'Ik zit niet met mezelf in de knoop' PZC Zaterdag 22 maart 2008 51 Jos Verstappen is van het type 'ruwe bolster, blanke pit'. door Patrick Deiait SITTARD - Bijna tien jaar lang bleef Jos Verstappen overeind in de har de wereld van de Formule 1. Vijf jaar na zijn laatste Grand Prix is zijn carrière ondergeschikt aan het vaderschap. „Mijn dochter en mijn zoon betekenen alles voor mij. Ik sta niet voor mezelf in als iemand hen ooit iets aandoet." Een open hartig gesprek over Jan Lammers, de Formule 1 en de relatie met zijn vader. Zoon Max. „Mensen die Max vaak zien karten, zeggen dat hij beter is dan ik. Ik denk dat ze gelijk heb ben. Max is pas tien, maar hij rijdt al heel volwassen. Hij heeft meer controle, meer inzicht ook dan ik op die leeftijd. Dat is niet onlo gisch. Max wordt goed begeleid. De ervaring die ik in 28 jaar heb opgedaan, probeer ik aan hem door te geven. Dat is een groot ver schil met zoals het vroeger bij mij is gegaan. Ik werd ook begeleid door mijn vader, maar dat ging lang niet zo professioneel. Mijn va der had minder bagage, waardoor ik misschien niet altijd de juiste dingen heb aangeleerd. Niet dat het voor Max altijd zo gemakkelijk is. Als zoon van een bekende va der wordt er extra op hem gelet. Zolang alles goed gaat, is dat geen probleem. En tot nu toe gaat geluk kig alles goed. Vorig jaar is hij in zijn categorie kampioen geworden 'Ik vind Jan Lammers gefrustreerd. Hij noemt me in interviews een lui' Jos Verstappen: „Ik zie en voel meteen als mensen me willen provoceren. Ik weet dat het verstandiger is om niet te happen, maar ik zal nooit weglopen als iemand voor me komt staan." foto Harry Heuts/GPD den ze me zoet te houden. Maar bij mij is een afspraak een af spraak. Van het nieuwe contract waarover we enkele maanden eer der hadden onderhandeld, liepen de betalingen ook al achter. Toen was voor mij de maat vol. Ik weet dat veel fans zich door mij in de steek gelaten voelden, maar dat is dan jammer. Ik heb altijd gezegd dat ik niet voor mijn supporters rijd, maar voor mezelf Tussen Jan Lammers en mij komt het nooit meer goed, maar dat hoeft ook niet. Ik weet echt zeker dat ik de waarheid spreek. Iedereen mag me aan de schandpaal nagelen als ooit het tegenovergestelde mocht blij ken." Temperament. „Vroeger ontplof te ik bij het geringste. Ik geef toe dat ik soms te ver ben gegaan. Het lukt me nu beter om mezelf in te tomen, al zijn er situaties waarin ik het niet kan opbrengen om tot tien te tellen. Ik zie en voel met een als mensen me willen provoce ren. Ik weet dat het verstandiger is om niet te happen, maar ik zal nooit weglopen als iemand voor me komt staan. Onlangs waren we met het team voor een wedstrijd in Frankrijk. Toen een van onze rij ders een andere jongen toucheer de met zijn kart kwam diens vader na de wedstrijd verhaal halen. Het was een grote, kale vent van onge veer veertig die zomaar een zes tienjarige begon te meppen. Dan slaan bij mij de stoppen door. Ik kan niet tegen onrecht. We heb ben die kerel dan ook snel wegge werkt. Weet je, ik hoop echt dat 'Op een bepaald moment is het beter om maar geen contact te hebben' van Nederland en van België. Maar het kan ook een keer minder gaan. Dan zal Max sterk in zijn schoenen moeten staan. Ik pro beer hem daar op voor te berei den. Ik leer hem hoe hij met men sen moet omgaan. Max zit op dat vlak helemaal anders in elkaar dan ik. Ik was als kind verlegen, een beetje in mezelf gekeerd. Nu nog maak ik niet zo snel contact met anderen. Max is veel liever. Hij is open en spontaan. Een allemans vriend eigenlijk." Angst. „Ik ben in mijn carrière nooit echt bang geweest. Ik heb weliswaar een paar vervelende din gen meegemaakt, maar op die mo menten ging het allemaal zo snel dat ik niet eens tijd had om bang te worden. Toen mijn auto in 1994 tijdens de Grand Prix van Hocken- heim in de pits in brand vloog, had ik niets eens in de gaten wat er gebeurde. Ik zag niks meer, kreeg door de rook amper nog adem. Aan bang zijn, heb je dan niet zoveel. Ie wilt dan alleen maar zo snel mogelijk uit die auto. De crash op het circuit van Spa-Fran- corchamps was misschien nog hef tiger, maar onzeker of angstig, nee, dat ben ik nooit geworden. Racen is voor mij altijd het ultieme ge weest, maar ook dat wordt op een bepaald moment gewoon. Ik stap met evenveel gemak in een ra ceauto als iemand anders op zijn fiets. Dat gevoel heb ik ook als Max moet racen. Ook al haalt hij met karten snelheden tot 120 kilo meter per uur, ik ben nooit bang dat het fout gaat. Ik denk zelfs dat Max meer gevaar loopt als hij met de fiets naar school moet. Nerveus ben ik alleen geweest voor zijn al lereerste wedstrijd. Als zevenjarige moest hij in Emmen racen tegen jongens die twee koppen groter waren. Eerlijk is eerlijk: toen heb ik na de start toch even moeten slikken. Voor de eerste keer was hij volledig op zichzelf aangewe zen. Het ging uiteindelijk