Buitengebied Kerk viel groot uit M'n poke is gin regenbak! WÊÊÊM Nieuwe Raadkaart 20 Zaterdag 8 maart 2008 PZC O cc We gaan nog even door met afbeeldingen van kaarten die wat van doen hebben met het religieus erfgoed. Deze keer uit de collectie van Hans Lindenbergh een afbeelding uit een dorp in het zuiden van de provincie. De vraag is als gebruikelijk: om welke plaats gaat het? Nadere bijzonderheden over de situatie toen en nu zijn van harte wel kom. Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk donderdag 13 maart worden gezonden aan: Redactie PZC Buitengebied, postbus 31, 4460 AA Goes; fax 0113-315669; e-mail redactie@pzc.nl. Onder de inzenders van een goede oplossing worden drie waardebonnen verdeeld. door Joeri Wisse De Nederlandse Hervormde Kerk van Zonnemaire is wat te groot uit gevallen, stelt Kees Fase uit Sint-An- naland. „Hoewel Zonnemaire tot de ringdorpen behoort, weet de nieuwe kerk uit 1867 dit behoorlijk te verdoezelen", schrijft hij. „De nieuwe kerk kwam in de plaats van de veel kleinere dorpskerk die eind vijftiende eeuw werd gebouwd", meldt D. E. Tollenaar uit Terneuzen. Hij weet, net als een aantal andere inzenders, dat de kerk voor 25.000 gulden werd gebouwd. Kenmer kend voor die tijd zijn de grote ramen en de spitse toren, aldus Tollenaar. De predikant die de nieuwbouw van het godshuis meemaakte, was dominee C. F. Zee man. „Hij leidde van 1862 tot 1904 de kerke lijke gemeente", schrijft Ina Walrave-De Munnik uit Goes die in Zonnemaire opgroei de. l\vee jaar voordat de nieuwe kerk gereed kwam, werd dominee Zeeman vader van een zoon die later grote bekendheid zou ge nieten: Pieter Zeeman. Hij werd professor en ontving in 1902 met Hendrik Lorentz de No belprijs voor natuurkunde, laat Walrave we ten. „Naar hem is ook later de straat rond de kerk genoemd. Die begint ongeveer op de plek waar op de raadkaart de lantaarn staat", schrijft Kees Wolfert uit Krabbendijke. Opmerkelijk is dat de meeste inzenders meer over het gebouw op de voorgrond, de oude smidse, weten te vertellen dan over de kerk. Dat is ook niet zo verwonderlijk, ge zien het feit dat de smidse een langere histo rie kent dan de kerk. „Kerk en toren zijn niet zo oud, doch de woning en de voormalige smederij kunnen wél als monument wor den aangemerkt", weet Laurus Sinke uit Utrecht uit ervaring. Hij woonde van 1948 tot 1952 in het dorp. „Als gemeenteambte naar was ik nauw betrokken bij afwikkeling van de oorlogsschade aan die gebouwen." Hij was niet de enige oud-inwoner van Zon nemaire die zijn herinneringen opstuurde. A. L. de Bie uit Lochem werd in augustus 1957 door de toenmalige smid De Vos aange nomen als knecht. Nog geen jaar later nam hij de smederij over. De Bie zou de laatste smid zijn in het monumentale gebouw. „In 1964 verplaatste ik de smederij naar de oude lagere school." Het huis en de smidse wer den in 1973 omgebouwd tot dorpscafé. De waardebonnen gaan naar: Ina Walrave - de Munnik, Goes, A.L. de Bie, Lochem en Leni de Kam, Kats. door Engel Reinhoudt H'è mensen en potlooien en ze schrijven allebei', zo zei men dat in Kloosterzan- de, schrijft de heer Jansen uit Kapelle in reactie op het vorige artikel. In dit voorlopig laatste artikel over spreuken en gezegden nog een paar hele mooie. )e moet ge zegdes die veelal een beperkte bekendheid genie ten ook een beetje zien tegen de achtergrond waarin die uitspraken werden gedaan. Mevrouw Nel Heins-Jansen van Rosendaal uit Apeldoorn, maar van oorsprong van Walcheren, heeft daar oog voor en stuurde een compleet ver haal, waaruit ik het volgende citeer. Vo de verjaeringe van ons kinders, bakte mijn moeder platte koeken, die we dan bedekten mee brune suker of mee lekker vee stropie. Zo af en toe kwam d'r ook een ouwe tante mee-ete. Ze was op d'r boers. Het was een eêl, klein fragiel wuufje mee een muzegezichtje en ogen die altied verbaesd stoen- ge- Op een keer kon ze d'r platte koeke nie op en riep in prangende nóód en schaemte: 'Ellelle Maatje, noe moet ik toch een kwalle laete!' Een kwalle is een restje. Vijftig jaar later is deze uitspraak nog steeds in gebruik en wordt er ook nog altijd om gelachen. Dus, wie voortaan zijn of haar portie niet op kan, laat een kwalle liggen en roept: ellelle Maat je Simon Smits uit 's-Heerenhoek komt met de uit spraak 'a je mé van Kostes koeie bin', die hij hoorde van een oom. Het betekent 'je moet maar geluk hebben'. Een leuk verhaal stuurde Jan de Vos uit 's Gra venpolder. Hij vertelt dat hij vroeger geregeld op bezoek ging bij een huishouden dat uit twee vrij gezelle broers en een zus bestond. Meriete, de zus, hield het meest van bouillon, terwijl de broers het liefste soep hadden waar je lepel rechtop in bleef staan. Op een keer, toen de soep weer eens zeer dun was, keek Merien es lillijk naè Meriete en zei: 'M'n poke is gin regenbak!' Het commentaar van broer Kees, dat er droogjes op volgde, luid de: 'Huite, huite, zöö in je buuk en zöö in je flui- te.' Huite, huite, komt wellicht van guite of geute. Een lange guite is een lang schraal meisje en gui tepap of dinne guite is erg dunne pap. Uit de collectie van de heer Dagevos uit Goes ko men de volgende gezegdes. Op groatemans kak'uus wille zitte: de grote heer willen uithangen. Ze is zó groas as een kernien mie een kap'oed op: ze is pronkziek. Ie zag t'r uut as 't sop van rópen: hij zag er be roerd uit. Trokke Pier.... Arjaen leit in de dulve: aanspo ring om flink aan te pakken. Die ei z'n boantjes d'rop te weêken eleid: hij heeft het erop aangelegd. Da's schaepen wachte voe de keutels: onbenullig werk dat niet wordt betaald. Je kom van kakkebède in pissebède: van de re gen in de drup. Tot slot een paar rijmpjes. 'K zegge mae zöö, een mens is nie van ströö en is ok nie 'eschaepe om alleêne te slaepen. Van Jan Nijpjes uit Middelburg ontving ik een rijmpje dat in molen de Koning in Middelburg geschreven staat: Hier maelt men graen tot stof Hier doet men pel van 't graen d'r of. O, mensch wilt hier dit leren. Dat gij eens tot stof zult wederkeren.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 20