Het beleid
'Het woord doodstraf is niet te bevatten. Verstandelijk hoor je het welmaar
gevoelsmatig is het niet te verteren, dominee Martien Uittenbosch van de Stichting Eprafas
Nederlanders in buitenlandse cellen
PZC Vrijdag 11 april 2008 I 13
Ter dood veroordeeld
en geëxecuteerd
De Nederlandse zakenman Johannes
van Damme werd op 23 september
1994 opgehangen in de Changi gevan
genis in Singapore. Van Damme, die in
1991 op het vliegveld van Singapore
was opgepakt met ruim vier kilo heroï
ne in een valse bodem in zijn koffer,
kreeg in 1993 in hoger beroep de
doodstraf opgelegd wegens drugs
smokkel. Noch een door de Neder
landse regering ondersteund gratiever
zoek, noch een brief van koningin Bea
trix aan de president van Singapore
kon de executie afwenden.
Johannes van Damme.
Dick Nicolaas
Het beleid van de Nederlandse regering inzake Nederlanders in buitenlandse (doden)cellen
bestaat in eerste instantie uit zogeheten consulaire bijstand. Dat houdt in dat een
medewerker van de ambassade of het consulaat de arrestant opzoekt in zijn cel. Daarbij
krijgt de verdachte namen van beschikbare advocaten.
Als het proces eenmaal loopt, houdt een diplomatiek medewerker toezicht op het eerlijk verloop
van de rechtsgang. Of Nederland de kosten van een advocaat op zich zou moeten nemen om een
landgenoot van de strop te redden, is een politieke vraag waarover de Tweede Kamer gaat, stelt een
woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Volgens hem is de kritiek uit de Kamer,
als zou Nederland te weinig doen voor zijn buitenlandse gedetineerden, niet altijd terecht. „Na de
executie van Johannes van Damme (zie kader) is het beleid op de schop genomen. Er wordt de
laatste jaren wel degelijk meer gedaan voor gevangenen in het buitenland. Alleen is het aantal
problemen ook groter en complexer geworden."
Staatssecretaris Albayrak van Justine heeft vorige week gezegd dat ze niets voelt voor een fonds
waaruit verdedigingskosten voor een in het buitenland gedetineerde zouden kunnen worden
vergoed. Daartoe had Tweede-Kamerlid Krista Velzen van de SP een voorstel gedaan. „Nederland
zou altijd moeten betalen als het om de doodstraf gaat, want die mag gewoon niet worden
opgelegd", zegt ze naar aanleiding van de twee in Indonesië ter dood veroordeelden. „Nu moeten
familieleden van de gevangenen hun huis verkopen om een advocaat in het buitenland te betalen.
Dat kun je mensen niet aandoen."
Een Kamermeerdheid zal de SP niet krijgen voor haar voorstel. „De overheid is geen filantropische
instelling", zegt WD-Kamerlid Fred Teeven. „We laten de staat niet betalen voor advocaten van
landgenoten in het buitenland. Wellicht kun je nog nadenken over een voorschot, maar dat moet
dan wel worden terugbetaald. Ongeacht of iemand de doodstraf boven het hoofd hangt of niet."
Ter dood veroordeeld
en wachtend op executie
In Indonesië wachten de Nederlanders
Dick Nicolaas en Ang Kiem Soei op
executie door een vuurpeloton. Soei
werd in 2003 ter dood veroordeeld
wegens betrokkenheid bij de massale
productie van xtc-tabletten. Nicolaas,
in 1944 in Indonesië in een Japans
kamp geboren, kreeg diezelfde straf in
2006. Hij was opgepakt toen de Indo
nesische politie in 2005 een drugsfa-
briek bij Jakarta ontdekte en ontman
telde. Volgens de rechter moet Nico
laas sterven opdat zijn specialistische
chemische kennis over drugsproduc
tie niet voor anderen beschikbaar
komt.
De Nederlands-lraanse mensenrech
tenactivist Abdullah al-Mansouri
wacht, volgens mededelingen van zijn
zoon, in een Iraanse gevangenis op
een aanstaande executie. Mansouri
vluchtte in 1988 naar Nederland, na
dat hij in Iran wegens terrorisme ter
dood was veroordeeld. In 2006 werd
hij in Syrië opgepakt en uitgeleverd
aan Iran. Vorig jaar maakte zijn zoon
bekend dat hij opnieuw ter dood zou
zijn veroordeeld. Volgens Iran is ech
ter geen nieuw vonnis uitgesproken,
maar heeft Mansouri wel aanslagen be
kend. De Nederlandse regering be
sprak de zaak Mansouri met Iran.
Jarenlang in de cel
Ook marktkoopman Machiel Kuijt
zat tien jaar in een Thaise gevangenis
wegens betrokkenheid bij drugshan- Machiel Kuijt
del. Kuijt werd in 1997 opgepakt, na
dat zijn Thaise ex-vriendin elders in
Bangkok was opgepakt met 748 gram
heroïne. In 2002 sprak een Thaise rechter hem vrij, maar in hoger beroep
kreeg de Amsterdammer levenslang. De Tweede Kamer, leden van het Eu
roparlement, de regering en koningin Beatrix pleitten er bij de Thaise au
toriteiten voor dat Kuijt zijn straf in Nederland kon uitzitten. Daarvoor
moest in 2005 eerst een WOTS-verdrag tussen Nederland en Thailand
worden gesloten. Bij terugkomst in Nederland in 2007 werd Kuijt wegens
het bereiken van de maximale Nederlandse strafmaat, in vrijheid gesteld.
Doodstraf kwijtgescholden
Op vakantie in 2000 huurden de 21-ja
rige vrienden Edy Tang en Li Yang in
Bangkok een appartement. Bij een in
val, waarbij hun huisbaas werd betrapt
op heroïnehandel, hield de politie ook
de twee Nederlanders aan. In eerste
instantie werden Tang en Yang vrijge
sproken. In 2003 kregen zij in hoger
beroep alsnog de doodstraf. De Thai
se koning Bhumibol verleende hen in
2006 gratie en de straf werd omgezet
in levenslang. Volgens het WOTS-ver-
drag mogen zij dit jaar terug naar Ne
derland. WOTS-verdragen regelen het
uitzitten van straf in het moederland.
Tijdens een staatsbezoek van koningin
Beatrix aan Thailand in 2004 verleen
de de Thaise koning Bhumipol gratie
aan de taxichauffeur Pedro Ruyzing
uit Heerhugowaard. Ruyzing mocht na
jarenlange gevangenschap naar huis.
In zijn bagage had de Thaise politie in
1995 drie kilo heroïne aangetroffen.
Wegens drugssmokkel kreeg hij dat
zelfde jaar de doodstraf opgelegd. Die
werd echter korte tijd later al omge
zet in levenslang.
Pedro Ruyzing