'Het is toch de cultuur van de laatste vijf tot tien jaar. We geven ons volledig bloot, op televisie, in de bladen, we schamen ons nergens meer voor' Beatrijs Ritsema, etiquettedeskundige PZC Woensdag 12 maart 2008 11 Balen van een beller Luidruchtig bellen in de trein is een van de grootste ergernissen van treinreizigers. De Nederlandse Spoorwegen begint mensen daarvan bewust te maken. Niet iedereen wil meegenieten van andermans privéperikelen. door Tanja Kits en Joost Bosman foto's Gemma Kessels en ANP H eindelijk, een heel goed idee", reageert Jan Commissaris (67) op het plan van de NS om irri tant belgedrag aan te pakken. Hij ergert zich als treinreiziger regelmatig aan mensen die luidruchtig zitten te bellen. Zelfs in de stiltecoupé. „Ik spreek ze er altijd op aan. Bang voor een grote mond ben ik niet. De meesten reageren geschrokken en houden op met bellen of gaan zach ter praten. Maar misschien komt dat ook wel omdat ik eersteklas reis, ik weet niet hoe dat in de tweedeklas gaat". Riet Derks-van de Ven (54) zit tweede klas, maar durft haar medepassagiers er voor geen goud op aan te spreken als ze zich ergert aan de luide toon waarop wordt gebeld: „Voor je het weet krijg je een klap of een grote mond en dan heb je nog niets bereikt. Er zat eens een meisje ontzettende ruzie te maken met haar vriend aan de andere kant van de lijn. Ze gebruikte de vreselijkste scheld woorden, echt niet normaal. De hele wa gon kon meeluisteren. Iedereen keek haar aan, maar niemand zei wat. Ik ook niet. Uiteindelijk bloedde het gesprek wel dood. Maar het is toch wel gênant om zo'n ruzie helemaal te moeten mee maken. Ikzelf houd mijn gesprekken zo kort mogelijk en ga het zeker niet heb ben over intieme zaken, wat ik wel eens meemaak." De meeste reizigers zijn blij met het ini tiatief van de NS om iets te doen aan luidruchtige en vooral langdurige bel lers. Het is een van de grootste ergernis sen van treinpassagiers. Volgens John Krijgsman van de NS gaat het voorna melijk om bewustwording. „Dit is een eerste stap in dat proces, de discussie in de media aanzwengelen." Krijgsman vindt dat de medereizigers een bellende passagier zeer wel erop kunnen wijzen dat hij of zij zit te bellen in een stiltezone. Maar ook buiten die coupés gelden er grenzen aan geluidso verlast. Volgens de NS-huisregels (te le zen op alle balkons) mogen passagiers el kaar geen overlast bezorgen. „Als je met die regels in de hand mensen vraagt of ze kunnen ophouden met bellen, bie den ze vaak hun excuses aan en staken ze hun gesprek of lopen even naar het treinbalkon." Of ze geven je een grote bek. Krijgsman: „Natuurlijk gebeurt dat ook, het hangt af van de manier waarop je het vraagt." Mocht een passagier na herhaalde ver zoeken van zijn medereizigers tot mati ging zijn gesprek toch (luidkeels) voort zetten, dan kan de conducteur proces verbaal opmaken. „Maar echt in het ui terste geval." Riekus Spithorst van reizigersvereniging Rover vindt de oproep van de NS te recht. „De grens tussen wat je wel en niet onder overlast verstaat is arbitrair, maar je wilt als treinreiziger niet meege nieten van gesprekken over de intieme delen van je buurvrouw." De voetangel zit hem echter in de stilte zones, stelt Spithorst: daar handhaaft de NS de rust te weinig naar de zin van Rover. „De oproep aan reizigers mede passagiers aan te spreken op hun gedrag is niet geloofwaardig zolang conduc teurs niet voldoende ingrijpen. Zij heb ben daarin een primaire rol", vindt Spit horst. De NS geeft toe dat de stiltezones niet altijd even goed herkenbaar zijn, en zal ze beter zichtbaar gaan maken. Toen Bart van der Moere (24) nog een jaar of 17 was had hij vaak de muziek keihard aan staan. „Vond ik lekker. Mensen keken wel naar me, maar ik dacht dat ik iets in mijn haar had of zo. Ik had niet in de gaten dat het muziek was waar ze last van hadden." Hij geeft eerlijk toe dat hij een van de jongeren was waar veel treinpassagiers zich groen en geel aan ergeren. Naast het luide bellen, wordt het harde gedreun van mp3-spe- lers minstens zo irritant gevonden. „Ik bel wel veel in de tein, maar praat heel zachtjes. Dat kan net zo goed, ze verstaan me heus wel aan de andere kant", aldus de student Ruimtelijke Or dening en Planologie. „Meestal bel ik kort, een minuut of vijf a tien, maar ook wel eens langer, een half uur of zo. Mijn hele sociale leven speelt zich af op mijn mobiel. Ia, dat betekent altijd een dikke rekening. Vorige maand 300 euro." Het elkaar aanspreken op belgedrag heeft volgens de 20-jarige Sidney de Deugd niet zoveel zin. „Je kunt het toch niet voorkomen." Hij ergert zich ook regelmatig. „Vooral 's ochtends als ik net wakker ben, dan wil ik rust aan mijn kop. Maar ik zeg er niets van, ik hoef niet zo lang met de trein." Zelf belt hij ook regelmatig in de trein of heeft de muziek hard aan staan. „Ik bel om toch maar bezig te zijn. Dan bel ik met een vriend, die ik een half uur la ter in het echt zie. Dat soort stomme dingen. Waar we het over hebben? Geen idee, niks belangrijks. Maar ik praat wel zachtjes." Treinreizen is voor veel mensen een ma nier om rustig een krantje te lezen, nog wat te dommelen, naar buiten te staren. Priyamalie Ramkisoensing bijvoorbeeld: „Ik heb wel een auto, maar ga toch graag met de trein vanwege de rust. Als die verstoord wordt door een luide bel ler ben ik wel geïrriteerd. Ik kijk dan eens goed die kant op, maar de beller heeft vaak niets in de gaten, te druk met bellen. Maar om nou op te staan en er naartoe te lopen om er wat van te zeg gen, nee, daar is de ergernis net niet groot genoeg voor. Dan zijn er wel erge re dingen op de wereld." Hoe laai kom lij aan in Utrecht? ben ietsje later, ijn trein heeft (enraging...

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 11