Ik heb nooit getwijfeld'
spectrum
PZC
Zaterdag 22 maart 2008
Eind dit jaar verlaat Piet van den Beemt de stichting Arduin, Zeeuwse instelling voor verstandelijk ge
handicapten. Ruim twaalf jaar is hij er directeur en hij voerde ingrijpende veranderingen door. Dat ver
liep niet altijd zonder slag of stoot. Van den Beemt kwam, kort na de fusie met Huize den Berg in
Goes, in botsing met personeel en ouders omdat hij te ver zou gaan in zijn vernieuwingsdrang. Maar:
„Hoezo te ver? We hebben een perfect systeem neergezet!"
door Willem van Dam
foto Mechteld Jansen
Een autoritaire man zou hij
zijn, die hoe dan ook zijn zin
wil doordrijven. Maar so
what? „Ik heb alleen gepro
beerd om verstandelijk ge
handicapten weer onder de mensen te
brengen. Ze willen niet in kloosters en
gevangenissen worden opgesloten. Ze
wonen, net als iedereen, het liefst in
hun eigen huis; ze willen net als ieder
een hun eigen keuzes kunnen maken.
Dat is waarnaar ik heb gestreefd. En
het is, denk ik, aardig gelukt."
'De klus is geklaard', zei Piet van den
Beemt een paar weken geleden, toen
hij aankondigde dat hij dit najaar met
pensioen gaat. Hij bouwde Arduin (het
vroegere Vijvervreugd) het afgelopen
decennium om tot een organisatie,
waarin vooral 'onze klanten' het voor
het zeggen hebben.
„Als er iets bij het leven hoort, is dat
de dood. En toch hebben we het voor
elkaar gekregen om het stervensproces,
dat zich in het verleden in familiekring
afspeelde, te verbannen naar de rand
van de stad; verzorgingshuizen, ver
pleeghuizen, ze werden allemaal bui
ten de stad of het dorp gebouwd. En
waarom? Om niet te vaak met de dood
te worden geconfronteerd. Zo hebben
we destijds ook de gehandicapten aan
de kant geschoven: weg ermee!"
Sloop de instellingsmuren, was zijn
motto. Daarbij ging hij doortastend te
werk. Van den Beemt bracht de zes
honderd verstandelijk gehandicapten
die aan zijn zorg zijn toevertrouwd on
der in rijtjeshuizen in gewone woon
wijken tussen gewone mensen, hij
huisvestte ze in boerderijtjes en open
de tientallen bedrijfjes waar ze zinvolle
arbeid verrichten. Hij haalde de bezem
door de organisatie, introduceerde gast
vrouwen en persoonlijk assistenten
wier belangrijkste taak is om de ver
standelijk gehandicapten te helpen een
zo zelfstandig mogelijk bestaan te lei
den.
De hervormingen verliepen niet altijd
geruisloos. Ouders én personeelsleden
maakten zich zorgen over de aanpak
van Van den Beemt; hij zou te weinig
rekening houden met de beperkingen
van verstandelijk gehandicapten en
zou zich te weinig gelegen laten liggen
aan de bedenkingen die onder het per
soneel leefden. „Maar ik heb nooit ge
twijfeld."
Petrus Marinus Maria ('Ik kom uit een
rooms nest') van den Beemt groeide op
in het Brabantse Leur, een dorpje dat
later met het naburige Etten samen
smolt tot Etten-Leur. Dertien kinderen
('We sliepen met z'n vieren op een ka
mer') telde het gezin; zeven jongens,
zes meisjes. „Ik denk dat je in zo'n
groot gezin heel goed leert om voor je
zelf op te komen." Ze bewoonden een
vrijstaand huis aan de rand (')e kon zo
het bos inlopen') van het dorp. Elke dag
als hij naar school ging, passeerde hij
het Sint-Antonius - een bakstenen ko
los met hekken, die niet altijd verhin
derden dat psychiatrische patiënten
aan de wandel gingen. „Het gebeurde
wel eens dat er bij ons thuis ineens een
vreemde mevrouw binnenliep. Dat
was dan weer een patiënt die uit het
Antonius was weggelopen."
