Gezondheid Voedselallergie Leren om Thuisdokteren Voorbeeldgedrag Wratten 1 6 Woensdag 26 maart 2008 PZC HUISARTS door Paul van Dijk Vroeger kwam het nog al eens voor dat een dokter de as bak met sigarettenpeuken op zijn bureau had staan. Tot vlak voor het computertijdperk waren er artsen die gewoon rookten tijdens het spreekuur. Tijdens mijn opleiding kreeg ik onderwijs van een bekende cardioloog. Hij was een bekakte corpsbal met een grote mond, ook tegen patiënten. Hij woog een kleine 110 kilo, zoop als een ketter en rookte tijdens zijn consulten. Met een sigaret in z'n hand en de witte jas open om ruimte te geven aan zijn corpulente lichaam, gaf hij patiënten leefadvie- zen. Zonder blikken of blozen adviseerde hij rokers te stoppen met roken en mensen met overgewicht om af te vallen. Met passie vertelde hij dat hij wel allerlei pillen kon voorschrijven maar dat het water naar de zee dragen was als de patiënt door ging met zijn ongezonde gedrag. Heeft de dokter een voorbeeldftinctie als het om leefstijladvie zen gaat? 'Meneer u moet het wat kalmer aan doen, neem va ker een pauze, limiteer het aantal overuren'. Heeft zo'n advies effect als het gegeven wordt door een dokter die zelf stijf staat van de stress en voortdu rend op zijn klokje kijkt of hij nog genoeg tijd heeft voor de volgende patiënt? Zelf geef ik regelmatig adviezen over hoe je achter een computer moet zitten om te voorko men dat je allerlei klachten krijgt van spieren en gewrichten. Ik geef die wijze raad terwijl ik zelf in de spreekkamer half ge draaid achter mijn laptop zit op onjuiste afstand van het scherm. Bij het bespreken van die adviezen excuseer ik me voor mijn patiënten: 'Wat u hier ziet, is dus hoe het niet moet'. Maar werkt dat of denken mensen: ammehoela! Als die dokter het zelf niet kan opbrengen, waarom zou ik er dan aan beginnen? Maar of een goed voorbeeldgedrag van een hulpverlener meer effect heeft, is ook niet zeker. Als mijn slanke assistente op het suikerziektespreekuur tegen de diabetespatiënt zegt 'u moet echt afvallen, mevrouw', dan krijgt ze als antwoord: 'U hebt ge makkelijk praten met zo'n lijntje'. Een arts van wie de patiënt weet dat hij alcoholist is, zal weinig geloofwaardig overkomen als hij een patiënt dringend aanraadt alcoholconsumpties te minderen. Maar omgekeerd is zo'n advies, gegeven door een dokter van de blauwe knoop, waarschijnlijk ook niet echt mo tiverend. Dus waarschijnlijk maakt het helemaal niets uit hoe de dokter zich gedraagt. Dit wordt bevestigd door een recent in Amerika uitgevoerd onderzoek onder artsen en verpleegkundigen. Bo vendien gaf een derde deel van de dokters aan dat men het las tig vond patiënten te adviseren over leefstijlaspecten waar men zelf mee worstelde. Misschien is het maar goed ook dat dokters geen voorbeeldge drag hoeven te vertonen als ze patiënten adviseren. Uit onder zoek van Peter Lens blijkt namelijk dat artsen vaker verslaafd zijn aan alcohol, vaker gescheiden zijn, vaker zelfmoord ple gen, vaker depressief zijn en eerder doodgaan dan vergelijkba re bevolkingsgroepen. Half gedraaid achter de laptop geef ik wijze raad over zithouding Het aantal mensen met voedselallergie neemt toe. Maar lang niet iedereen die zegt of denkt allergisch te zijn, is dat ook echt: geregeld blijkt een psychisch probleem de boosdoener. door Arend van Wijngaarden illustratie Mark janssen/GPD Hazelnoten Jaimy Hoving (5) is waarschijn lijk allergisch voor hazelnoten. Dat toonde een bloedtest aan. Samen met zijn moeder Sandra komt Jaimy elke twee weken naar het ziekenhuis voor zoge heten dubbelblind placebo-ge controleerd onderzoek. De ver pleegkundigen bekijken eerst hoe het de afgelopen weken is gegaan. Ze inspecteren uitslag- plekken op zijn armen en be nen, overleggen met zijn moe der en vullen een formulier in. Dan krijgt Jaimy een klein stuk je koek tegen zijn lip gedrukt. Die koek is het geheim van de unit. In plastic bakjes zitten di verse stukjes hazelnootkoek of koek waarin de smaak van ha zelnoten met andere ingrediën ten is nagemaakt (placebo). - Beide koekjes zijn niet van el kaar te onderscheiden en ook de verpleegkundigen weten niet of het koekje van deze week echt is of niet. In de loop van de behandeling, die enkele maanden duurt, wordt hij voor zichtig steeds meer blootge steld aan hazelnoot. Voedselallergie is een se rieus probleem. Zo'n 6 procent van de Neder landse kinderen en 2 procent van de volwas senen lijden eraan. Het aantal pa tiënten groeit de laatste jaren fors. Soms in milde vorm, maar elk jaar vallen er enkele doden door een al lergische reactie. Steeds meer pa tiënten lopen dagelijks rond met een epi-pen, een adrenaline-injectie, op zak. Meestal geen over bodige luxe, weet profes sor Ewoud Dubois, hoogle raar kinderallergologie aan het UMC Groningen. Hoe