'Als je een gerucht hoort, wil je graag dat het waar is. Er treedt een psychologische
blokkade op, wat het risico op een flater vergroot.' Hogeschooldocent Theo Dersjant
Het geneesmiddel
tegen aids
PZC Donderdag 24 april 2008 1 3
a
een duikt er bovenop. Dat we niet
de eersten zijn, is niet erg, denken
journalisten. Als we maar in he
melsnaam niet de laatsten zijn. Als
je een gerucht hoort, wil je graag
dat het waar is. Er treedt een psy
chologische blokkade op, wat het
risico op een flinke flater ver
groot."
Dat herkent ook socioloog Peter
Vasterman die promoveerde op hy
pes in de media. „Uit mijn
onderzoek blijkt dat de journalis
tieke normen tijdens een hype on
der grote druk komen te staan.
Door de snelheid van een hype
zijn er minder mogelijkheden om
de feiten te checken terwijl de
druk om mee te doen groot
is. Bij hypes gaat één lezing van
het verhaal domineren en komen
andere perspectieven niet meer
aan bod."
Journalisten hebben de menselijke
eigenschap te zoeken naar bevesti
ging van wat zij al denken, stelt
Vasterman. „Hoe groter de opwin
ding, des te geringer het kritisch
vermogen van de journalistiek. Er
wordt meer gebruik gemaakt van
anonieme bronnen en de neiging
om geruchten te melden is gro
ter."
Mediapsycholoog Jaap van Ginne-
ken vindt dat de slag om aandacht
de media heeft veranderd. „Tien
jaar geleden wisten in Amerika de
zogenaamd serieuze kranten van
het schandaal rond president Clin
ton en stagiaire Monica Lewinski.
Uit voorzichtigheid en fatsoen
werd gewacht met publicatie.
Daar had het nieuwe medium in
ternet geen boodschap aan. Journa
list Matt Drudge zette het op zijn
website waarmee het direct voor
iedereen beschikbaar was met een
paar muisklikken."
De zakelijkheid van de media is
toegenomen, zegt Van Ginneken.
„Winstcijfers zijn belangrijker en
journalistiek graafwerk is duur en
tijdrovend. Dan liever een smeuïg
verhaal dat direct scoort."
Van Ginneken, onder meer schrij
ver van het boek 'De strijd om de
publieke opinie' dat in juli ver
schijnt, benadrukt dat hypes en
mediamissers niet alleen op conto
van de journalistiek geschreven
mogen worden. „De lezer, kijker
of luisteraar is even schuldig. Ik
doe er zelf ook aan mee. Fitna wil
de ik direct bekijken op de pc en
over Sarkozy en zijn nieuwe liefde
Carla Bruni wilde ik onmiddellijk
alles weten. We moeten er niet hy
pocriet over doen."
De media zijn volgens Van Ginne
ken vrij makkelijk om de tuin te
leiden. „Ik durf te wedden dat ik
het ook kan. Het kost alleen een
beetje tijd en aandacht. Kijk naar
die aprilgrap met Duitse kunst die
in een Zandvoortse bunker zou
zijn gevonden. Prachtig. Zelfs
NRC trapte erin."
Wat volgens Van Ginneken vaker
gebeurt, is dat de media een
nieuwtje aangereikt krijgen dat
door twee bronnen wordt beves
tigd. „Zoals het bericht dat
ETA-mensen werden opgeleid
door Sandinisten in Nicaragua.
Dat kwam zowel uit Australië als
Spanje. Dan moét het wel klop
pen denken redacties. Maar bij
zo'n bijzonder feit moet je je afvra
gen of er een partij is die voordeel
heeft bij bekendmaking. De CIA
bijvoorbeeld."
Dersjant is bezorgd over het kri
tisch vermogen van de media. „De
centrale vraag is niet meer: is het
waar? Of het leuk is, daar draait al
les om. En: verkoopt het?"
