Verbod op godslastering ■fr 'Wet zou moeten worden aangescherpt' 12 Vrijdag 14 maart 2008 PZC Dilemma van de i gekrenkte gelovige Wordt afschaffing van de wet inzake de godslastering in moslimkringen opgevat als een teken dat zij in Nederland maar naar lieve lust beledigd mogen worden? „Het moment om te debatteren over afschaffing is slecht gekozen." A door Joost Bosman illustratie Jos Diender $0 De Bond tegen het Vloeken is fel tegenstander van het idee om godslastering uit het wetboek te schrappen. „Wij zouden dat zeer betreuren", zegt woordvoerder Peter Smit. „We hebben herhaaldelijk een beroep op de wet gedaan, zoals tegen Theo van Gogh die ons 'christenhonden' noemden en tegen een RVU-uitzending in 2005 waarin de Here Jezus werd weggesleept als een hond aan een ketting. God zo onteren, krenkt de diepste gevoelens van gelovigen. Als iemand van wie je veel houdt, wordt beledigd, dan raakt je dat. En God is de belangrijkste persoon die wij liefhebben." Tot dusver zijn alle klachten van de Bond afgewezen. Toch mag de wet volgens de Bond niet verdwijnen. „Er gaat een moreel appèl van uit. Het is een handvat voor ons om de discussie over godslaster breed in het publieke debat te voeren. Als je de wet schrapt, zeg je eigenlijk: van ons mag je Gods naam bezoedelen. Wij zien liever dat de wet wordt aangescherpt. De opzettelijke bedoeling om te kwetsen zou soepeler moeten worden uitgelegd. Op die manier kun je blasfemie makkelijker straffen." Het heeft iets tegenstrijdigs: mos lims wordt voortdurend gezegd naar de rechter te stappen als ze zich gekwetst voelen in hun ge loofsbeleving. Maar in de praktijk wordt godslastering vrijwel nooit vervolgd. Me de daarom is islamoloog Nico Landman van de Universiteit Utrecht voorstander van afschaf fing van de wet inzake godslastering. „Er zijn wel moslimorganisaties die voorzichtig begin nen met proefprocessen. Maar ze krijgen meest al nul op het rekest, waardoor hun frustraties over onze maatschappij alleen maar toenemen. De wet biedt religieuze minderheden slechts schijnveiligheid", vindt Landman. Ondanks het feit dat hij voor afschaffing van de wet is, gelooft hij zeker dat het imago van Ne derland in de islamitische wereld een nieuwe deuk zal krijgen. „Nederland wordt al nauwlet tend in de gaten gehouden vanwege de film van Geert Wilders. Ongetwijfeld zullen religieu ze leiders een verband leggen tussen het af schaffen van de wet en het vrijuit beledigen van de islam." Volgens strafrechtdeskundige Henny Sackers van de Radboud Universiteit in Nijmegen heb ben gekrenkte moslims in het verleden wel de gelijk veel aangiften gedaan van blasfemie. „Veel klachten gaan over het uitblijven van ver volging van mensen die de islam zouden heb ben beledigd. Want bij de meeste aanklachten komt het niet tot een strafrechtelijke zaak", zegt Sackers. Volgens hem blijft het klemmende punt dat je zelfs volgens het Europees Hof onbeperkt kri tiek mag uiten op een religie in het algemeen, maar niet op de man mag spelen en een gelovi ge individueel kwetsen. „De enkele keer dat het in zo'n zaak tot vervolging kwam, leidde het vaak wel tot een veroordeling." In gesprekken met vertegenwoordigers van moslimorganisaties hoort Bas van Stok- kum van het Centrum voor Ethiek telkens dat zij weinig heil zien in de gang naar de rechter. Verassend genoeg niet omdat dat geen zin zou hebben, maar omdat ze vinden dat 'moslims maar eens een dikkere huid moeten krijgen'. Van Stokkum was met Sackers medeauteur van het rapport 'Godslastering, discriminerende ui tingen wegens godsdienst en haatuitingen' dat vorig jaar naar de Tweede Kamer werd ge stuurd. In het onderzoek was het advies vervat de wet op de godslastering niet af te schaffen. „Ondanks alle goede argumenten die pleiten voor afschaffing hebben wij toen gezegd: niet doen. Want hoewel de wet een dode letter is, heeft ze wel een belangrijke symboolfunctie. Namelijk dat minderheden worden be schermd." Sackers spreekt liever van een 'slapende letter' van de wet. „Want het feit dat er al veertig jaar geen veroordelingen meer zijn geweest op grond van de wet, wil niet zeggen dat dat nooit meer gebeurt. Wie weet is de tijdgeest over tien jaar wel zodanig veranderd, dat er dan weer volop gebruik van wordt gemaakt." Om

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 12