i5 spectrum De politiek van vuile handen PZC Zaterdag 5 april 2008 door Jaap Goedegebuure illustratie Martien Bos Recente krantenberichten over feiten of vermeende feiten, die tot doel hebben dat Amerikaanse presidents kandidaten in een kwaad daglicht komen te staan, kennen een lange traditie. Zo zou Barack Obama in het geniep een moslim zijn. Hillary Clinton heeft, anders dan ze beweert, nooit in de frontlijn van de Bosnische oorlog gestaan. Het paspoort van John McCain staat misschien wel vol verdachte stempels. In de politieke straatvechterscultuur die de Verenig de Staten sinds jaar en dag kennen, is het de ge woonte in tijden van verkiezingen te graven naar modder om tegenstanders mee te besmeu ren. Wie daarvan overtuigd wil worden, leze Ro bert Penn Warrens klassieker All the King's Men (1946), waarvan uitgeverij Cossee met veel ge voel voor timing een nieuwe Nederlandse verta ling op de markt heeft gebracht. Hoofdpersoon en verteller van Warrens bijna vijfhonderd pagina's lange epos is Jack Burden, afkomstig uit een gegoede familie in de staat Louisiana. Na een studie geschiedenis en een loopbaan in de journalistiek wordt hij rechter hand van Willie Stark, een populist die het met zijn mooie praatjes en schitterende beloftes tot gouverneur heeft gebracht. Hij weet zich met list en bedrog, én gedragen door de gunsten van het electoraat, te handhaven in het centrum van de macht. De blanke aristocratie en het zakenleven zijn fel tegen hem gekant, maar kunnen niet op tegen zijn lepe strategie, waarin boerenslimheid en messianisme samengaan. Jack heeft tot taak Starks vuile karweitjes op te knappen, gloeiende kastanjes uit het vuur te ha len en bezwarende informatie over tegenstan ders te verzamelen. Dat gaat net zo lang goed tot de onderknuppels en sokophouders waarvan de gouverneur zich bedient, het gekonkel en machtsmisbruik zat worden en zich tegen hem keren. Met een fatale afloop voor alle partijen. Stark zelf laat het leven bij een moordaanslag. Jack, die er geen been in heeft gezien oude vrien den te verraden, blijft nog cynischer en gedesillu- sioneerder achter dan hij al was. Want vanaf het begin van zijn relaas heeft hij er geen geheim van gemaakt dat hij altijd al dwars door de praat jes van zijn broodheer heen keek. Blijft dus de vraag waarom hij zich niet veel eerder van hem heeft losgemaakt. Het is precies op dit punt dat All the King's Men intrigeert. De politieke manipulaties en malversa ties mogen door Warren dan met veel kennis van zaken, realiteitszin en inlevingsvermogen be schreven zijn (de waarheid gebiedt te zeggen dat Robert Penn Warren Ccot*. hij kon putten uit de levensloop van de befaam de volksmenner Huey P. Long, vermoord in 1935), het boeiendst is zijn roman in de ragfijne en goeddeels impliciet blijvende psychologie waarmee hij de haat-liefdeverhouding tussen Burden en Stark beschrijft. Jack, enig kind, is al vroeg door zijn vader in de steek gelaten. Naar verluidt omdat die min of meer godsdienstwaanzinnig de deur is uitgelo pen en sindsdien met stichtelijke praatjes en trak taatjes leurt. Ma Burden heeft zich vervolgens in de ene na de andere mislukkende relatie gestort. Als daar al geen sleutel ligt voor een duiding die Willie Stark profileert als een vervangende va der, dan wordt zo'n interpretatie wel mogelijk gemaakt door een van de dramatische wendin gen in het verhaal. Jack is er op uitgestuurd om te zien of rechter Ir win, die is overgelopen naar het kamp van Starks voornaamste tegenstander, geen lijk in de kast heeft verborgen waarmee hij te chanteren valt. De opdracht valt Jack zwaar omdat hij Ir win van jongs af tot zijn vrienden en bescher mers mocht rekenen. Uiteindelijk gaat hij de con frontatie aan en moet dan meemaken dat de oude man zelfmoord pleegt. Vervolgens ontdekt hij dat Irwin en zijn moeder een geheime relatie hebben gehad, waarvan hij het product is. Het lijkt op de geschiedenis van Oedipus, die een te genstander uit de weg ruimde en pas naderhand gewaar werd dat hij zijn vader had gedood. Deze mythische onderlaag geeft de ro man, in weerwil van alle hedendaag se actualiteit, een bijna tijdloos karak ter. Datzelfde geldt voor de bespiege lingen over goed en kwaad waarin Jack en Willie zich regelmatig verliezen. Zo