Bedwelmd en bevrijd door verhalen i5 spectrum Geluk van groot gebraad Brief PZC Zaterdag 12 april 2008 't Is hier zo stil, een avond in april en zomertijd. Dus schijnt de zon de serre in waar ik de drank begin met buiten merel koolmees kraai en eeuwig gras zo groen als. Alsof ik hier niet ben, zo doet de wind in het lichtgroen en weet de kamer niets van mij. Ben ik voorbij. Wat is een mens ook voor een ding, herinnering die met de tijd - nu ja. Mooi hier. En stil. Dat wou ik kwijt. Marjoleine de Vos (geb. 1957) door Mario Molegraaf April is de wreedste maand. Welke dichter waagt zich nog aan het be zingen ervan na de regels van T.S. Eliot: 'April is the cruellest month, breeding lilacs out of the dead land.' Marjoleine de Vos doet het in haar nieuwe bundel Het waait. In haar 'Brief' verving ze de lilacs, de seringen, door gewoon gras. Zo groen als wat? Dat blijft grappig in het midden. En zo gewoon is het gras waarschijnlijk niet. 'Eeuwig' is niet alleen een woord voor dat saaie, onvermijde lijke gazon. Het verwijst tevens naar het ongrijp bare, wat altijd duurt. Een geslaagd gedicht omdat ze het zware bena dert met lichte middelen. Een bespiegeling over tijd en eeuwigheid, maar dan in aansprekende babbeltaal. Heel erg dichtbij en ongelooflijk ver weg. Het lukt het haar niet altijd, je stuit soms op opgeschroefde zinnen als: 'Een geur van weder keer en levenslust waait aan.' Ben benieuwd wat mijn neus dan zou opsnuiven. Toch zit hier de kern van haar werk. Het hoge en het lage, al in het allereerste gedicht is er een confrontatie. We zien in strofe één een koe, lager kan niet: 'slechts stront en glanzend vel'. In strofe twee kijken we omhoog, naar 'de bolle wolk vlak naast de kerk'. Geen toeval, die kerk. Overal zie je sporen van geloof, 'spijt dat je rede boven raadse len verkoos'. Zij kan kijken, zij kan luisteren, zij kan proe ven. Ik krijg trek als ze schrijft over 'knappersla' en 'stralend ei'. Maar ook kan ze tobben. De stem ming wordt dan 'Zolang we nog hier zijn'. Ze heeft moeite te genieten van het 'dom geluk van groot gebraad'. Niets mag zijn wat het is. Een op het eerste ge zicht zorgeloos vers over 'het juiste uur voor ca membert en peer' zit op het tweede gezicht vol beladen woorden als inkeer, heilig, duivel, mysti cus. De hemel en de aarde. Misschien maar goed dat zij niet wil, kan, durft te kiezen. Want dat be tekent méér van deze aarzelende gedichten, mil de balsem op het wreedste seizoen. Marjoleine de Vos: Het waait - 48 pag./12,50 euro, Van Oorschot, Amsterdam. door Jaap Coedegebuure illustratie Martien Bos Contact tussen culturen ziet de een als zegen, de ander vreest het als de pest. Werk en persoon lijkheid van de uit India afkomstige en in Engeland tot was dom gekomen schrijver Salman Rushdie zijn het product van het contact én de confronta tie tussen culturen. In de roman Middernachtskin deren, waarmee hij in 1981 internationaal doorbrak, beschreef hij op basis van zijn ei gen geschiedenis het zich wereldwijd vertakkende fe nomeen van de migratie. Zijn Duivelsverzen (1988), een door moslims als godslasterlijk ervaren appendix bij de Koran, droeg bij tot het zichtbaar maken en verdie pen van de kloof tussen de islam en het westen. Geen wonder dus dat Rushdie één van de personages uit zijn nieuwe boek De verleidster van Florence voor een dilemma stelt. 