Het jaar van de scholekster
spectrum 14
PZC
Zaterdag 1 maart 2008
lap, flap, flap. Bij een licht
briesje op een nevelige mid
dag zijn alleen de voetstap
pen van laarzen op het Texel
se wad tot ver hoorbaar. Zelfs
de scholeksters, notoire her
rieschoppers op het wad, zijn
stil. Geen enkele keer is het meestal einde
loos herhalend en akelig schel klinkend
'tepiettepiet-tepiet' hoorbaar.
„Daar staan wel scholeksters", wijst onder
zoeker Bruno Ens van Sovon Vogelonder-
zoek Nederland. Eer, telescoop wordt in
de modderprut opgesteld om de vogels
van nabij te observeren. „Kijk, die scholek
ster heeft kleurringen om. Groen rechts
met een letter en rood links. Door de kleur
combinaties zijn we in staat vogels indivi
dueel te herkennen."
De scholekster: zwart-wit, met een lange
oranje-rode snavel, lange roze poten en
zelfs een oranje ringetje om de rode ogen.
Met de oer-Hoilandse vogel (naar schat
ting 25 procent van de Europese scholek
sters broedt in Nederland) gaat het slecht.
Aangenomen wordt dat in Nederland nu
minder dan 80.000 paartjes broeden. Dat
was vijftien jaar geleden nog het dubbele.
Het leek zo goed te gaan met de soort, die
tot pakweg 1930 vrijwel alleen voorkwam
langs de kust. Toen begon de scholekster
aan een opmars in het binnenland. Tot ver
rassing van boeren in Drenthe en Brabant
bevolkten scholeksters plotseling weilan
den en aardappelakkers.
„Het is niet eenvoudig een eenduidige oor
zaak aan te wijzen voor de achteruitgang",
vindt Ens. Vast staat dat vrijwel alle Euro
pese scholeksters de wintermaanden door
brengen in het Waddengebied. In grote
groepen zwalken ze over het v/ad, op zoek
naar kokkels en vooral mosselen.
In het verleden werden scholeksters mas
saal het slachtoffer van strenge winters.
Die zijn er nauwelijks meer, dus zou de
scholekster juist moeten profiteren van de
klimaatverandering.
Rond 1990 werd de in het Waddengebied
overwinterende scholeksters een zware
slag toegebracht, toen mosselvissers bin
nen enkele jaren vrijwel alle droogvallen
de mosselbanken wegvisten. Zonder enige
restrictie mocht er ook massaal mecha
nisch op kokkels worden gevist.
Sinds 1993 is er nauwelijks meer op de
droogvallende mosselbanken gevist en er
is duidelijk sprake van herstel van die ban
ken, met name in de oostelijke Wadden
zee. Sinds 2004 is ook de mechanische kok
kelvisserij er verboden. Toch blijven de
aantallen scholeksters afnemen. Een zeke
re bedreiging voor de soort is de verande
ring in het voedselaanbod. „Het blijkt dat
vooral de mossel een energierijk hapje
voor de scholeksters oplevert. Wat we
zien, is dat in het Waddengebied de afgelo
pen jaren de mosselbanken in toenemen
de mate worden overgroeid door de Japan
se oester", zegt Ens.
Hij pakt een mossel van het wad. „Kijk, de
ze is door een scholekster opengemaakt.
Er is een gat gehakt precies op de plek van
de byssusdraden waarmee de mossel zich
aan andere mossels hecht, de zwakste plek
van de schelp. Zo kan de scholekster snel
en veel voedsel vinden. Met de Japanse oes
ters is dat anders. De scholekster krijgt de
oester simpelweg niet open."
De grote oesterbank midden in het reus
achtige modderbad geeft de wadloper
weer houvast onder de voeten. Dikke
klompen schelpen van fikse afmeting vor
men bijna de spreekwoordelijke rots in de
branding. Verwoede pogingen een enkele
oester los te trekken, mislukken. Laat staan
dat het lukt een schelp te openen. Daar is
robuuster gereedschap uit de bouwmarkt
voor nodig.
Ondanks een venijnige snavel en de nodi
ge vogelslimheid lukt het ook de scholek
ster niet. Dat betekent honger lijden voor
de tienduizenden scholeksters op het wad.
larenlang hadden vogelonderzoekers nau
welijks door dat het mis ging met de schol
ekster. De soort leek heel algemeen, rukte
zelfs op van de kustgebieden naar het bin
nenland. Bovendien heeft natuuronder
zoek doorgaans meer affiniteit met alles
wat zeldzaam is.
