Steenuil doet het slecht
Kater Poeli was een beetje een buurtkat
Buitengebied
tfabA# iöU/M'
iaai
De PZC sponsort stichting Het
Zeeuwse Landschap. In Natuur-
journaal gaat hoofd ecologie
Chiel Jacobusse wekelijks in op
wat er aan de orde is in de
Zeeuwse natuurgebieden.
Uilen spreken tot de verbeel
ding. Hun nachtelijke leefwij
ze, geheimzinnige geluiden
en ronde kop met naar vo
ren gerichte ogen maken
uilen speciaal. De meeste
uilen in Nederland, zoals
ransuilen, kerkuilen en bosui
len, zijn middelgroot; te ver
gelijken met duiven en
kraaien. Maar dan is er ook
nog de dwerg onder onze
uilen: de steenuil. Daar gaat
het helaas niet best mee.
door Chiel Jacobusse
Vaak wordt gezegd dat de steenuil
ongeveer het formaat heeft van
een spreeuw. Dat mag waar zijn
als je het beest opmeet vanaf de
snavelpunt tot het uiteinde van de staart;
maar wie een steenuil ontmoet, zal de
vergelijking met een spreeuw niet zo snel
maken. De grote ronde kop en het ge
drongen lijf roepen iets van herkenning
op. Bijna een vogel in mensengedaante.
Een ontmoeting met een steenuil is geen
alledaags gebeuren. In grote delen van
Zeeland hoef je niet eens naar dit prachti
ge beest uit te kijken. Op Walcheren,
Noord-Beveland en Tholen is de steenuil
vrijwel verdwenen. Op Schouwen rest
nog een handjevol paren.
Op Zuid-Beveland weet zich een popula
tie van rond de veertig broedparen te
handhaven in de Zak, maar elders wordt
de soort niet meer gesignaleerd. Alleen in
Zeeuws-Vlaanderen is de situatie nog
echt gunstig. Daar broeden nog honder
den paren van ons kleinste uiltje.
Steenuilen waren tot na de T\veede We
reldoorlog algemeen verspreid in de hele
provincie. Oude mensen hebben bijna
zonder uitzondering herinneringen aan
het voorkomen van 'poepuulen', zoals de
streeknaam luidt. Betrouwbare kwantita
tieve gegevens zijn echter niet voorhan
den.
Zeker is dat in Zeeland, net als in de rest
van Nederland, het aantal steenuilen
enorm is afgenomen. Er zijn ook verschil
lende oorzaken aanwijsbaar die daarbij
zonder twijfel een rol hebben gespeeld.
De oorzaak van de deplorabele toestand
is samen te vatten onder de noemer 'ver
anderingen in het landschap'.
De steenuil houdt van een kleinschalig
landschap met veel knotbomenrijen, rom
melige boerenerven, slootjes en donkere
hoekjes. Dat is het landschap waar ook
belangrijke prooien als grote kevers,
nachtvlinders en muizen veel verblijven.
Zijn dat soort plekjes dan helemaal weg
waar de steenuil verdwenen is? Dat niet;
evenmin als prooidieren als meikevers,
mestkevers, spitsmuizen en ander klein
gespuis. Maar ze zijn er te weinig meer.
Wil de populatie van een soort gezond
blijven dan moet het geschikte biotoop in
een zekere dichtheid voorhanden zijn, zo
dat een soort zich vrijelijk door een ge
bied kan verspreiden. Dat geldt al hele
maal voor een uitermate honkvaste soort
als de steenuil.
luist voor soorten die levenslang dicht bij
hun geboorteplaats blijven is het belang
rijk dat er in de directe omgeving uitwijk
mogelijkheden zijn, als het gaat om de
vestiging van een territorium. Voor de
steenuil zijn die er meestal niet.
Er zijn voorbeelden genoeg van een enkel
paartje dat nog jarenlang stand wist te
houden op een vergeten boerenerf of in
een overhoekje waar de tijd stilgestaan
had. Van het nageslacht komt niets te
recht, want zodra die op zoek gaan naar
een geschikte plek, sneuvelen ze in het
verkeer of raken op drift in een leeg land
schap waar geschikt foerageergebied ont
breekt.
