7spectrum
NAC zit voorgoed in mijn hart
Breda om te kijken'
brommer uit Vlissingen naar
PZC
Zaterdag 12 april 2008
Vader Lieven van Eenennaam was zo trots als een pauw. Maar hij had er weinig vertrouwen in. 'Ik
denk dat je binnen een jaar weer terugstaat in Vlissingen', was zijn commentaar nadat zijn 20-jarige
zoon Ton in 1976 zijn eerste contract bij NAC had getekend.
door René van Stee
foto Ramon Mangold
Het liep helemaal anders.
De ex-doelman paste
zich razendsnel aan en
bleef voorgoed hangen
in het Brabantse land.
„Breda zit me als een maatpak. Het
nuchtere van een Zeeuw heb ik nog
steeds, maar net als de Brabanders ge
niet ik meer van het leven, hoe cliché
matig dat ook klinkt. Als ik een poosje
ben weggeweest en de Grote Kerk te
rugzie, ben ik weer helemaal thuis",
vertelt hij.
Een zwak voor Zeeland heeft Ton van
Eenennaam nog altijd, al komt hij er
niet zo vaak meer als vroeger. „M'n
ouders zijn overleden en m'n broer en
zusters wonen er niet meer. Er is min
der reden om er te komen. Maar 's zo
mer zijn we zeer regelmatig op de bou
levard in Vlissingen te vinden. En als
het even kan ook in Breskens om te
vissen. Dat is één van mijn grootste
hobby's", zegt hij met een overduide
lijk Brabantse tongval.
Ton van Eenennaam groeide op in de
Breitnerlaan en beleefde een onbezorg
de jeugd. Zoals in zoveel Vlissingse ge
zinnen werkte vader Van Eenennaam
bij De Schelde en was moeder huis
vrouw. Als voetballer werd hij ge
vormd op straat. Een carrière als prof
'M'n vader kwam op de
lag niet voor de hand. Maar niet lang
nadat hij een basisplaats had veroverd
bij Vlissingen, waar spelers als Ad Siere-
veld, Eugène Fagg en Rinus van
Reemst zijn ploeggenoten waren,
kreeg hij een kans bij NAC. Het was
het begin van een twaalf jaar durend
profavontuur. Weliswaar als semi-pro
fessional, want de verdiensten waren
toentertijd onvoldoende om van te le
ven. Daarom had hij een baan in de in
stallatietechniek ernaast.
Gedurende zijn loopbaan beleefde Van
Eenennaam - toentertijd met zijn 1,96
meter bekend om zijn imposante pos
tuur en karakteristieke snor - pieken
en dalen. Ook in zijn tijd waren de
roemruchte avondjes NAC - een mix
van gezelligheid, drank, fanatisme en
liefde voor de club - in het oude sta
dion aan de Beatrixlaan een begrip.
Hoewel de ploeg ondanks de aanwezig
heid van topspelers zoals Martien
Vreijsen, Bertus Quaars en Ton Lok-
hofif in de competitie nooit echt om de
prijzen meedeed, kwamen de tegen
standers indertijd toch met het dun in
de broek in Breda op bezoek. Ook top-
ploegen zoals Ajax en Feyenoord (on
der meer een 3-2-nederlaag in 1980)
keerden bijna nooit zonder kleerscheu
ren huiswaarts.
„Ik herinner me nog levendig de wed
strijd tegen Ajax in hetzelfde jaar. M'n
vader kwam toen op een woensdaga
vond met de brommer vanuit Vlissin
gen naar Breda om te kijken. Hij had
geen auto, maar wilde beslist niet met
de trein. Het werd 1-1, omdat Kees
Zwamborn voor Ajax in blessuretijd
nog scoorde."
Edy de Schepper uit Vogelwaarde was
Van Eenennaams Zeeuwse ploegge
noot. De Zeeuwse connectie was er
voordien ook al, getuige illustere voor
gangers zoals Arie Delmotte en Wim
Groenewegen. En naast onder meer
Bob Maaskant, Frans Vermeulen en
Hans Dorjee kruiste ook zijn stadge
noot Jo Jansen zijn pad. Met de inmid
dels overleden trainer had Van Eenen
naam na zijn profcarrière een hartelijk
contact. Maar in zijn actieve periode
was de relatie gespannen. „Achteraf
ging het eigenlijk om kleine dingetjes,
zoals de suggestie dat ik soms te wei
nig inzet op de training toonde. Het
vreemde was dat wij absoluut geen he
kel aan elkaar hadden. Maar het boter
de gewoon niet. Onze karakters bleken
niet verenigbaar."
De onwerkbare situatie onder Jansen
leidde ertoe dat Ton van Eenennaam
in 1982 werd uitgeleend aan Sint Ni
klaas, dat net was gepromoveerd naar
de op één na hoogste Belgische klasse.
„Dat was een topjaar, net zoals het Bel
gische voetbal toen top was. Met
oud-internationals als Georges
Leekens (tegenwoordig trainer bij Lo
keren) en Francois van der Eist misten
we net de promotie. Ik heb er ook ge
weldig veel verdiend. De laatste don
derdag van de maand was het altijd be
taaldag. Iedereen stond dan in een lan
ge rij te wachten in een gang van het
stadion. Je kreeg je geld in een apart ka
mertje. Dat geld zat in enveloppen in
een schoenendoos. Of de belasting
dienst er nog aan te pas kwam, weet ik
niet. Maar zeker was wel dat er toen
van alles kon."
Na het vertrek van Jo Jansen
kwam Van Eenennaam een sei
zoen later terug bij NAC. De
club was gedegradeerd, maar keerde
meteen terug naar de eredivisie. Een
jaar later volgde wederom degradatie.