Hij vertelt over de animositeit die er in
zijn jonge jaren bestond tussen de in
woners van Etten en die van Leur.
„Dat was altijd een beetje strijd, zoals
dat hoort, ja. Maar ik kon heel boos
worden, als er werd geroepen: 'de gek
ken komen van de Leur'. Dat triggerde.
Ik vond dat zó gemeen, ik vond dat die
mensen gewoon bij ons hoorden."
Toen al, dus.
Zijn vader verdiende de kost als maga
zijnbeheerder bij een grossiersbedrijf
in levensmiddelen. „Een hardwerken
de man, hij was eerlijk, stond voor
rechtvaardigheid." Zijn moeder was
'een echte moeder'. „Op haar begrafe
nis heb ik gezegd: 'Ze was een perfecte
coach, die er altijd was op het juiste
moment'."
De brede borstelsnor heeft hij allang
afschoren, maar hij bezit nog altijd een
grote grijze haardos en draagt nog
steeds een rond brilletje. Zijn zussen
zeggen dat hij zowel wat uiterlijk als
karakter betreft op zijn vader lijkt,
maar echtgenote Erna ('En zij zal het
wel het best weten') vindt dat hij het
meest van zijn moeder wegheeft. Als
hij zichzelf zou moeten karakteriseren:
„Vasthoudend, doortastend, niet mak
kelijk om te duwen - en dat werkt niet
altijd in je voordeel."
Piet van den Beemt ('Mijn vader
en moeder vonden het kennelijk be
langrijk dat ik een echt vak leerde')
bezocht de Lagere Technische School.
Maar de blauwe overall ('Ik was hele
maal niet zo technisch en handig') paste
hem slecht en zo trok hij het witte te
nue van een leerling-verpleger aan.
„Vier van mijn zussen zaten ook in de
verpleging. Achteraf bezien vraag ik
me wel eens af, of die keuze wel zo be
wust was. Misschien had het te maken
met mijn opvoeding - dat je iets moet
betekenen voor mensen, of zo."
De beslissing om zijn opleiding aan de
Willem Arntzhoeve te volgen, was wèl
doordacht. Van den Beemt trof daar -
in de bosrijke omgeving van Den Dol-
der - grote paviljoens aan, waarin 'mis
schien wel zo'n duizend patiënten ver
bleven' en waar werd gerammeld met
'sleutelbossen zoals in een gevangenis'.
Wat hem in de WA-hoeve (Dennen
dal) echter aantrok, was de wind van
vernieuwing die er was opgestoken.
Het waren de jaren '6o/'yo de tijd
waarin stevig aan gezag werd getornd.
Alles moest anders, óók in de gezond
heidszorg. Dennendaldirecteur Carel
Muller predikte te Den Dolder meer
zelfstandigheid voor pyschiatrische pa
tiënten en zwakzinnigen en voegde de
daad bij het woord. Een rel werd het.
De gevestigde orde - met de Telegraaf
voorop - sprak er schande van; Den
nendal zou worden bestierd door lang
harig links tuig; het zou er een ongere
geld zooitje zijn, waar chaos en anar
chie heersten.
Het liep uit op het ontslag van Muller
en een ontruiming door de ME. „Er is
destijds karaktermoord op Carel Mul
ler gepleegd. Tot op de dag van van
daag heeft vrijwel niemand het lef ge
had om te zeggen: 'misschien had hij
toch wel gelijk'. En Arduin is zelfs een
stap verder gegaan dan wat Carel Mul
ler toen bedoelde."
Van den Beemt beschouwt die
Dennendalperiode ('Ik heb er
mijn vrouw ontmoet') als 'een
van de mooiste en leerzaamste uit
mijn leven'. „Je zat middenin de veran
dering, middenin de ruis. De opleiding
blonk uit in vooruitstrevendheid en Ca
rel Muller begon het oude systeem
open te breken vanuit het principe dat
we allemaal - gehandicapt of niet - bij
elkaar horen. Dat was heel revolutio
nair. Dennendal heeft me geleerd, dat
het de moeite waard is om voor din
gen te gaan. Als ik vind dat er iets
moet veranderen, dan zal dat gebeu
ren."
