J
'We mochten niet werken, spraken de taal niet en kenden hier niemand.1
Ex-Knil-militair Naboth Ririhena (82) over zijn eerste jaren in Nederland
PZC Donderdag 13 maart 2008 13
rechts: Zoon Destry (19), vader Hans (45) en opa Naboth (82) Ririhena.
Molukse gemeenschappen in Nederland
,4-Woiu kie/)
Jakarta
BORNEO su
INDONESIË
JAVA
BALI
TERNATE
SULA
NW.CUINEA
SERAM
BURU AMBON
KEI
ARU
TANIMBAR
Begin jaren '50 werden ca. 4.000 Molukse militairen
met hun gezinnen naar Nederland overgebracht.
Zij werden verspreid over Nederland
ondergebracht in diverse woonoorden.
Grote Molukse gemeenschap
Kleine Molukse gemeenschap
Zuid-Mo'
Groningen h ,Delfzi)'
Appingedam
Hoogkerk
Marum
Foxhol
Den Helder
Oosterwolde
Bovensmilde
Hoogeveen
Rouveen
Zwolle -f
Lelystad
rdam-Wvaass,
Nijverdal Wierden
i
s Almelo
Rijssen
Koude-
kerke Middelburg
■?,,;';Oost-SouÈ)Lirf
Vlissingen'
Wormerveer
j
Zaandam
Haarlem Sj^msterdaiiw f Deventer
Nw-Loosdrecht TWgil/Apeldoorn
Breukelen Barneveld 9 Twello
Maarssen FprWk
Alphen a/d Rijn Utrecht Arnhem
WoerdenLunterén Doesburg
Leerdam Culemborg
Moordrecht gi „t tlst
9 Capelle a/d/ IJssel 5?Pheusden"'
Rotterdam ;s Krimpen a/d IJssel
T ê-
Cuijk J
8) Gennep
Voght Nistelrade
«burg Venralj® t
■'*-/ Helmond Venlo I
j Weert
JT e Roerbond
Echtjf
Tiel
Ridderkerk'
Den Bosch
Waalwijk# -i#
Breda
Winterswijk f
Zevenaar/9*"*
t^Sïttard
Maastricht Heer_/"
foto Mariska Hofman
infographic. JD bron: Faculteit der Sociale Wetenschappen, Rijksuniversiteit Leiden
hart op de Molukken
Naboth is nooit opgehouden aan de Moluk
ken te denken. Hij kreeg samen met zijn
Molukse vrouw (o drie zoons en een doch
ter. Gaandeweg vond hij een plekje in de Ne
derlandse samenleving. Al zijn de Moluk
ken nooit ver weg. „Ambon blijft altijd in
ons hoofd en in ons hart. Ook nu nog." Hij
voelt zich Molukker en ook een beetje Ne
derlander.
Voor zijn zoon Hans (45) is dat anders. Hij
voelt zich vooral Molukker. En dat terwijl
hij er nog nooit is geweest. Geld, toeval en
het feit dat de Molukken nog altijd niet vrij
zijn, weerhouden hem van een reis naar
zijn oorsprong. Maar ooit wil hij gaan. „Ik
ben enorm betrokken bij de Molukse zaak.
Ik knip alles uit wat ik er over kan vinden.
'Het lijkt hier wel een museum', zegt mijn
vrouw vaak. Op mijn jas draag ik altijd een
Moluks vlaggetje."
Hans werkt als conducteur bij de NS. Hij is
getrouwd met een Nederlandse vrouw, die
intussen goed Maleis spreekt. Samen kregen
ze twee zonen en een dochter. „We hebben
ze opgevoed met nadruk op hun Molukse
wortels. Dat zit in kleine dingen. Op de kin
derfietsjes staken wij geen lange stok met
oranje vlag maar een Molukse vlag."
Zijn zoon Destry (19) zit te knikken en te la
chen. „Iedereen kon ons al van ver af her
kennen." Destry is trots op zijn Molukse
achtergrond. Op zijn muts zit een Molukse
vlag en ook op zijn kamer neemt de vlag
een prominente plek in. Hij houdt van Mo
lukse muziek, al kan hij helaas niet alles ver
staan. En voor Moluks eten als papeda
(pap) en lemper (gevulde rijstrolletjes) kun
je hem midden in de nacht wakker maken.