'Van vloeken word je impotent' zo
las Dersjant laatst op het ANP.
„Gebaseerd op een onderzoekje
van een obscuur bureau uit Jekate-
rinenburg. En allerlei media ne
men het gewoon over. Hoe lolliger
een bericht is, hoe kleiner de nei
ging om het te checken. Die logica
ontgaat mij volledig."
In juni 2005 werd de Veluwe
opgeschrikt door een groot katachtig
dier. Het zou gaan om een poema,
een voor de mens gevaarlijk beest,
zo meldden de media massaal. Het
was gebaseerd op verhalen van
ooggetuigen, onduidelijke foto's en
een video-opname, een aangevreten
hert en het bericht over de
waarschijnlijke ontsnapping van een
heimelijk verkochte poema in België.
Het poema-verhaal vertoont
overeenkomsten met dat van het
monster van Loch Ness. Hoewel er
soms met tientallen mensen tegelijk
naar het dier is gezocht, is het nooit
gevonden. Een fotograaf maakte in
september 2005 wel foto's van een
buitengewoon grote kat in
Beekbergen. Het dier was anderhalf
keer zo groot als de gemiddelde
kater, maar nog lang geen poema.
De Volkskrant publiceerde op 28
september 1996 o een paginagroot
verhaal over kinderlokkers in
EuroDisney. De 10-jarige Nadja Wepper
uit Düren, was ontvoerd in Disneyland
Parijs door een man met zwart
krulhaar en een piratensnor. Een dag
later werd Nadja verdoofd
teruggevonden. Ze was onherkenbaar
toegetakeld: haar blonde haar was
kortgeknipt en zwartgeverfd, haar
blanke huid donkerbruin geschminkt.
Voorlichter Eric zei dat het minstens
eens per maand voorkwam. Maar het
verhaal van de Vlaamse freelancer Jan
Haerynck bleek verzonnen: Nadja en
Eric bestaan niet. Het verhaal paste in
alle speculaties na Dutroux. In dat
klimaat kwam de 'scoop' als geroepen,
beaamde hoofdredacteur Broertjes
later: „We hadden de idee dat we
hiermee midden in de roos schoten."
KRO-verslaggever Willibrord
Frequin toonde in 1989 in KRO's
actualiteitenrubriek Brandpunt vijf
hoofden op sterk water, het bewijs
van handel in menselijke
lichaamsdelen. De hoofden zouden
voor 'bizarre seks' worden
gebruikt. In werkelijk werden de
hoofden jaren eerder gestolen van
de universiteit en verkocht aan de
KRO.
Na de reportage stelde de omroep
een interne onderzoeks
commissie in. Hoewel Frequin niet
als schuldige werd aangemerkt,
was zijn positie bij Brandpunt
onhoudbaar geworden. Hij houdt
vol dat de hoofden wel degelijk
gestolen waren. Dat er gesproken
werd over handel in hoofden,
schrijft hij op het conto van zijn
collega Ton Verlind.
In 1990 kondigt de Nederlandse
professor Henk Buck aan een
geneesmiddel voor aids te hebben
gevonden. De krant staat er vol mee en
tot ver over de grens wordt het nieuws
opgepikt. Buck werkt op dat moment als
hoogleraar voor de TU in Eindhoven. Zijn
vinding wordt zelfs gepubliceerd in het
prestigieuze tijdschrift Science.
Buck claimt dat hij een methode heeft
om dna van een mens zo te behandelen,
dat hiv daar geen vat meer op heeft. Het
is een revolutionaire uitspraak. Buck
trekt zijn conclusies echter alleen op
basis van reageerbuisonderzoek. Het is
slechts theorie. Andere wetenschappers
zijn furieus omdat zijn publicaties veel
te vroeg komen. Toch duurt het drie
maanden voordat de zeer voorbarige
conclusies worden ontmaskerd in de
media. Voor Buck betekent dit het einde
van zijn wetenschappelijke carrière.