Bram de Bruinvis is een echte vechter
Dikke onvoldoende zet
brandweer aan het werk
Kou uit de lucht bij
Zeeuwse ziekenhuizen
m
36 Zaterdag 1 maart 2008 PZC
Aangespoelde bruinvis
bij Philipsdam sterkt
in Harderwijk aan.
door Lilian Dominicus
HARDERWIJK - De vorige week op
Sint-Philipsland aangespoelde
bruinvis Bram is een vechter, con
stateert voorlichter Robert Portier
van SOS Dolfijn in Harderwijk.
„Je merkt dat -ie echt een sprong
vooruit heeft gemaakt deze week.
Hij kan soms heel even zelfstandig
zwemmen. Hij heeft een eigen wil
letje en dat is een goed teken. Als
hij niet meer vastgehouden wil
worden, laat hij dat duidelijk mer
ken en vecht hij net zolang tot -ie
er vandoor kan duiken. Maar je
merkt nog wel dat hij ernstig ziek
'Hij is heel gretig op
vis en komt er direct
op afgezwommen'
is. Soms is hij zo uitgeput, dan valt
hij op zijn zij. Voor een dier dat
ademt via de bovenkant is dat niet
goed. We zorgen dan ook dat er 24
uur per dag mensen bij hem zijn
die hem ondersteunen. Of dat hij
hangt in zijn drijvende hangmatje,
een soort zwemvest voor dolfij
nen. Om ervoor te zorgen dat hij
geen brandblaren krijgt, houden
we hem constant nat met doeken.
Bruinvissen leven diep onder wa
ter en komen normaal alleen naar
boven om adem te halen. Aan het
wateroppervlak is het eigenlijk
veel te warm voor ze."
Bram heeft zijn eetlust ook terug.
Hij eet niet alleen meer vispap van
gemalen sprot, haring en makreel,
maar ook hele vissen. Portier: „Hij
is heel gretig op vis en komt er di
rect op afgezwommen. Dat bete
kent dat -ie vet op de botten
krijgt. De bedoeling is om de vis
pap langzaam af te bouwen en te
vervangen door de hele vis. Dat
moet rustig gebeuren, anders
wordt zijn spijsverteringstelsel te
zwaar belast. Hij heeft nog wel last
van krampen. En van longwor
men. Op zich is dat normaal voor
een zeezoogdier, maar voor een
ziek dier is het toch niet zo goed."
Bram strandde op 20 februari bij
de Philipsdam. Hij werd gevonden
in ondiep water op de keien van
de dam. Dierenasiel h'Onderdak
uit Bergen op Zoom ontfermde
zich in eerste instatie over Bram.
Het is een jong mannetje van naar
schatting zeven a acht maanden
oud. Hij weegt 18,4 kilogram en is
circa een meter lang. Bij binnen
komst bij SOS Dolfijn had hij een
groot aantal wonden bij zijn ogen
en staart. „Dat wil niet automa
tisch zeggen dat hij is gebeten
door een haai. Het is heel moeilijk
te bepalen waar die verwondingen
vandaan komen. We kunnen wel
zien dat het geen visnetten zijn ge
weest. Dat ziet er anders uit. Maar
het kan een hond of een vos zijn
geweest die hem heeft gebeten na
het aanspoelen. Heel veel maakt
het voor ons niet uit, het belang
rijkste is dat hij weer beter wordt",
zegt Portier.
Of Bram zijn verwondingen over
leeft, is nog steeds de vraag. Por
tier: „Alle aangespoelde bruinvis
sen zijn veel langer aan het water
oppervlak geweest dan dat ze ge
wend zijn. Als ze bij ons binnenko
men, hebben ze bijna geen kracht
meer. Vijftig procent van de aange
spoelde bruinvissen haalt het bij
ons. Het is wel zo dat hoe langer
ze bij ons zijn, hoe groter de kans
is dat ze het redden. We bekijken
het van dag tot dag. Bram is nog
steeds wel ernstig ziek."
Als Bram niet door mensen wordt ondersteund tijdens het zwemmen, dobbert hij rond in zijn drijvende hangmat
je. foto Patrick Leeman-Hoytink/Picturepro
Commandant
Reimerswaal relativeert
lage basisniveau.
door Marcel Modde
KRUININGEN - Een mager viertje
voor Reimerswaal en een
acht-min voor Terneuzen. Het gat
tussen het slechtst en best scoren
de brandweerkorps in Zeeland is
groot, blijkt uit de 'kwaliteitsfoto'
die is gemaakt in opdracht van de
Veiligheidsregio.
„Maar er is nog nooit een brand
ongeblust gebleven", benadrukt
commandant Gerard van Die van
Reimerswaal. En ook met het ma
terieel is volgens hem niets mis.
De oudste brandweerwagen da
teert van 1993, drie nieuwe zijn be
steld. „De burger merkt niks van
dat cijfer. Dat zou de eer van iede
re brandweerman te na zijn!"
Van Die is niet geschrokken van
de onvoldoende. „Eigenlijk komt
het er op neer dat we gewoon ons
werk doen, maar zijn vergeten be
paalde zaken goed te registreren.
