spectrum Verboden boeken RUDEN RIEMENS FOTOGRAFIE zonet Marjan Berk PZC Zaterdag 5 april 2008 Na de buitengewoon waardige en op een bepaalde manier ook inspirerende herdenkingsbijeenkomst in de Bourla-Schouwburg in Antwerpen van een van onze grote schrijvers Hugo Claus, ben ik dan eindelijk, eindelijk begonnen aan die bij verschij nen hier en daar neergesabelde roman Het Ver driet van België. Ik weet niet wat' mij al die vijfen twintig jaren heeft weerhouden, ik las alles wat er van Claus uitkwam gulzig en gretig. En meteen in het begin werd ik getroffen door het 'verboden boek' van Louis, dat mij ogenblikkelijk mijn eigen verboden boeken in de herinnering bracht. Als kind las ik alles wat los en vast zat, mijn moe der lette totaal niet op mijn gretig verslinden van wat er in haar boekenkast stond. Ook haalde ik bij de bibliotheek in de Amersfoortse Muurhuizen tas sen vol boeken. Bij de volwassenen vroeg ik stee vast twee 'fel realistische romans' voor mijn moe der (die waren voor mij) en op de jeugdafdeling nam ik de toegestane vier boeken mee, plus nog twee illegaal geleende werken. Mijn leeshonger was onstuitbaar. De Buik van Emile Zola, Nana van dezelfde schrijver, Under two flags, een verruk kelijke keukenmeidenpil van Ouida. Ik herinner mij niet meer de Nederlandse vertaling, maar het verhaal staat mij nog helder voor de geest. Mijn moeder vond alles best. Zij was zelf óók opge groeid in een familie waarin lezen vanzelfspre kend was en censuur onbekend. Pas toen ik als tienjarige in 1942 roodvonk kreeg en moest wor den opgenomen in de roodvonkbarak voor zes we ken quarantaine, ontdekte ik dat er tussen de tas met boeken die ik meesleepte een werk zat, dat bij de hoofdzuster de wenkbrauwen deed fronsen. Tropenadel, van Henri van Wermeskerken, een hi larisch boek over de nouveau riche in het voorma lig Nederlands Indië. „Dat is geen kinderboek!", riep de strenge zuster en toen de zes weken voor bij waren en ik naar huis mocht, durfde ik niet om dat lievelingsboek terug te vragen, bang haar toorn opnieuw te wekken. Zo ben ik dat pracht werk kwijt geraakt. Bij mijn vader (mijn ouders waren gescheiden) logeerde ik als vijftienjarige en zag daar Eenzaam Avontuur van Anna Blaman in de boekenkast staan. Onbevangen haalde ik het te voorschijn, maar mijn vader rukte het uit mijn handen. „Dat is geen boek voor jou!", terug ging het boek en de boekenkast op slot. Later, in de nachtdienst in het Stads- en Acade misch Ziekenhuis in Utrecht, 1951, las ik Henry Miller. Ah...dat was prachtig, dat wil zeggen dat ik de lange metafysische verhandelingen oversloeg, en de erotische passages met potlood markeerde in die dikke pillen. Die boeken werden toen uitge geven bij de Olympia Press in Parijs, in het land van herkomst Amerika waren ze nog verboden! Het enige boek wat ik nooit in handen kreeg on danks de liberale kijk van mijn moeder op alles wat boek was, was het kennelijke vunzige porno grafische boekje, dat zij van mijn toen achtjarige broertje afpakte en vervolgens zelf gretig door nam. Ik stierf van nieuwsgierigheid en heb het werkelijk fanatiek gezocht op alle plekken die daar voor in aanmerking kwamen. Nooit gevonden.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 57