NAC verkeerde in zwaar weer en
moest pas op de plaats maken. Er volg
de in 1986 zelfs een openbare verko
ping in verband met de enorme schul
denlast die was opgebouwd. Toch over
leefde de club. In 1992 volgde promotie
naar de eredivisie. Van Eenennaam
maakte die niet mee, want hij was al
gestopt. Hij kwam aan dik honderd
profduels. Dat hadden er meer kunnen
zijn als hij niet regelmatig werd ge
kweld door blessureleed. Vooral de
knieën en de ellebogen lieten hem in
de steek. Een elleboogblessure was de
reden dat hij er in 1987 een punt achter
moest zetten.
Als hij de spelers van nu ziet, denkt
Van Eenennaam dat hij meer uit zijn
loopbaan had kunnen halen. Er was
wel eens interesse van andere clubs zo
als Groningen, NEC en Go Ahead Eag
les. Concreet werd dit nooit, vooral
doordat er niemand was die zijn zaken
op een doortastende wijze behartigde.
„Dan blijkt toch dat je als eenvoudige
jongen uit Vlissingen veel te weinig
wist van de wetten van de betaald voet
baljungle. Je bleef dus maar bij NAC.
Niet eens met tegenzin, want ik hield
inmiddels echt van die club. En de
combinatie van voetballen en werken
beviel me ook wel."
Na zijn afkeuring stortte Van Eenen
naam zich op het trainen van keepers.
Ook in die fhnctie belandde hij op den
duur bij NAC. Hij kreeg er provinciege-
noot John Karelse onder zijn hoede.
De Wemeldingenaar stond veertien
jaar onder de lat bij de Bredanaars.
„John is echt een vriend. Hij is ook
mijn vismaatje en tegenwoordig
keeperstrainer bij NAC. Tijdens het vis
sen gebeurde het zelfs eens dat Ruud
Gullit belde. Die was toen trainer bij
Newcastle United. Nog geen dag later
tekende John er een vierjarig contract."
De bouw van het nieuwe stadion aan
de Lunetstraat in 1996 zorgde voor een
nieuwe stap in de loopbaan van Ton
van Eenennaam. Want doordat hij on
dertussen medewerker accommodatie-
beheer bij de gemeente Breda was ge
worden, vond NAC hem uitermate ge
schikt als stadionmanager. Als club
man pur sang hapte Van Eenennaam
gretig toe. Tot op de dag van vandaag
voelt hij zich er als een vis in het wa
ter. Samen met twee andere leidingge
venden en dik veertig medewerkers is
hij er verantwoordelijk voor dat het
stadion en de naastgelegen velden tip
top in orde zijn en de huurders en ge
bruikers er hun activiteiten optimaal
kunnen ontplooien. Ook houdt hij
daardoor voeling met de spelers en de
voetbalwereld in het algemeen. „Dat
maakt m'n werk natuurlijk nog leuker
dan het al is. Maar dan zonder de
stress die trainers vaak meemaken. Ik
had al gauw in de gaten dat het trai
nersvak niks voor mij zou zijn. Ik ben
er waarschijnlijk ook niet hard genoeg
voor." Meer nog dan in zijn tijd als
profvoetballer beseft Ton van Eenen
naam dat de sociale en maatschappelij
ke functie van NAC in Breda enorm
groot is en de club bij veel mensen
heel diep in het hart zit. Niet voor
niets doen een vijftal gepensioneerde
fans bijna dagelijks in het stadion vrij
willig klusjes.
„Ze praten wel eens over het fanatis
me in Engeland, maar hier is het pre
cies hetzelfde. Ik vergelijk het wel eens
met Feyenoord. Een echte volksclub
waar het heel snel hosanna is, maar
waar ook bij het minste of geringste de
vlam in de pan slaat. Daarom is het
ook zo mooi dat we de mensen regel
matig bij de club kunnen betrekken.
Zoals met buurtactiviteiten voor kinde
ren of het project Teamplay, waarbij
we 15- en 16-jarigen een nuttige tijdsbe
steding aanbieden omdat ze niet naar
school gaan."
Ton van Eenennaam werkt ook
nauw samen met de reclasse
ring. Daardoor passeren jaarlijks
dik driehonderd mensen de stadion
poorten om er een werkstraf te doen.
Het mes snijdt aan twee kanten: wets
overtreders doen boete, terwijl NAC er
gemotiveerde mensen voor terugkrijgt.
„Niemand doet een werkstraf voor
zijn of haar lol, maar het werkt echt
prima. Ik kan me er wel iets bij voor
stellen. Want ik denk dat het aantrek
kelijker is om in een stadion bezig te
zijn dan in het bos. Tegelijkertijd heb
ik niet de illusie dat NAC met deze aan
pak mensen op het juiste pad houdt.
Toch vind ik het goed dat wij ze de mo
gelijkheid geven om een positieve bij
drage aan de maatschappij te leveren,
ook al is het een straf."
NAC leeft in momenteel een roes en is
zelfs volop in race voor een ticket dat
recht geeft op de voorronde van de
Champions League. Ook Ton van Ee
nennaam geniet met volle teugen.
Maar hij is er nuchter onder. Daarmee
toont hij toch weer een beetje zijn
Zeeuwse inborst: „Want het kan zo
maar omslaan, dat hebben we eerder
meegemaakt. We moeten dus met bei
de beentjes op de grond blijven."
Ton van Eenennaam
►- Woonplaats: Breda
Geboren: 3 mei 1956 in Vlissingen
Beroep: stadionmanager in het Rat Ver-
legh Stadion van NAC Breda
Opleiding: LTS metaaltechniek en diverse
cursussen, waaronder facilitair manager
Burgerlijke staat: samenwonend met
Mim, twee kinderen: Dennis (28) en
Kristian (24)