In een efficiënt ingericht landschap, waar
het alleen om opbrengst en productie
gaat, is eigenlijk geen plaats meer voor
steenuilen.
Wij volgen in Buitengebied
wekelijks het wei en wee
van de dieren, hun eigenaren
en de dierenartsen in
Dierenartsenpraktijk
Schouwen-Duiveland
door Melita Lanting
In de wachtkamer zit Katrien.
Katrien is een golden retrie
ver. Een echte vrolijke ffans
die onmiddellijk bedelt om
een aai over de bol zodra ze een
vreemdeling in het vizier krijgt.
Katrien heette eerst Lara, de
naam die haar vorige baas aan
haar gegeven heeft.
Maar de nieuwe baas vond deze
naam toch niet zo leuk. „Ze is
nu vernoemd naar de orkaan Ka-
trina. Ze kwam bij mij toen de
orkaan net had gewoed."
Katrien komt voor de jaarlijkse
inenting. Een fluitje van een
cent maar omdat ze nu toch bij
de dierenarts is, kan er gelijk
even gekeken worden naar de ka
le plek op haar achterlijf „Ik
denk dat het vlooien zijn", zegt
haar baas.
Als Katrien in de spreekkamer is
komt poes Poeli de wachtkamer
binnen. De kater is heel oud en
loopt op z'n laatste pootjes, al
krijg je niet die indruk als je
hem hoort mauwen vanuit de
reistas. „Hij laat alles lopen, het
kan gewoon niet meer", zegt de
buurvrouw die de poes komt
brengen. Het vrouwtje van Poeli
is ook al zeer op leeftijd en kan
hem zelf niet meer naar de die
renarts brengen. „Ik heb haar ge
zegd dat ze er maar op moet reke
nen dat we zonder poes terugko
men."
De kater was een beetje een
buurtkat. Hij is opgegroeid bij
een vrouw die inmiddels al weer
een flink aantal jaren geleden is
overleden. De familie heeft zich
toen over Poeli ontfermd maar
dat zinde de kater niet en hij liep
telkens terug naar zijn oude stek.
Toen hebben de buren de zorg
voor Poeli maar op zich geno
men. „We gaven hem eten maar
hij kon niet naar binnen, want
ik heb cara. Toen de vorige poes
van de buurvrouw was overle
den heeft zij de zorg voor Poeli
overgenomen."
Als de kater in de spreekkamer
uit de reistas wordt gehaald, is
goed te zien hoe oud hij is. Hij
zit nog mooi in de vacht, maar
hij kan niet meer goed op zijn
poten staan en blijkt ook niet
meer te eten.
Astrid Assinck hoort het verhaal
aan en begrijpt de beslissing.
Poeli krijgt een overdosis slaap
middel en als de spuit nog maar
voor de helft leeg is, is Poeli al
heel diep in dromenland om
niet meer wakker te worden.
In de wachtkamer zit op dat mo
ment Casper al te wachten. Cas
per is een Drentse Patrijs die ook
geënt moet worden. Casper is
een beetje bang„Zijn eerste er
varing bij de dierenarts was een
slechte. Hij had als klein hondje
rattengif opgegeten en kreeg hier
een middel om te braken. Dat is
hij nooit vergeten", vertelt zijn
baas. Casper is een echte werk
hond. Hij gaat met zijn baas mee
uit jagen. „Hij spoort wild op in
het veld of hij brengt het naar
mij toe als het geschoten is."
Casper is een hele sociale hond,
vertelt zijn baas. „Zes jaar en in
de bloei van zijn leven." Als Cas
per binnen wordt geroepen gaan
alle remmen los, maar de vloer
is glad en hij verliest; hij krijgt
een prik.
De laatste patiënt van de dag is
Tijgetje. Een jong, lief en aanhan
kelijk katje. „Die samenwoont
met een oude gecastreerde ka
ter", aldus haar baasje. Tijgetje is
kort geleden gesteriliseerd en
heeft nu een bobbel in haar
buik. „Daar maak ik me een beet
je zorgen om." De ernst van de
kwaal valt mee en na een anti-
bioticaprik mag Tijgetje weer
naar huis.
Door veranderingen in het landschap is de steenuil op veel plaatsen verdwenen. foto Chiel Jacobusse
PZC Zaterdag 15 maart 2008 21
r'