Zo mag je het wel omschrijven. Ik
durf bijvoorbeeld te stellen dat wij
één van de best geoefende teams
van Zeeland hebben. We kunnen
op papier alleen niet aantonen
wat we precies doen iedere maan
dagavond. Hoe de nazorg is gere
geld, zul je hier nu ook nog ner
gens terugvinden. Maar reken
maar dat er niemand naar huis
gaat zonder een goed gesprek, als
daar aanleiding voor is na een
brand of ongeluk."
En wat er wél staat neergeschre
ven, valt in de praktijk niet altijd
even makkelijk waar te maken,
stipt Van Die een ander typisch
'Er is nog nooit een brand
ongeblust gebleven. We
doen gewoon ons werk'
probleem van een klein korps aan.
„In het beleidsplan staat dat we
twaalf beroepskrachten moeten
hebben. Makkelijker gezegd dan ge
daan. Waar haal je die vandaan?
We zitten nu op zesenhalf be
roeps. Tot onze verantwoordelijk
heid hoort ook een stuk A58, de
spoorlijn, Kreekraksluizen, het Ka
naal door Zuid-Beveland, de Wes-
terschelde. Behoorlijk wat dus.
Daar wringt de schoen! De minis
ter roept wel dat er voldoende per
soneel moet zijn, maar hoe hoest
je dat geld op met 21.000 inwo
ners? Je kunt ons niet vergelijken
met Terneuzen."
Burgemeester Jan Lonink van die
goed scorende gemeente (tevens
voorzitter van de Veiligheidsregio
Zeeland) vindt dat Van Die zich er
iets te gemakkelijk van af maakt.
De kwaliteitsfoto gaat volgens
hem verder dan een afdruk van
hoe de brandweertaken op papier
zijn geregeld. De werkwijze van de
korpsen is op tachtig objectieve
punten gewogen, aldus Lonink.
Daarbij is ook gelet op de voorbe
reiding op rampen. Lonink: „Wat
ik ook wel merk, is dat brandweer
mensen vaak heel traditioneel den
ken in opkomsttijd en brandblus-
sen. Maar het gaat tegenwoordig
om zoveel meer."
Eind 2009 moeten de korpsen in
Zeeland gemiddeld minimaal een
6,2 scoren, is afgesproken. De ge
meente die dit basisniveau niet
haalt, verliest haar zeggenschap
over de brandweerzorg, heeft de
minister (landelijk) aangekondigd.
Lonink vertrouwt er op dat die
norm wordt gehaald. „Dat moet
wel, want daarna gaat de lat nog
hoger."
Zeeuwse specialisten
moeten samenwerken,
vinden directeuren.
door Claudia Sondervan
TERNEUZEN - Eén Zeeuwse zieken-
huisfiisie, zoals de PvdA in Zee
land voorstaat, is geen optie maar
fusie tussen de medische maat
schappen boven en onder de Schel
de wel. Dat wordt zelfs noodzaak
om bepaalde medisch specialis
men in Zeeland te behouden.
Dat geldt al voor reumatologie
maar gaat ook op voor meer spe
cialismen. De drie ziekenhuizen
willen daarover in conclaaf, vertel
den directeuren Paul Rademacher
en Hans Simons gisteren in Ter
neuzen de provinciale comissie
Welzijn, die bij ZorgSaam verga
derde. Samenwerking zou de eni
ge manier zijn waarop twee inten
sive cares op niveau 2 aan weerszij
den van de Schelde kunnen be
staan - ook onderdeel van het Pv-
dA-plan. Een level 2 ic kost 3 mil
joen euro, somberde Rademacher,
Ziekenhuis Terneuzen bouwt een
auditorium boven de hoofdin
gang en introduceert in vitro fer
tilisatie en robotchirurgie op
Zeeuws-Vlaamse bodem.
die dat in Terneuzen vanwege de
nabijheid van Gent niet nodig
acht. De ziekenhuizen boven de
Schelde gaan nauw samenwerken
met instellingen voor thuiszorg,
verzorgingshuizen en verpleeghui
zen. Vrijdag 4 april ontvouwen de
ziekenhuizen een plan daartoe, zei
Simons. Het wordt geen fusie zo
als ZorgSaam in Zeeuws-Vlaande-
ren, maar een nieuwe vorm om de
aansluiting tussen ziekenhuiszorg,
verpleegzorg en thuiszorg te verbe
teren, zei hij.
Ziekenhuis Zeeuws-Vlaanderen
bouwt voor 1 miljoen euro een au
ditorium boven de hoofdingang.
De zaal komt in gebruik voor sym
posia en opleidingen en biedt art
sen vanuit Terneuzen met video
verbinding 'live' overleg met het
integraal kankercentrum in Rotter
dam en colleges van het Universi
tair Ziekenhuis Gent. Het zieken
huis begint eveneens met UZ
Gent nieuwe behandelingen: ko
mende week krijgt de eerste
Zeeuws- Vlaamse patiënt robotchi
rurgie aan de prostaat en per sep
tember beginnen de eerste ivf-be-
handelingen (reageerbuisbevruch
tingen) in Terneuzen. Volgend jaar
krijgt ZorgSaam een mri-scanner
waarin de patiënt niet ligt maar
staat, voor beelden van rughernia.