Typerend voor Molukkers zijn de hechte fa
miliebanden, het geloof en het respect voor
de ouderen. De band die zij met andere Mo
lukkers hier voelen is nog bijna even hecht
als toen de eerste generatie hier voet aan
wal zette. Er is geen uitvaart of geloofsbelij
denis die Molukkers voorbij laten gaan. Ook
als ze honderden kilometers verderop wo
nen. Zelfs als er ruzie is.
Hans en zijn zoon Destry hebben begrip
voor de gewelddadige acties van de jaren ze
ventig. Opa Naboth niet. Hij begreep de
frustratie van de jongeren wel maar het pro
test moest vredelievend blijven. En bovenal
ordelijk. Hij was militair. En een militair
mag niet toegeven aan de wanorde van ge
weld. „Ik hou van orde en respect. Je moet
trouw zijn aan-'de wet."
Maar trouw zijn aan de wet helpt niet, zeg
gen Hans en Destry. „Niemand luistert naar
ons. Nederland neemt ons niet serieus."
Hans nam deel aan vele protesten en de
monstraties. „En altijd ging de avond van te
voren de telefoon. Mijn vader. Hou het net
jes, zei hij dan. Laat je niet meeslepen. Dat
moest ik hem beloven. En daar hei) ik me al
tijd aan gehouden."
Hans staat pal achter de militante acties
waarbij in totaal veertien doden vielen. „Ik
weet waar zij het voor hebben gedaan, ik be
grijp het. Gewelddadige acties pasten ook
heel erg in de tijdgeest, met de vele bomaan
slagen van de ETA en de IRA. Praten en peti
ties aanbieden hielp niet. Pas toen we har
der met de vuist op tafel sloegen, werd ons
iets aangeboden. Als het niet goedschiks
kan, dan maar kwaadschiks."
Elk jaar op 25 april, de dag van de proclama
tie van de Republiek der Zuid-Molukken,
gaat Hans naar de herdenking in Den Haag.
Als het even kan, gaan zijn kinderen mee.
'Nederland stuurt wel troepen naar
Irak maar vergeet voor het gemak
de belofte aan de Molukkers'
Het geloof in de oude RMS-ideaal is anno
2008 sterk verminderd, maar de hoop is
nooit weg. „Het geloof in de RMS staat voor
veel Molukkers niet meer op de eerste
plaats. Dat je zoiets durft te zeggen, was
vroeger ondenkbaar. De tijden zijn veran
derd. Als er ooit een Vrije Molukse Repu
bliek komt, zouden de meeste Nederlandse
Molukkers hier blijven. Ze hebben een ei
gen plekje binnen de maatschappij verwor
ven. De strijd moet doorgaan om de situatie
voor de Molukkers daar te verbeteren."
De tijd van militante acties is verdwenen.
Heel af en toe duikt er nog een strijdbaar
groepje op dat nationaal de aandacht trekt.
Zo werd begin dit jaar het eilandje in de
Haagse Hofvijver bezet door vijf Molukse
jongeren die vinden dat Nederland de
schendingen van de mensenrechten in Indo
nesië ontkent.
Maar dat zijn uitzonderingen. Actievoeren
gebeurt nu veelal via internet en e-mail. Zo
stuurt Hans regelmatig mails naar Kamerle
den over de schending van mensenrechten
en de armoede op de Molukken. Vaak zon
der resultaat.
„De Molukken zijn geen onderwerp meer.
We worden doodgezwegen", zegt Hans. „Er
ging wel ontwikkelingshulp naar Indonesië,
maar dat kwam nooit bij de Molukken te
recht. En Nederland zet Indonesië niet
graag onder druk omdat er economische be
langen zijn. Het is alsof je tegen een muur
praat. Wat zijn al jaren bezig teleurstelling
op teleurstelling te verwerken."
Destry veert op. „Nederland stuurt wel troe
pen naar Irak, maar vergeet voor het gemak
dat er ook iets is beloofd aan de Molukkers.
Het gaat om een belofte aan mijn eigen opa.
Dat maakt mij boos. Ieder volk verdient het
om in vrijheid te leven. Maar ze hoeven
daar de R van RMS maar uit te spreken en
ze worden al vastgezet. Dat noem ik niet
vrij. Ik heb de beelden gezien van Moluk
kers die worden gemarteld. Dan schieten de
tranen in mijn ogen."