Oude natuur keert weer Ze laten zich aaien, bevoelen en prikken SPREEKUUR/ PZC Zaterdag 19 april 2008 19 Door plan Tureluur op Schouwen ontstaat een brak kleimoeras van 1000 hectare, foto Marijke Folkertsma Terug van weggeweest. Zo heet een boekje van de pro vincie over aanleg van nieu we natuur in Zeeland. Een ti tel die aangeeft dat natuur ontwikkeling vooral een te rugkeer is naar vroeger. Ken merkende Zeeuwse natuur op de grens van zee en land, zoet en zout, zand en klei. door Rinus Antonisse Wat in een reeks van eeuwen uit groeide tot een typerend Zeeuws landschap, is in vijftig jaar dras tisch veranderd. Na de Tweede Wereldoorlog en de februariramp 1953 werd een modernisering uitgevoerd, waardoor een groot deel van de oorspronkelijke Zeeuwse na tuurwaarden verloren is gegaan. Voor de natuur was vrijwel alleen nog plaats in de gebieden waar economisch landbouw kundig niet zoveel mee te beginnen was: de duinen, inlagen, karrevelden en buitendijkse schorren en slikken. En die gebieden werden bedreigd door zaken als verdroging, verzu ring, vermesting, verontreiniging en versnip pering. Dieren en planten dolven het onder spit. In de brochure Terug van weggeweest legt de provincie uit wat er gedaan is en wat er ge daan wordt om het tij te keren. Het gaat over de plannen, voor een flink deel al uitgevoerd, om de Zeeuwse natuur de kans te geven zich duurzaam te herstellen op een groot aantal plaatsen die in vroeger tijden aan de natuur onttrokken zijn. Uitgangspunt is 'typisch Zeeuwse natuur'. Dat wil zeggen: de deltawateren, duinen, slik ken en schorren, inlagen, karrenvelden, poel- gronden en ook bos. Met bijbehorende plan ten als zeekraal en zeeaster en vogels als sterns, visdiefjes, kluten en kieviten. Een landschap met als kenmerken geleidelij ke overgangen van nat en droog, zoet en zout, kalkarm en kalkrijk. Van duin naar bos of polder, van natte, drassige graslanden, bloemrijke, droge graslanden naar struweel. Natuur waarbij 'dynamiek' een sleutelwoord is: stukken land die tijdelijk onder water ver dwijnen en weer droogvallen en planten en dieren die daarop ingesteld zijn. In het bijzonder wordt ingezet op kleimoeras- sen, brak, zoet of zout, die van internationaal belang zijn voor de vogelstand. Niet voor niets onderdeel van het Europese netwerk aan natuurgebieden, Natura 2000. Niet ieder een is daar even blij mee en ziet liever herstel van kleinschalige cultuurgronden: heggen- landschap met kleine weiden en akkers (zoals in de Zak van Zuid-Beveland). Landschappe lijk prachtig, maar de waarden voor de na tuur zijn niet uniek en daarom wordt er bij nieuwe natuurplannen niet op ingezet. In Terug van weggeweest wordt een aantal voorbeelden van geslaagde natuurontwikke ling genoemd. Parel is ongetwijfeld het plan Tureluur langs de zuidkust van Schou- wen-Duiveland en van Tholen. Daar ligt straks zo'n 1000 hectare brak kleimoeras voor met name weidevogels, kustvogels en gan zen, waar dankzij diverse voorzieningen ook de mens van kan genieten. Wij volgen in Buitengebied wekelijks het wel en wee van de dieren, hun eigenaren en de dierenartsen in Dierenartsenpraktijk Schouwen-Duiveland door Melita Lanting Rob, Bobby, Olaf en Jens rea geren onmiddellijk als de deur van het zorgverblijf opengaat. Vier koppies piepen boven de rand van het bassin uit en acht ogen kijken vol verwach ting naar Maartje Jongen: zou ze vis bij zich hebben? Dat heeft ze en de zeehonden verorberen de rauwe haring enthousiast. Maartje is de verzorger van de zeehonden van Waterland Neel- tje Jans en dierenarts Astrid As- sinck is even bij haar langsge- wipt om bij te praten en hier en daar wat tips te geven. „We ko men hier niet zo vaak. De verzor gers doen heel veel zelf', zegt As trid. Maartje laat zien dat de zee honden goed getraind zijn om kleine onderzoeken moeiteloos uit te voeren. De dieren komen op commando uit het water, draaien zich op een teken om en laten zich aai en, bevoelen of prikken. „Dat was vroeger wel anders", zegt As trid. „Ik weet nog dat we toen het bassin halfleeg moesten la ten lopen om een dier te vangen. Dat viel niet mee." Rob, Bobby, Olaf en Jens zijn momenteel goed gezond. lens, de jongste en kleinste van het spul, is een echte donderstraal die speelt en vis probeert te ka pen van de anderen. Hij loopt daardoor nog wel eens wat averij op als hij wordt terechtgewezen door de andere zeehonden. „Zie je al die zwarte streepjes op zijn kop? Dat zijn allemaal litte kentjes. Ik ben benieuwd hoe het verder gaat als hij straks in de puberteit komt", zegt Maartje. De zorg voor de dieren bij Water land Neeltje Jans vraagt specifie ke kennis van de dierenartsen. Om bijvoorbeeld de vissen in het zeeaquarium te kunnen be handelen heeft Astrid een cursus gevolgd, die ook goeci van pas komt als particulieren een pro bleem hebben met een vis. „Laatst belde iemand die had een vis met een steen in de bek. Die kunnen we dan helpen." Astrid kijkt ook nog even bij het aquarium. „We hebben sinds een week een tarbot die twee kleurig is geworden", zegt Maartje. Het beest ziet er inder daad mal uit. De ene helft is lichtbruin, de andere donker. Wat er aan de hand is, is ondui delijk. Ogenschijnlijk is er verder met de vis niets aan de hand. „Eet hij wel goed?", vraagt As trid. Dat blijkt het geval. „Ik zal kijken of ik er wat over kan vin den", belooft Astrid. De verzorgers weten precies of de vissen goed eten. Dat lukt om dat de dieren getraind worden op bepaalde plaatsen te eten en dan kunnen ze nauwlettend in de gaten gehouden worden.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 19