Smalle sluisjes
in Bretagne
'T
reizerio
m
Overal camera's
U
De wereld is bang
en boos en in
Londen het allerergst
Wanneer je een land op een andere manier
wilt ontdekken, is een boottocht volgens
Gerard Chel aan te bevelen. Bretagne
vanaf het water. Varen onder lage
bruggetjes en door smalle sluizen.
'%Sv
PZC
Zaterdag 3 mei 2008
reizen@wegener.nl
024-3650360
Het is razend druk in Londen. Zoals altijd valt er
een lichte regen en zoals altijd sjokken we met
onze spullen door de stad om wat mooie film
opnamen te maken. We beginnen op Trafalgar Square.
Nou is de Engelse hoofdstad altijd al een lastige film-
stad geweest, maar dit keer slaat alles. Als we een mi
nuut of tien bezig zijn, verschijnen vanuit het niets
twee 'bobby's'. Rare helm, opzichtig kogelvrij vest. Wat
we aan het doen zijn, willen de heren weten. Ik leg uit
dat we niets kwaads in de zin hebben. Gewoon een
paar mooie beelden maken van uw prachtige stad. Heb
ben wij daar een vergunning voor? Helaas hebben wij
die niet, net zo min als de miljoenen anderen die hun
kleine digitale videocameraatjes laten snorren.
De agent begint een omstandige uitleg waarin hij duide
lijk maakt dat onze activiteiten niet op prijs worden ge
steld. Sterker nog, we zijn in overtreding. Dit alles van
wege de anti-terreurwetten die al geruime tijd van
kracht zijn. Ik heb geen idee waar de man het over
heeft, maar tegenspreken lijkt me onverstandig. We
stoppen de werkzaamheden en druipen deemoedig af
Dan maar naar Hyde Park, ver van het drukke cen
trum. Het weer is inmiddels een beetje opgeklaard en
er wordt voorzichtig gewandeld over de groene weide
in het hart van de stad. Hier duurt het een minuut of
twintig. Twee agenten met helm en vest. Vergunning?
Nee? Wegwezen! Ook dit keer stel ik voorzich
tig de vraag, waarom? Nou, filmen zonder ver
gunning is een ernstige overtreding. We kun
nen worden gearresteerd. Willen we dat? Nee?
Wegwezen dus!
Dan maar naar Kensington, de saaie wijk waar
ons hotel staat. Ook daar is wel een winkel
straat en ook daar vinden we van die typisch
Londense straten. Maar nu hebben we al bin
nen tien minuten bezoek. Opnieuw worden
we bestraffend toegesproken. Nieuwsgierig vraag ik aan
de agenten hoe ze ons toch zo snel in de gaten hebben.
Nergens zie je politie op straat, maar toch staan ze in
no time voor onze camera. Of ik wel eens van bewa
kingscamera's heb gehoord? De man wijst er een paar
aan. En dan wordt alles in een keer duidelijk. Heel Lon
den hangt natuurlijk vol met die dingen. Honderddui
zenden. Overal die zwarte bolletjes waarin het oog van
de overheid zit verborgen. Alles wordt bekeken en vast
gelegd. Ik probeer het me voor te stellen.
Wie bekijkt die beelden eigenlijk allemaal? Niemand
natuurlijk. Daar zit een computerprogramma achter dat
vormen herkent en interpreteert. Onze eigen camera
zal wel op een stuk afweergeschut hebben geleken. Valt
het politieoptreden nog mee.
Wanneer je eenmaal je onschuld op dit gebied hebt ver
loren, zie je ze overal. Er is geen gebouw in Londen dat
niet waarschuwt voor de aanwezigheid van CCTV, een
gesloten televisiecircuit. Ook restaurants, pubs en ho
tels zijn ermee uitgerust. Op straat rijden vreemde poli-
tieautootjes. Een Smart met op het dak een paaltje van
een meter dat eindigt in een zwart camerabolletje. Ik
weet niet meer hoe het er in het Engels op staat, maar
de Smart wordt gebruikt voor 'rijdend stadstoezicht'.
Het moet toch niet gekker worden.
Ik ben over het algemeen nooit zo naïef maar nu voel
ik me toch een beetje wereldvreemd. Wat had ik dan
gedacht? Dat alles mooi en goed was? Nee, de wereld is
bang en boos. En in Londen het allerergst,
Als we terugkomen in ons hotel blijkt een groepje
grondwerkers van de elektriciteitsmaatschappij per on
geluk een kabel te hebben doorgehakt, waardoor het
Shaftesbury Hotel geheel in het duister staat. De man
nen komen uit Polen en hebben de Engelstalige waar
schuwingen niet goed begrepen.
Ineens besefik dat dit mijn kans is. Het CCTV-systeem
van het hotel functioneert nu niet meer. Voor even ben
ik ontsnapt aan het alziende oog. Het moment om iets
te doen wat niet mag. Op mijn nachtkastje ligt het klok
huis van de appel van die ochtend. Zwierig werp ik die
uit het raam. Het afgekloven ding valt precies in de
greppel van de Polen. Goed gemikt en niemand heeft
het gezien.