betoogt Stark er gens dat je alleen maar juist en rechtvaardig kunt handelen als je bereid bent te aanvaarden dat je drijfveren voor een deel duister en misschien zelfs slecht zijn. Bovendien kan wat profijtelijk is voor de een, buitengewoon nadelig uitpakken voor een ander. Zo bezien is er dus geen andere politiek mogelijk dan de politiek die behalve ethisch ook pragmatisch is. En die een schoon ge weten en vuile handen niet als onverenigbare te genstellingen ziet. Ook dat is een les die van alle tijden is, verkiezingsjaar of niet. ry] Robert Penn Warren: All the King's Men of De On- dergang van Willie Stark. Vertaling Gerda Baard man, Lidwien Biekmann, Kitty Pouwels. Uitg. Cos see. 480 pag. 29,90 euro. man rust als hij foto's maakt van menselijke res tanten in een mortuarium. Of het verhaal over de man die dagelijks om ze ven uur 's avonds gebeld wordt door een onbe kende die vriendelijk informeert hoe het nu met hem is. Als de beller vertelt zijn nummer in een belhuis gevonden te hebben, begint de man een wanhopige zoektocht langs alle heihuizen van Amsterdam. Uiteindelijk vindt hij zijn nummer, half weggeplamuurd, in het belhuis tegenover zijn eigen woning. Waarna hij zichzelf belt, om zeven uur, en informeert hoe het nu met hem is. En er is het verhaal van de geneticus die meent God ontdekt te hebben in een muis. Hij stelt een complex labyrint samen waarin deze muis sa men met 79 soortgenoten naar hartelust mag ren nen en gaat scheep op de Achille Lauro. Daar zal hij zijn ontdekking aan een groep wetenschap pers en journalisten tonen. Maar net als in zijn labyrint lijken ook de schotten in het schip tel kens te verschuiven. De geneticus verdwaalt en komt te laat op zijn presentatie. Zijn muizen ont snappen en duiken vervolgens in vrijwel elk van de andere verhalen weer op. Ook de Achille Lauro is zo'n verbindende factor. Het schip dat in de jaren veertig en vijftig als Willem Ruys dienst deed op de Indiëvaart, werd in de jaren zestig verkocht en omgedoopt tot Achille Lauro. In 1985 werd het op volle zee ge kaapt door een groep Palestijnen. Zij vermoord den een van de passagiers. Jaren later, in 1994, zonk het na een felle brand. In de verhalen van Van Wetering herrijst het, tot nieuwe glorie ver bouwd, als de Majestic. Het zijn ingenieuze en raadselachtige verhalen, waarin de werkelijkheid soms opeens overgaat in waan en andersom. Ze handelen vaak over heel gewone dingen en toch ligt over al deze per sonen een sluier van vervreemding, van waanzin misschien zelfs. Soms lijkt elke logica te ontbre ken. Zoals in 'De Drijver', het meest hermetische van de verhalen. Er is sprake van twee mannen, van wie er eentje overboord slaat. Wie zijn zij, wat beweegt hen, wat wil Van Wetering hier zeggen? Misschien wel niets meer dan wat er staat. Of, zoals 'toehoorder 1' opmerkt: 'Alles wil len we verklaren, van betekenis voorzien, rubri ceren, codificeren, etc., tegen beter weten in.' Wie die neiging los kan laten en zich gewoon overgeeft aan deze verhalen, zal verrast worden door de rijkdom aan intriges. Dan blijkt het een boek dat je steeds opnieuw wilt herlezen. Muizen, het cruiseschip Achille Lauro, een blauw douchekapje, Almere. Die zaken vormen enke le van de steeds terugkerende, verbindende elementen in Boot, de verhalenbundel die Hans van Wetering (1964) onlangs publiceerde. Het is een wonder baarlijke caleidoscoop van verhalen die op de een of andere manier met elkaar verbonden zijn. Elk verhaal is gewijd aan een andere hoofdper soon en staat op zichzelf, maar de personen heb ben ieder een relatie met minstens een van de andere hoofdpersonen. Of ze bevinden zich op plekken waar de anderen ook zijn of zijn ge weest. Die hoofdpersonen hebben ook bepaalde karak tertrekken gemeen. Het zijn mensen die niet ge lukkig zijn, maar hun ongeluk met gelatenheid dragen. Ze hebben geen vat op hun eigen leven, worden geobsedeerd door iets en gaan daaraan ten onder. Soms bestaat de obsessie uit niets an ders dan hun verwoede pogingen het leven de baas te blijven. Zoals de man die geplaagd wordt door tal van tics: oogknipperen, spiertrekkingen, neurotische slikbewegingen. Zijn psychiater zet hem aan het fotograferen en vanaf dan vindt de

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 67