allemaal goed, maar het is een moment dat ik nooit van mijn leven meer zal vergeten." Formule 1. „In de Formule 1 speelt geld een voorname rol. Dat valt niet te ontkennen. Wie veel geld meebrengt, krijgt meer kan sen. Dat was voor mij een pro- 'lk heb één groot voordeel: ik stap in een auto en ik ga hard' bleem. Nu durft een bank als ING te investeren in de autosport, maar blijkbaar was de tijd daar tien jaar geleden nog niet rijp voor. Natuur lijk is dat voor mij soms frustre rend geweest, vooral ook omdat de ingenieurs en teambazen waar mee ik heb gewerkt, mij wel waar deerden. Ik heb één groot voor deel: ik stap in een auto en ik ga hard. Dat was zo in de Formule 3, de Formule 1, later in de AiGP en nu ook weer met de Porsche, waar mee ik dit seizoen de Le Mans Se ries ga rijden. Ik ben snel ver trouwd met een auto en ik durf ver te gaan. In mijn eerste seizoen bij Benetton is me dat een paar keer opgebroken. Door zelfover schatting ben ik toen een paar keer naast de baan beland. Maar het lag niet alleen daaraan. Het is niet bedoeld als excuus, maar ik weet zeker dat ik toen een minde re auto had dan Michael Schuma cher. Ik wist het, maar kon er niks aan doen. Ik was nieuw en had geen ervaring. Wat had ik moeten doen? Achteraf bekeken was het verstandiger geweest als ik mijn Formule i-carrière in een kleiner team was begonnen. Dan had ik rustig kunnen groeien, terwijl nu alle ogen op mij waren gericht. Uit eindelijk heb ik het toch nog bijna tien jaar volgehouden, dus zo slecht zal ik niet zijn geweest. De Jos Verstappen Volledige naam: Johannes Franciscus Verstappen. Geboren: 4 maart 1972 in Montfort, Formule 1-teams: Benetton (1994), 10 races Simtek (1995), 5 races Arrows (1996), 16 races Tyrrell (1997), 17 races Stewart (1998), 9 races Arrows (2000-2001), 34 races Minardi (2003), 16 races p- Debuut in Formule 1: GP van Brazilië (1994), als vervanger van de geblesseerde Fin JJ Le- hto. Aantal Formule 1-races: 107 wedstrijden. Beste klassering: derde plaats (2x). In 1994 in de GP's van Hongarije en België. Formule 1 is een afgesloten hoofd stuk. Definitief Conditioneel zou ik het nog wel aankunnen, maar ik voel gewoon dat het voorbij is. Grote doelen stel ik mezelf niet meer in de sport. Ik start dit sei zoen voor het eerst in de 24 uur van Le Mans. Daar heb ik heel veel zin in. Wat daarna komt, zien we wel. Mijn eigen carrière is nu niet meer het belangrijkste. Ik stop de meeste tijd in Max. Bijna dagelijks ben ik bezig met het afstellen van zijn materiaal." Rancune. „Ik ben niet rancuneus, maar zeg wel altijd wat ik denk. Ik houd van eerlijke mensen. Recht door zee: dat is mijn stijl. Het is de 'Ik houd van eerlijke mensen. Recht door zee: dat is mijn stijl' reden waarom ik al jaren vertrouw op mijn manager Huub Rothengat- ter. Ik weet dat er al veel kritiek op hem is geweest, maar ik weet ook wat ik aan hem heb. Huub is gou deerlijk en waanzinnig goed. Dat laatste kan ik niet zeggen over Jan Lammers. Ik vind hem gefrus treerd. Hij noemt me in inter views een lui. Toen ik in 2006 in Zandvoort weigerde om te rijden in de AiGP heeft hij me overal zwartgemaakt, terwijl hij zelf schuld was. Ik had van tevoren ge zegd dat ik niet zou racen als ik mijn geld niet op tijd zou krijgen. Net voor de race kreeg ik een ge deelte van het geld van het jaar daarvoor. Op die manier probeer- niemand ooit aan Max durft te ko men. Ik vrees dat ik dan niet voor mezelf kan instaan. Let wel: het laatste wat ik wil, is zijn carrière in gevaar brengen. Ik zal daarom drie keer nadenken als er iets is. Aan de andere kant weet ik dat het in me zit om meteen te reageren. Ik kan daar weinig aan doen. Moet ik misschien yoga gaan volgen? Dat vind ik onnozel. Een psycholoog kan me ook niet helpen. Ik zit niet met mezelf in de knoop." Vader. „Als het om kinderen gaat, ben ik ontzettend gevoelig. Mijn zoon en mijn dochter betekenen alles voor mij. Ik vind het heerlijk om met Max naar Italië te rijden en onderweg met hem over van al les en nog wat te praten. Met Vic toria ga ik fietsen, winkelen en naar dansles. Ben ik thuis, dan ben ik altijd met mijn kinderen be zig. Ik wil een goede vader zijn. Ik kan me niet voorstellen dat ik ooit zal laten gebeuren wat tussen mijn vader en mij is gebeurd. Ik weet dat mijn vader trots is op mij en ik ook op hem, maar toch loopt het tussen ons altijd stuk op dezelfde dingen. Nee, ik vertel liever niet waarom het tussen ons niet bo tert. Het is begonnen op mijn ze ventiende en we botsen nu nog al tijd met elkaar. De laatste keer dat we elkaar hebben gesproken, is an derhalf jaar geleden. Op een be paald moment is het beter voor je zelf en je gezin om maar geen con- tact te hebben. Met altijd ruzie schiet niemand iets op. Maar het blijft vreemd dat je elkaar soms te- genkomt en op dat moment niet eens naar elkaar zwaait."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 53