:<s
Wintersafari
reizen
Overal Bhumibols
Steeds weer als ik een
portret van de koning
zie, denk ik bamibal
Orkals en bloederige Vikingen.
De Noord-Noorse eilandengroep Lofoten
is volgens Windy Kester een exotisch
winteravontuur voor gevorderden.
PZC
Zaterdag 15 maart 2008
reizen@wegener.nl
024-3650360
De Thai zijn gek op hun vorst. Ze lopen weg met de
goede monarch, die beschermt, begrijpt en bijeen
houdt. De koning, die luistert naar de naam Bhumi-
bol, vervult al meer dan zestig jaar zijn rol.
Koning Bhumibol is blijkbaar een dusdanig ontzagwekkend
figuur dat hij in het straatbeeld alom aanwezig is. Aan zijn
beeltenis valt niet te ontkomen. Als een enorme opgeblazen
poster op de twintig bovenste verdiepingen van een kantoor
gebouw, maar ook als standbeeld omringt door verse bloe
men of uit karton geknipt in een etalageruit. En dan heb ik
het niet over een paar Bhumibols, maar echt over honder
den, nee eerder duizenden.
Een paar jaar terug werd de koning voornamelijk afgebeeld
als jonge man, om hem de eeuwige vitaliteit te geven.
Mooie jaren '50 beelden van een jonge man in donkere pan
talon en wit overhemd. Het imago van een filmster. Wel al
een beetje zorgelijk. De handen vaak gevouwen en de blik
vol pijnlijk verantwoordelijkheidsgevoel. Er straalt niet veel
lol van hem af, wel een grote portie berusting.
De laatste jaren veranderde dat. Steeds vaker zie je Bhumi
bol als oude man. Nu hij tachtig is geworden en bovendien
vorig jaar op het randje van de dood zweefde, vindt men
het blijkbaar tijd worden de koning een beetje reëler te pre
senteren. Sterfelijk, zeg maar. 'Long live the King', staat om
de honderd meter wel ergens geschreven. Waar een portret
van Bhumibol zichtbaar is, staan de Thai stil om even kort
te buigen. Elke maandag trekt men en masse een geel shirt
aan. De koning is namelijk op een maandag geboren en geel
is de koninklijke kleur.
Als we Bangkok binnenrijden, lijkt het alsof er weer meer
portretten zijn bijgekomen. Net zo snel als de nieuwe hotels
verschijnen, komen er enorme foto's van Bhumibol bij.
Wanneer de man nog een jaar of tien regeert kan het niet
anders dan dat alle gebouwen in de hoofdstad zijn voorzien
van een koninklijke tronie.
Ook onze gids is een fan van de man. Wanneer ik
iets te verwonderd reageer op de talrijke afbeeldin
gen steekt hij onmiddellijk de loftrompet over Bhu
mibol, wiens daden groot 'bennen'. De man is niet
alleen een goddelijke koning, maar ook een geweldi
ge sportman, briljant strateeg, slimme uitvinder en
noem maar op. Zonder hem zou Thailand er niet
best aan toe zijn. Op de een of andere manier wan
trouw ik dit soort verafgoding, maar respectvol
houd ik me op de vlakte. Ik kijk naar buiten. Bhumi-
Het rubberen bootje dob
bert enkele honderden
kilometers ten noor
den van de poolcirkel
in zee. Links doemen
de besneeuwde bergtoppen van de
Lofoten-eilanden op. In de lucht
cirkelen zeeadelaars gretig rond.
Onder het bootje kolkt het ijskou
de water van de Westfjord. Het is
twee uur 's middags, over korte
tijd is de zon weg en zal de tempe
ratuur dalen.
De tien passagiers in het bootje
houden hun blik strak op de hori
zon gericht. Gehuld in dikke over
alls die niet alleen warmhouden
maar als ook als reddingsvest kun
nen dienen, zijn we op het ergste
voorbereid.
Eerder op de dag waren we gewaar
schuwd. Winter op de Lofoten is
niet voor watjes. De pittoreske
dorpjes in de barse natuur ademen
een robuuste sfeer en het weer kan
ondanks de warme golfstroom zo
maar omslaan. De oude vissershut
jes zijn inmiddels omgebouwd tot
slaapplaatsen voor toeristen, maar
de hoge houten statieven bewijzen
dat de kabeljauw hier 's zomers
nog steeds hangt te drogen.