Via het Sint-Antonius (dezelfde instel
ling waar hij als schooljongetje zo vaak
was langsgelopen) in Etten-Leur, Chari-
tas (ouderenzorg) in Roosendaal en
het verpleeghuishuis Der Boede in
Koudekerke kwam hij halverwege de
jaren negentig terecht bij Vijvervreugd.
Dat instituut - toen nog onder de vleu
gels van de Stichting voor Regionale
Zorgverlening (SVRZ) - verkeerde op
de rand van de afgrond. De inspecteur
voor de Volksgezondheid noemde de
huisvesting van de verstandelijk gehan
dicapten 'abominabel', bezorgde fami
lieleden repten in een brief aan (toen
nog) staatssecretaris Erica Terpstra van
'Roemeense toestanden'. Van den
Beem kreeg alle ruimte om Vijver
vreugd te moderniseren en de ideeën
die hij op Dennendal had opgedaan in
de praktijk te brengen.
Hij oogstte waardering. „We hebben
delegaties op bezoek gehad uit lapan,
China, Rusland, Italië en binnenkort
komt er een uit Spanje. Duitsers zijn
hier geweest, Amerikanen. Overal
wordt lovend over Arduin gesproken."
Hij ontmoette ook weerstand. Van den
Beemt kreeg vakbondsbestuurders
over de vloer die vonden dat hij de be
langen van het personeel veronacht
zaamde; er verscheen - net als in de Vij-
vervreugdtijd - een zwartboek, waarin
ouders hun verontrusting uitten over
de aanpak van Van den Beemt; hij zag
de fusie met Huize den Berg in Goes
mislukken omdat niet iedereen zich in
het Arduinmodel ('Ik heb de cultuurver
schillen onderschat') kon vinden; er was
een uitzending van het tv-programma
Zembla waarin de vloer werd aange
veegd met Arduin - er zou sprake zijn
van seksueel misbruik, drank en drugs.
Van den Beemt heeft die uitzending
knarsetandende bekeken. Meer dan: 'Ik
ben er ingeluisd' en 'de grootste belaze-
rij die mij ooit is overkomen', wil hij er
niet over kwijt. „Ik heb geen behoefte
om me daartegen te verdedigen."
Hij is ervan overtuigd dat hij straks een
organisatie 'met een perfect systeem'
achterlaat. „En dat is niet alleen het ver
haal van Piet van den Beemt, het is het
verhaal van ons allemaal; ieder op z'n
eigen tempo, ieder op zijn eigen ma
nier."
En die kritiek? Ach, zegt hij, dat is
allemaal verleden tijd. ,A1 onze
klanten spreken me bij de voor
naam aan: 'hé Piet!' En ik hoor zeggen,
dat dat iets zegt. We zijn nu twaalf jaar
op pad, en ik durf best de stelling aan
dat geen van onze klanten terug wil
naar de instelling van vroeger. Ik proef
eerder dat ze nog méér willen. Ik heb
huilende ouders meegemaakt die aan
vankelijk mordicus tegen de vernieu
wingen waren, maar die nu tegen me
zeggen: 'Piet, wat ben ik blij dat je je
rug hebt rechtgehouden'. Dat geeft me
de zekerheid dat ik het goed heb ge
daan."
Paspoort
»- Naam: Petrus Marinus Maria van den
Beemt
Geboren: 12-11-1946, Etten-Leur
v- Woonplaats: Middelburg
Opleiding: LTS, B-verpleegkundige psy
chiatrie, managementopleiding IBW
Loopbaan: Psychiatrische inrichting Wil
lem Arntzhoeve (Dennendal) in Den Dol
der, psychiatrische instelling Sint-Anto
nius in Etten-Leur, verpleeghuis Charitas
in Roosendaal, verpleeghuis Der Boede in
Koudekerke, Vijvervreugd (later: Arduin)
in Middelburg
Burgerlijke staat: Getrouwd met Erna, drie
kinderen
'Als ik vind dat er iets moet veranderen, dan zal dat gebeuren.'