'Was uitheemsheid op zich iets dat om helsd moest worden als een revitalise rende kracht die rijkdom en succes bracht aan de voorstanders, of werd daardoor iets essentieels in het indivi du en de gemeenschap als geheel ver stoord, werd een rottingsproces in werking gezet dat zou uitlopen op een vervreemde, onechte dood?' De man die we zien worstelen met de zegeningen dan wel plagen van wat even deftig als neutraal 'intercul- turaliteit' heet, is Akbar (1542-1605), heerser over het Mogulrijk dat het huidige Afghanistan, Pakistan en het noorden van India omvatte. Rushdie laat dit historische personage de meta morfose ondergaan tot sprookjesfi guur in de trant van Duizend-en- één-Nacht. Daarmee zet hij de toon voor een verhaal waarin nu eens spra ke is van een ongeremde fantasie, dan weer - getuige de uitgebreide op gave van geraadpleegde studies achter in het boek - van trouw aan de offi ciële geschiedschrijving. Het resultaat is een verhaal waarin avontuur en be schouwing en ironie en ernst om voorrang strijden. Je kunt je door De verleidster van Florence ongeremd la ten meeslepen, maar ook laten betrek ken in een discussie over wat mensen scheidt en verbindt. Akbars tegenspeler betreedt het to neel als mysterieuze vreemdeling, een schelm van het type Uilenspiegel en Münchhausen. Met zijn goochel trucs weet hij het publiek te bedotten en aangezien zijn tong net zo rad is als zijn vingers, heeft hij er geen moei te mee te schitteren als een oorstrelen- de verteller. Nadat hij zich met list en bedrog meester maakte van een brief van de Engelse koningin Elizabeth de Eerste, bestemd voor haar Oosterse collega-vorst, geeft hij zich aan het keizerlijk hof achtereenvolgens uit voor ambassadeur, voor 'mogul van de liefde', voor ervaren wereldreizi ger en tenslotte zelfs voor de bloedeigen oom van Akbar. Dat de charmante schavuit blond is en luistert naar de door en door Italiaanse naam Niccolö Vespucci vormt geen enkel beletsel. Hij zegt namelijk de zoon te zijn van Akbars oudtante Quara Küz en een blanke westerling. De beeld schone femme fatale is speelbal ge worden van politieke en militaire ver wikkelingen. Na een gedwongen ver blijf bij de Perzische sjah is ze in han den gevallen van Argalia, een tot de islam bekeerde Florentijn die als leger aanvoerder de Turkse sultan dient. Aan zijn zijde belandt ze in zijn vaderstad Florence. Daar weet ze, net als na derhand haar zoon, ieder een in de ban van haar bekoorlijkhe den te slaan, Argalia's boezemvrien den Niccolö Macchiavelli en Ago Vespucci voorop. Met laatstgenoem de neemt ze de wijk naar Amerika (het pas ontdekte continent dat zijn naam dankt aan Ago's neef Amerigo Vespucci) wanneer ook de Toscaanse grond te heet onder haar voeten is ge worden. Naar verluidt zou daar de kleine Niccolö zijn geboren. Juist die gebeurtenissen in de Nieuwe Wereld (die zich niet toevallig bevindt tussen Europa en India) zijn gehuld in neve len van fabels en verdichtsels. Het is de-voor de verbeelding zper.ontvanke- Salman Rushdie AvU\Sijvt\i>eK utvc lijke Akbar die stilaan het gevoel krijgt dat de helden en heldinnen over wie de Mogor dell'Amore hem vertelt, uiteindelijk hun toevlucht ne men in het oneindige universum dat zich opent achter de laatste bladzijde. Met die finale wending onderstreept Rushdie de bevrijdende en emancipe rende macht van het verhaal, maar ook de vrijheid van denken en spre ken die eigen is aan de Republiek der Letteren. Een republiek die, in weer wil van de dictatoriale uitglijders van de Medici, mede tot stand kwam in het Florence van de renaissance. Als schrijver die om zijn manier van denken en spreken jaren werd ver volgd door de nieuwe dictators uit de Oriënt, is Rushdie als geen ander ge rechtigd dit thema aan te snijden. Dat hij dat doet in een roman die de boodschap verpakt in oogverblinden de slingers en frutsels, mag hem wor den aangerekend als grote kwaliteit. [Tl Salman Rushdie: De verleidster van Flo- rence. Vertaald door Karina van San ten en Martine Vosmaer. Uitgave Con- tact. 383 blz. 24,95 euro

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 105