ernstig ook, toch wordt aller gie vaak niet serieus genoeg geno men. „Als je vijfhoeken leest over voedselallergie, kom je enorme ver schillen tegen", zegt Dubois. „De ontwikkeling van kennis over aller gie loopt achter op bijvoorbeeld astma. Er is bij voedselallergie nog ruimte voor extreme en alternatie ve meningen. Er heersen veel mis verstanden en vooroordelen. In de zorg aan patiënten zie je dat terug. Er is veel beunhazerij. Allergie was jaren het domein van homeopa- ten en bioresonantietherapeuten." Bij het serieus nemen van een ziek te hoort een goede diagnose. „Je moet weten wie het heeft, daar be gint alles mee." Juist daaraan ont breekt het vaak bij voedselallergie. „Als mensen zeiden dat ze voedsel allergie hadden, kon de dokter slechts zijn schouders ophalen. Vandaar dat wij zijn begonnen met dubbelblind onderzoek." Daarvoor richtte Dubois in 1998 de voedselprovocatie-unit op. Een testcentrum waar op wetenschap pelijk verantwoorde manier be paald kan worden of patiënten echt lijden aan voedselallergie. Uit onderzoek in dat centrum blijkt in meer dan de helft van de gevallen dat de patiënt niet allergisch is. Die zijn het daar lang niet altijd mee eens. „Ze vragen: 'wat is het dan'? Maar daar kan ik vaak niets over zeggen. Ik weet alleen dat het géén voedselallergie is. „Bij voedselallergie heb je veel te maken met mensen die psychi sche problemen tot uitdrukking brengen door lichamelijke klach ten. Ze zoeken een diagnose om hun problemen te verklaren en kiezen dan vaak voedselallergie." Bijvoorbeeld voedseladditieven, kleurstoffen en toevoegingen met E-nummers. „Ik zei dan na uitge breid onderzoek in onze kliniek te gen patiënten: ik denk dat het geen allergie is. Maar dat accepteer den ze niet. Tegenwoordig zeg ik vooraf tegen patiënten die denken aan allergie voor suiker of additie ven: er is wetenschappelijk nog nooit een verband aangetoond. U kunt onderzoek laten doen, maar ik weet voor 99 procent zeker dat het niet wordt aangetoond. Bent u dan ook bereid het voedingsmid del toch weer te gaan gebruiken? Dan zien ze meestal van hun ei gen diagnose af" Maar in de helft van de gevallen wordt er wel degelijk een allergie aangetoond. Noten, eieren en koe melk zijn voedingsmiddelen waar in de praktijk vaak allergisch op wordt gereageerd. De wetenschap heeft nog geen sluitende verkla ring voor de toename van voedsel allergie. Kinderarts Paul Brand: „Het moet iets in de omgeving zijn, waarschijnlijk heeft het te ma ken met westerse levensstijl." Niet alleen allergie, ook andere ziekten van het afweersysteem nemen toe, zoals reuma en diabetes. De regel- cellen die het afweersysteem aan sturen, reageren blijkbaar verkeerd op prikkelingen. De verkeerde af stelling van de regelcellen ontstaat in de eerste levensmaanden van een baby. Doordat baby's minder infecties hebben dan vroeger, wordt het immuunsysteem min der goed afgeregeld. Fysiotherapeut Frans van der Wulp corrigeert de houding van een patiënt die plaats heeft genomen op de flexchair. Wie last heeft van lagerugklachten, moet de fysiotherapeut eens vragen of die een flexchair heeft. door Paulus Smits foto Robert van den Berge/GPD Lagerugklachten kunnen de kwaliteit van leven van een mens stevig aan tasten. Opstaan doet zeer, bewegen voel je door je hele lichaam en bukken om iets zwaars op te tillen, is al he lemaal uit den boze. Als drastisch ingrijpen - opereren - niet moge lijk of gewenst is, heeft; de fysiothe- In deze rubriek geven twintig huisartsen tips voor de behandeling van veel voorkomende klachten. Wat kan de patiënt zelf doen en wanneer is de expertise van de huisarts nodig? Vandaag: wratten. DE KLACHTEN: - Kleine eeltachtige uitwassen op de huid, meestal met een ruw oppervlak. - Wratten zitten vaak op de handen of voeten. - Wratten kunnen ook op de voetzool zitten. Door het lopen worden ze plat en komen terecht in de eelt- laag van de voet. - Waterwratjes zijn gladde doorschijnende kleine bolletjes. Ze zit ten in groepen bij elkaar. - Ze komen vooral voor bij jonge kinderen. NAAR DE DOKTER: - Nee, wratten zijn onschuldig en verdwijnen vanzelf. - Ja, als wratten pijn doen, of wanneer iemand het storend en vies vindt. - Ja, als wratten op de geslachtsdelen zitten. WAT KUNT U ZELF DOEN: - Mogelijk kunnen wratten worden voorkomen door schoenen of slippers te dragen in gymzaal en zwembad. - Door peuteren en bijten kan het aantal wratten zich uitbreiden. - Aanstippen met wrattentinctuur of vloei bare stikstof. Beide zijn verkrijgbaar in de apotheek of drogist. - Waterwratjes kun nen het best onbehandeld blijven. Ze gaan altijd snel (binnen een jaar) vanzelf weer weg. Thuisdokteren, spoorboekje voor alledaagse klachten. Paul van Dijk e.a.. Uitg. Adr. Hey- nen. 9,95 euro.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 16