ver
rot weg te kwijnen. Daar zijn pas-
santenplekken niet voor bedoeld.
Een ervaring die we later ook bij
andere pleisterplaatsen tegenko
men. Met moeite vinden we een
plek, te ver van water- en stroom-
punt. Maar het zonnetje schijnt en
onder de parasol op het dek laat
het wijntje zich goed smaken.
De volgende ochtend op de fiets
naar de bakker in La Chapelle voor
vers stokbrood en croissants. Een
fietstocht naar Combourg zit er,
door tijdgebrek, helaas niet in. Bij
Hédé, waar liefst elf opeenvolgen
de sluizen de Rance laten overgaan
in de Ille, maken we wel een stop
om het kanaalmuseum te bezoe
ken. Informatief, alleen jammer
dat alles in het Frans is. De volgen
de dag stoppen we ook even bij St.
Germain-sur-Ille om er de timmer
werkplaats te zien waar de houten
sluisdeuren worden gemaakt.
Overnachten doen we in Rennes
op La Vilaine langs de ons aanbevo
len Quay Saint-Cyr. Achteraf een
hangplek voor dakloze jongeren,
die ons die nacht behoorlijk uit de
slaap houden, maar onze boot god
zijdank met rust laten. Rennes,
hoofdstad van Bretagne, is een stu
dentenstad en de sfeer is er dan
ook naar. Een bezige binnenstad
met verscholen pleintjes, terrasjes,
vakwerkhuizen, veel pubs en gale
ries. Met de St. Pierre kathedraal,
die hoog boven het centrum uitto
rent, het Bretonse parlement, het
Bretons museum. Te veel voor een
halve ochtend.
Na Rennes een stuk minder slui
zen, want hier volgen we de na
tuurlijke loop van de rivier. Hier is
het ook ietsje drukker met de ple-
ziervaart. We passeren een paar
fraaie watermolens, zoals die bij
Boel en Bouëxière. Onze laatste
nachtstop is ook de leukste: bij
Bourg-des-Comptes. We zijn geluk
kig aan de vroege kant, want er pas
sen net twee bootjes langs de stei
ger. Vlak naast het kapelletje Not-
re-Dame du Bon Secours, in vroe
gere tijden beschermplaats voor
scheepslui. Nu privébezit en niet te
bezoeken. Onze laatste kilometers
varen we 's anderendaags dus maar
op goed geluk.
Reageren?
redactie.reizen@wegener.nl
De boot werd beschikbaar ge
steld door Crown Blue Line
(www.crownblueline.nl). Vaarbe
wijs niet nodig. Als begin- en
eindpunt verschillen wordt de au
to voor 90 euro naar de laatste
stop gebracht. Handig is ook de
boodschappenservice: thuis kun
je aangeven wat je aan eten en
drinken aan boord wilt hebben,
zodat je de eerste dag niet di
rect op zoek hoeft naar winkels.
Prijsindicatie: voor onze vierper-
soons clipper moet je in het
hoogseizoen 2.700 euro per
week betalen.
Diverse websites:
www.tourismebretagne.com
www.cotesdarmor.com/fr
www.tourisme-rennes.com
www.dinan-tourisme.com
www.canaux-bretons.net
www.maisonducanal.chez-alice.fr
www.franceguide.com.