Bruno Ens bracht jaren op het
wad door om gedrag en leefwijze
van de scholekster minutieus te
onderzoeken. Het is niet uitgeslo
ten dat voedselschaarste in de wintermaan
den doorwerkt in het broedsucces.
„Dat hadden we aanvankelijk niet door
omdat scholeksters een hoge leeftijd kun
nen bereiken", zegt Ens. „Daardoor leek
het aantal broedvogels lange tijd redelijk
stabiel. Door vogels te voorzien van kleur
ringen werd echter duidelijk dat vooral
veel jonge vogels de wintermaanden niet
overleefden. Oudere, ervaren vogels wis
ten hun kostje nog wel bij elkaar te scharre
len. Wel hebben veel scholeksters vermoe
delijk een slechtere lichamelijke conditie
na de winter, waardoor ook het gemiddeld
aantal jongen per broedpaar is afgenomen.
Dat is pas in de laatste jaren goed zichtbaar
geworden", vertelt Ens.
De scholeksters in Nederland vergrijsden.
Door het hoge aantal oudere vogels werd
het tekort aan nakomelingen vele jaren ge
camoufleerd, mede omdat de vogels een
leeftijd van wel 43 jaar kunnen bereiken.
De stand ging buitengewoon snel achter
uit toen ook de oudere scholeksters stier
ven.
Ens: „Omgekeerd verwacht ik dat een
eventueel herstel van de scholeksterstand
zeer langzaam zal gaan. Want jonge scho
leksters leven tot wel vier jaar in groepen
voordat ze gaan broeden. We zien nu ge
lukkig in het oostelijk Waddengebied een
herstel van de mosselbanken. Het zal nog
wel enkele jaren duren voordat duidelijk
wordt of de scholeksters hiervan profite
ren. Of dat we de oorzaak toch heel ergens
anders moeten zoeken."
Hoe zit het dan met de scholeksters in
Drenthe, Twente en Brabant? Deze vogels
moeten het in de broedtijd hebben van re
genwormen, niet van mosselen. „Dat het
aantal broedvogels ook in het binnenland
achteruitgaat staat wel vast. Dat hoeft niet
te liggen aan veranderingen in het leefge
bied daar. Mogelijk moet de oorzaak wor
den gezocht in de mindere overwinterings
mogelijkheden, want ook de binnenlandse
vogels leven in die periode op het wad. Er
kan ook niet worden uitgesloten dat bij
voorbeeld de intensivering van de land
bouw slecht uitpakt voor de scholekster.
Om dat op te lossen, is onderzoek nodig."
Vogelbescherming en Sovon gaan daarom
dit jaar een groot aantal onderzoeken
doen. Zo is er bijvoorbeeld maar weinig be
kend over het aantal broedparen in bin
nenlandse gebieden. Daarbij wordt een be
roep gedaan op het grote publiek om scho
leksters te melden die in de stad broeden.
Op www.jaarvandescholekster.nl is nadere
informatie te vinden.
Het groepje scholeksters op het Texelse
wad laat tegen het vallen van de duisternis
toch nog wat van zich horen. Een onver
valst 'tepiet-tepiet-tepiet' klinkt op vanaf
een zandbankje.
Een scholekster met een kort lontje spurt
achter een soortgenoot aan. Net zo snel als
het tumult is ontstaan, wordt de vrede ge
tekend. Even later zien we op het eiland
nijlganzen en zelfs een flamingo.
„We zien inderdaad opmerkelijke verande
ringen in de natuur. Van nature in het
Waddengebied voorkomende mosselban
ken verdwijnen voor Japanse oesters. Ter
wijl het slecht gaat met scholeksters en
blauwe kiekendieven zien we nu overal
nijlganzen en zilverreigers opduiken."
Ook op Texel wordt het warmer.
door Jan Bengevoord foto Jos Korenramp/GPD
De scholekster is door Vogelbescherming en Sovon Vogelonderzoek
Nederland uitgeroepen tot vogel van het jaar. Al jaren gaat het slecht
met de grootste druktemaker onder de Nederlandse vogels. Het aantal
broedparen is sinds 1990 meer dan gehalveerd en de huidige
scholeksterpopulatie vergrijst. De klachten zijn duidelijk, maar
diagnose en behandeling zijn moeilijk.