Hoop ik.
ot ziens!' Nadat de
sluiswachter zich er
van vergewist heeft
welke nationaliteit
we hebben, zegt hij
ons netjes, zij het met een licht ac
cent, in onze eigen landstaal goe
dendag. Vrolijke mensen, de sluis
wachters langs het kanaal
d'Ille-et-Rance in dit deel van Bre
tagne. Altijd in voor een babbeltje.
Waar kom je vandaan, waar ga je
naar toe, bevalt de boot? Dat soort
werk.
Opvallend is ook om te zien hoe
veel vrouwen dit ambt uitoefenen.
l'Éclusière worden de vrouwen ge
noemd en hun mannelijke collega
l'Éclusier. Logisch want ze bedie
nen de sluis, l'Écluse.
Onze route is van tevoren uitgestip
peld. We beginnen in Dinan en
een kleine week later meren we af
in Messac. Hemelsbreed niet eens
zo ver, 127 kilometer, maar ont
spannen varend doe je er langer
over. Dertig uur staat er voor, 57
sluizen moeten we passeren om
een verval van 88 meter te over
bruggen.
Het eerste deel gaat door het ka
naal d'Ille-et-Rance. Vanaf Rennes
volgen wij de loop van de rivier La
Vilaine. Dit laatste deel is helaas
niet overal even boeiend. Niet zo
veel te beleven, weinig te doen.
Geen al te bijzonder landschap of
karakteristieke dorpjes. We zijn uit
eindelijk dan ook een paar uur eer
der in Macon dan gepland.
Beginpunt Dinan is een karakteris
tiek dorp met een historische bo
venstad en een kleine, sfeervolle,
oude benedenstad aan de Rance.
Met goed bewaard gebleven verde
digingswerken (remparts) waar elk
jaar een festival omheen wordt ge
organiseerd. Met een kasteel, een
imposante basiliek, een even in
drukwekkend viaduct en dikke kas
seien als plaveisel voor het oude
straatje Jerzual met atypische vak
werkhuisjes. We eten er smakelijke
mosselen.
I
Dinan
i SPANJE
Parijs
FRANKRIJK
Dinard
0 St-Malo
Dinan
BRETAGNE Evran
Josselin
Hédé
,c?
•Sr
Rennes
Messac
w Redon
Nort-sur-Erdre
Even daarvoor hebben we instruc
ties gekregen hoe wij onze vierper-
soons clipper (11 meter lang, 3.90
meter breed en een diepgang van
0,80 cm) moeten besturen. In snel
treinvaart en hoofdzakelijk in het
Frans. Gelukkig herinneren we ons
nog het een en ander van vorige
bootjes, want erg duidelijk is het al
lemaal niet. Een proefrondje van
een luttel aantal meters besluit de
vaarles.
Aan boord zijn wel voldoende kaar
ten en een kapiteinshandboek
waarin onder meer een verklaring
van de borden, tekens, lichten en
overige waterinfo die we de ko
mende dagen passeren. Ook han
dig: op de kaart staan de passanten
havens onderweg aangegeven plus
de voorzieningen, zoals water,
stroom, toiletten.
Iets voor Dinan begint het kanaal
tussen de riviertjes Rance en Ille.
Een echt kanaal is het niet, hier en
daar is de oorspronkelijke rivieren
loop bijgewerkt, gekanaliseerd dus.
De tocht begint mooi, langs bos
sen en een steengroeve voordat bij
Léhon de eerste sluis genomen
moet worden. Waarbij we direct
voor de rest van de week weten
waar we aan toe zijn: ons bootje is
slechts een paar centimeters smal
ler dan de sluis. Maar goed dat er
stootkussens zijn en dat we niet de
enigen aan boord zijn. Afmeren en
de boot in bedwang houden in je
eentje is niet te doen.
De eerste grote stop is Évran. Klein
typisch Frans plattelandsdorpje.
Saai dus en een beetje uitgestor
ven. Met de meegenomen moun
tainbikes, die net op de voorplecht
passen, fietsen we er naar toe met
de bedoeling inkopen te doen.
Even vergeten dat het zondag is.
Omdat alle sluizen tussen half een
en half twee niet bediend worden,
vullen we de wachttijd met een
snelle lunch.
Na de sluis glijdt een afwisselend
landschap aan ons voorbij. Met
glooiende weilanden, wat bossen,
hier en daar een kasteel, een boer
derij, kleine gehuchtjes. En veel la
ge bruggetjes. Als stuurman moet
je flink door de knieën en op je ge
voel het stuur vasthouden. Aan de
beschadigingen op het bovendek
te zien, zijn onze voorgangers er
niet altijd in geslaagd schadevrij te