Buitengebied %rW m Het tepiet klinkt minder 1 4 I Dinsdag 22 april 2008 PZC X 'A** v BOERDERtfTy'UJlMMB Tepiet, tepiet, tepiet. De altijd wat opge wonden klinkende roep van de scholek ster. Prima passend bij het driftige gedrag van deze broedvogel, die in Zeeland voor al in de kustgebieden te zien en te horen is. Het Nederlandse broedaantal is in 15 jaar meer dan gehalveerd. Vogelbescher ming en stichting vogelonderzoek Sovon hebben 2008 uitgeroepen tot Jaar van de scholekster. door Rinus Antonisse De scholekster is een van de meest ver spreide steltlopers in ons land. In fei te een kustvogel, maar het beest trekt steeds meer het land in. Dat komt mogelijk doordat geschikt broedgebied aan de kust afgenomen is. Ze zijn ook te vin den op akkers, bouwterreinen en zelfs op da ken van gebouwen. De 'verstedelijkte' scholeksters gedragen zich allerminst schuw; ze geven luidruchtig blijk van hun aanwezigheid. Dat zit helemaal in hun karakter. Altijd in de weer, in groepjes of dikwijls een paartje apart. Ze zijn opvallend aanwezig, ook door hun uiterlijk: vrij groot, stevig gebouwd, glanzend zwart met wit ve renkleed, forse oranje snavel, roze poten. Op het slik boren ze naar schelpdieren, vooral mossel, kokkel en nonnetje; landinwaarts ver garen ze wormen. Het aantal broedparen daalde van circa 100.000 in 1990 tot 50.000 nu. In de winter komen noordelijke gasten de Nederlandse scholeksters gezelschap houden. Volgens Sovon, de stichting voor vogelonderzoek, overwintert naar schatting 30 procent van al le scholeksters in de wereld in ons land. Voor al in de delta en het waddengebied. Omdat er naar verhouding nog best veel scho leksters rondhupsen, valt het niet meteen op dat het minder goed met ze gaat. Maar ze ver dwijnen in een rapper tempo dan de grutto, onze meest bedreigde weidevogel, stelt Vogel Bonne Espérance Hoop is er in vele gedaanten in Zeeuwse boerderijnamen. In het Nederlands maar ook in het Frans: espérance (La Bonne Espérance in Krabben- dijke) en Spaans, 'esperanza' op diverse plaatsen in Zee land. En dan is er nog die merk waardige benaming: 'Les Per- rans' in Walcheren. Na veel puzzelen bleek dat hier ging om T Espérance', maar dan op z'n Walchers verbasterd in de loop der tijden. Net zoiets als 'Borrepos', dat bleek - ook op Walcheren - ooit gestaan te hebben voor 'Bon Repos'. Heel veel van deze 'hoop'-na- men - overal op Zeeuwse hoe ves te vinden - zijn geïnspi reerd op de naam van Afri ka's zuidpunt: Kaap de Goe de Hoop. Die zuidelijkste punt van het Kaapse schier eiland werd in i486 ontdekt door Bartholomaeus Diaz, een Portugese ontdekkingsrei ziger. Die noemde dat punt Stormkaap. Later hebben Nederlandse zeelieden dat 'Kaap de Goede Hoop' genoemd, omdat ze hoopten dat ze hier aan het einde van Afrika op de goede weg waren naar Indië (overi gens betwist men in Portugal deze naamgeving). Sinds de 17e eeuw duikt over al in Zeeland (in het Neder lands en Frans) de naam 'Goe de Hoop' of'Bonne Espéran ce' op. Dat is het geval bij boerderijen, huizen en mo lens. Wanhoop, de tegenhanger van hoop tref je ook wel aan. Op Schouwen Duiveland, tus sen Ouwerkerk en Bruinisse heeft iemand zijn hoeve 'Wat bin'k behonnen' genoemd. Dat klinkt weinig hoopvol. Trouwens, 'Altijd Zorg' (Kloe- tinge, Tholen en Aagtekerke), 'Elke morgen minder zor- gen'(Driewegen) en 'Niet zon der zorgen'(Terneuzen) zijn ook een beetje tegenhangers van 'Goede Hoop'. Gerard Smallegange foto's Niek Oele bescherming. Een jaarlijkse afname van vijf procent is veel. En het kan snel gaan, zie niet alleen de dramatische daling van de grutto maar ook het in Zeeland bijna verdwijnen van de veldleeuwerik. Waardoor die afname precies wordt veroor zaakt is niet helemaal duidelijk. Het gaat niet alleen om een daling van het aantal broedpa ren, ook de aantallen die overwinteren ver minderen. Als mogelijke oorzaken noemen Vogelbescherming en Sovon de invloed van de schelpdiervisserij, waardoor het voedse laanbod onder druk staat. Het kunnen ook de naweeën van de Deltawerken zijn, als ge volg waarvan veel voedselgebied (slik) ver dween en - met name in de Oosterschelde - nog gestaag verdwijnt. Ook de intensivering van de landbouw speelt mogelijk een rol. Verbeterde ontwatering, waardoor wormen minder makkelijk bereik baar worden (ze gaan dieper zitten) en in grasland meer machinaal maaien in kortere tijd, waardoor veel legsels vernietigd worden. Omdat scholeksters wel ouder dan 30 jaar kunnen worden (ge middeld 19 jaar) speelt wellicht ook vergrij zing een rol, zeker als te weinig jongen groot gebracht worden om de populatie op peil te houden. De twee organisaties beginnen in het Jaar van de scholekster nader onderzoek naar de achteruitgang van de soort. Mensen kunnen een handje helpen, van het doorge ven van losse waarnemingen tot gericht on derzoek. Zie www.jaarvandescholekster.nl of www.sovon.nl. De vrijwillige weidevogelbescherming in Zee land, die gecoördineerd wordt door de Stich ting Landschapsbeheer Zeeland (SLZ), be steedt extra aandacht aan de broedende scho leksters op de akkers en in de weilanden. Nanning-Jan Honingh van SLZ vertelt dat de vrijwilligers vorig jaar ongeveer 180 legsels van de scholekster beschermden. Dit jaar zijn de eerste legsels al gevonden, al moet het 'grote broeden' nog beginnen. Ho ningh hoopt dat veel mensen inhaken op het Jaar van de scholekster en waarnemingen van broedende paren doorgeven. „Op die manier krijgen we een beter over zicht van de scholeksters in Zee land."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 14