En nu blijkt een orkasafari niet ge
schikt voor de ongeduldigen. Trou
wens ook niet voor toeristen zon
der zeebenen. De kleurrijke hou
ten huisjes aan wal en het steeds
van kleur veranderende licht voor
zien ons al uren van mooie plaat
jes. Toch beginnen we een beetje
onrustig te worden. Zouden ze wel
komen? Gids en natuurfotograaf
John Stenersen bereidt de orkahon-
gerige natuurliefhebbers voor op
een mogelijke teleurstelling. „Dit is
geen dierentuin. We hebben te ma
ken met wilde dieren en kunnen
daarom geen walvisgarantie geven.
Of de zwaardwalvissen zich laten
zien, is afhankelijk van hun hu
meur, het weer en het haringbe
stand."
Na een aantal magere jaren wer
den de Lofoten eind jaren tachtig
ineens de pleisterplaats van miljoe
nen haringen die hier kwamen
overwinteren. In hun kielzog volg
de een groep van zo'n 1.500 orka's.
Terwijl we vergeefs het water af
speuren, vertelt Stenersen over de
jachtmethode van deze zwart-wit-
te achttonners. Ze cirkelen rond
een school haringen en drijven de
ze steeds dichter op elkaar. Wan
neer de maatjes geen kant meer op
kunnen, springt de logge orka gra
cieus uit het water en klapt de vis
sen met één slag van zijn staart be
wusteloos. Of dood. Daarna kan
het eten beginnen.
„Zo'n haringjacht is nogal arbeids
intensief. Veel orka's hier hebben
inmiddels geleerd dat er rond de
vissersboten een gratis maaltijd te
halen valt." Onze kapitein koerst
daarom richting een trawler die
honderden meters verderop de net
ten binnenhaalt.
Ineens duikt er twee meter naast
het rubberen bootje een vin op.
Met daarnaast een kleintje. Ma-
ma-orka komt haar nog roze, en
waarschijnlijk niet meer dan een
week oude, maar al meer dan een
meter lange baby laten zien. De
twee rijzen even op uit het water
en duiken dan op hun rug zwem
mend onder ons door. Moeder en
kalf herhalen dit spelletje nog een
paar keer. Het bootje schommelt
gevaarlijk, terwijl de opgewonden
passagiers van rechts naar links
springen.
Orka met jong in de Westfjord.
foto GPD
bol, Bhumibol, Bhumibol, bamibal!, denk ik ineens. Flauw
natuurlijk. En ook weinig eerbiedig. Maar het kwaad is ge
schied, de 'bamibal' zit in mijn hoofd. Steeds weer als ik een
portret van de koning zie, denk ik bamibal.
We staan te filmen bij de Wat Arun, de tempel van de mor
genstond. Er varen twee boten met enorme Bhumibol-fo-
to's voorbij. Ik wil luidkeels een bamibal grap maken. Op
dat moment wordt er op mijn schouder getikt. Een Thaise
heer in het geel spreekt mij aan. „Hallo meneer Spoorloos",
begint hij. „Op zoek in Bangkok? Leuk hier? Hoe vindt u de
stad? Kent u onze goede koning? Nog voor ik iets kan zeg
gen, heeft zijn vrouw zich naar mij toe gewurmd. Ze zijn op
bezoek bij familie. In
Bangkok is het beter
dan thuis. Meer res
pect hè. Mensen zijn
vriendelijk en be
leefd. Komt allemaal
door de koning."
Ik besef dat ik door
het oog van de naald
ben gekropen. Net op
tijd greep de voorzie
nigheid in. Een af
gang tegenover deze
aardige Thaise men
sen is me bespaard ge
bleven. En ineens be
sefik, hoe fout ik ei
genlijk ben. Het is he
lemaal geen bamibal.
Nasibal en bamischijf,
zo moet het. Sorry
hoor, bamibal, hoe
foto Derk Bolt kom ik er bij?